Veel organisaties uit de culturele sector werken met vrijwilligers die in contact staan met bezoekers. Het is daarom fijn als zij tijdens een bezoekersonderzoek helpen bij het afnemen van vragenlijsten. In deze blog geven we je enkele tips om hier een succes van te maken.

  1. Neem de vrijwilligers mee in het doel en het nut van het bezoekersonderzoek, bijvoorbeeld door net voor de start een bijeenkomst te organiseren.
  2. Leg uit dat het belangrijk is dat enkele vrijwilligers als enige taak het afnemen van vragenlijsten hebben.
  3. Maak duidelijk dat het gaat om kwalitatief goed ingevulde vragenlijsten en niet om zo veel mogelijk vragenlijsten. Het is niet handig er een wedstrijdje van te maken.
  4. Het is voor vrijwilligers fijn als ze bezoekers een presentje kunnen aanbieden bij het afnemen van een vragenlijst, bijvoorbeeld iets kleins uit de museumwinkel (pen, koelkastmagneet) of consumptiebon.
  5. Zorg dat je voldoende materiaal bij de hand hebt voor vrijwilligers.
  6. Een actieve uitstraling is belangrijk. Vraag vrijwilligers bezoekers actief en beleefd te benaderen met de vraag of ze mee willen doen.
  7. Laat vrijwilligers bezoekers willekeurig benaderen. Bijvoorbeeld door iedere vijfde bezoeker uit te nodigen die langskomt, of de eerste bezoeker die langskomt nadat een vragenlijst is ingevuld. Zo vermijd je dat bepaalde bezoekersprofielen voorkeur krijgen.
  8. Laat vrijwilligers assisteren bij vragenlijsten, bijvoorbeeld door het hardop voorlezen van de vragen.
  9. Maak duidelijke instructies wat er met de ingevulde vragenlijsten moet worden gedaan: aan wie moeten ze worden afgeleverd, wat moet er worden vermeld, etc.

Meer weten over vrijwilligers en wat te doen met feedback? Lees dan de blog Hoe verwerk je feedback van vrijwilligers.

Een zelfreflectie of evaluatie betekent onder andere dat je jezelf een spiegel voorhoudt om zo stil te staan bij hoe je werkt. Ik heb het al vaker gehad over waarom je evalueert. Een evaluatie brengt in kaart wat de resultaten en/of effecten van je project of proces zijn. Er worden succesfactoren en verbeterpunten genoemd. Waardoor je efficiënt en effectief actie kunt ondernemen. In dit blog ga ik in op wat een zelfreflectie nu eigenlijk betekent.

Zelfreflectie betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt. Je staat stil bij hoe je werkt door naar jezelf te kijken over een bepaalde periode. Je denkt daarbij na over de keuzes die je hebt gemaakt binnen je werk. Waarom heb ik het toen zo aangepakt? En waarom ging dit goed? Of juist minder goed? Ook sta je stil bij de vaardigheden je inzet. Waar ben ik goed in en wat kan er juist beter? Je stelt jezelf daarbij ook de vraag hoe je je daarbij voelde. Werd ik er blij van of juist niet? Vond ik het spannend? Zelfreflectie is een moment om kritisch naar jezelf te kijken om jezelf te verbeteren en te ontwikkeling.

Iedereen kan aan zelfreflectie doen en reflecteren kan op verschillende manieren. Op de werkvloer wordt geëvalueerd door middel van het maken van bijvoorbeeld persoonlijke ontwikkelplannen en het voeren van functioneringsgesprekken.

Op school wordt ook gereflecteerd. Leerlingen kunnen samen met de leerkracht evalueren. Dit kan zijn door middel van gesprekken, zelfreflectieformulieren of het bijhouden van een portfolio. Ook kan de leerkracht de leerling observeren. Als je meer wilt weten over evalueren in de klas, bekijk dan ons project voor Kunstbalie. Voor de cultuurloper zijn we een volginstrument aan het ontwerpen om de culturele ontwikkeling van de leerling te volgen/evalueren.  Wil je hier meer over weten? Lees dan op deze pagina meer over dit project.

Het is zowel voor de deelnemers als voor de trainer achteraf fijn om te weten of het doel van een workshop is bereikt. Voor de deelnemers is het een terugblik naar wat zij geleerd hebben tijdens de workshop. Voor de trainer is het een moment van feedback. Door te evalueren komen succesfactoren en verbeterpunten boven tafel die de inhoud van de workshop kunnen verbeteren. Ik heb al veel evaluatieformulieren langs zien komen waarvan ik me afvraag wat er precies mee wordt gedaan, terwijl deelnemers de moeite nemen om ze in te vullen. Vaak zijn ze lang en kennen veel standaardvragen en algemene rapportcijfers.

Maar, evalueren kan ook op andere manieren, om de cursus leuk en luchtig af te sluiten. Omdat je bij deze vormen van evaluatie maar enkele vragen hebt, moet je goed nadenken over wat je wilt weten. Je hebt na afloop dan wel de informatie die je nodig hebt. Praktische informatie (was er voldoende catering? waren de toiletten schoon?) kun je ook achterhalen door zelf goed te kijken.

Een paar mogelijkheden om je cursus te evalueren zijn:

  1. Ansichtkaart

Na afloop van de workshop krijgt iedere deelnemer een ansichtkaart waarop hij/zij zijn/haar leerpunten schrijft. Ook vult iedereen zijn/haar naam op de ansichtkaart. De trainer neemt alle kaarten weer terug in en zorgt ervoor dat de deelnemers de kaart een paar weken na de workshop naar hen toegestuurd wordt. Op deze manier krijgen de deelnemers na een tijdje een reminder over wat zij geleerd hebben én kan de trainer nagaan of de deelnemers geleerd hebben wat hij/zij tijdens de training graag mee wilde geven.

  1. Sneeuwballen evaluatie

De deelnemers schrijven op een A4’tje wat ze vandaag geleerd hebben. Ze maken hiervan een prop. Als de trainer het zegt mogen ze deze door de ruimte gooien. Dan pakt elke deelnemer een prop, vouwt deze open en schrijft of ze de doelen van vandaag behaald hebben. Er worden weer ballen van gemaakt en opnieuw als de docent het zegt door de klas gegooid. Dan pakt elke deelnemer weer een sneeuwbal, vouwt deze open en schrijft een tip op voor de inhoud van de les van vandaag. Er worden weer ballen van gemaakt en deze worden op het teken van de docent opnieuw door de klas gegooid.

Dan pakt elke deelnemer weer een sneeuwbal, vouwt deze open en schrijft een tip op voor de docent. Er worden weer ballen van gemaakt en nu worden alle sneeuwballen naar de docent gegooid.

Door deze werkvorm gaan deelnemers nog even bewust nadenken wat ze nu gedaan hebben, wat ze geleerd hebben en hoe ze dit kunnen toepassen. Een ander voordeel van deze vorm van evalueren is dat het anoniem is, waardoor deelnemers de vragen op een eerlijke manier beantwoorden

  1. De evaluatiethermometer

De evaluatiethermometer is een werkvorm om deelnemers uit te dagen hun vooruitgang tijdens de training concreet te beschrijven. Je vraagt de deelnemers hoe competent zij zich voelen t.a.v. het onderwerp van de training. Bijvoorbeeld: Welk cijfer geef jij jezelf nu als het gaat om het voeren van functioneringsgesprekken? De cursisten zetten een streepje in de thermometer, of nemen langs de thermometer op de wand een positie in. Deze evaluatiethermometer is het meest effectief als je ook aan het begin van de training de temperatuur opneemt. Dan valt er iets te vergelijken. De kern van de werkvorm zit in het gesprek dat volgt. De trainer daagt de cursisten uit om zo concreet mogelijk te verwoorden wat er aan het einde van de training anders is dan aan het begin. Doordat het een werkvorm is waarbij de deelnemers aangeven wat zij wél geleerd hebben en niet wat ze gemist hebben, sluit je de training altijd op een positieve manier af.

  1. Stemmen

Door te stemmen krijg je snel een goed beeld over hoe de workshop in het algemeen is ontvangen en of cursisten ervaren dat hun doel is bereikt. Aan de hand van een paar stellingen laat je de groep stemmen met een groene (mee eens) en rode kaart (niet mee eens). Vraag een paar cursisten hun stemming toe te lichten. Doordat deze werkvorm niet anoniem is, maar juist heel direct kan het zijn dat deelnemers wat terughoudender de vragen beantwoorden.

 Meer weten? Lees één van de volgende blogs:

In eerdere blogs hebben we uitgelegd waarom een mto interessant is voor de creatieve sector, maar ook hoe je je bedrijf kunt verbeteren met een MTO. In deze blog geven we je 5 redenen om een MTO te willen doen in je organisatie.

  1. Je wilt weten wat er leeft binnen je bedrijf. Er is zoveel veranderd binnen je bedrijf dat je niet meer het overzicht hebt over wat er leeft binnen het bedrijf: Waar lopen de werknemers tegenaan en hoe denken ze over bepaalde zaken? Een aantal voorbeelden waar je graag een antwoord op wilt. Wanneer je weet wat er leeft, kun je maatregelen nemen en veranderingen doorvoeren waardoor je medewerkers weten dat er naar ze geluisterd wordt. Ze zien dat de organisatie weet wat er leeft op de vloer.
  1. Je wilt weten waar behoeftes liggen van werknemers. In de verschillende teams leven verschillende dingen. Je raakt hierdoor af en toe het overzicht kwijt. Daarnaast roepen sommige medewerkers heel hard en hoor je anderen maar weinig. Graag wil je een keer weten van iedereen wat hun behoeftes zijn. Willen ze minder protocollen of juist heldere protocollen. Is er behoefte aan een duurzame ontwikkeling van de werknemers? Hoe denken ze over het managementteam? Voor een werkgever is het goed om te weten waar de behoeftes liggen van je werknemers, zodat je ervoor kunt zorgen dat werknemers met plezier naar het werk gaan en blijven gaan.
  1. Je wilt weten of je werknemers tevreden zijn. Het is goed regelmatig te meten of je medewerkers tevreden zijn over jouw organisatie. Dit kan op het gebied van creativiteit, werkzaamheden, werkomstandigheden, ontwikkeling, communicatie, cultuur en arbeidsvoorwaarden. Wanneer je weet waar je werknemers minder tevreden over zijn, kun je daar aan werken om ervoor te zorgen dat ze er wel tevreden over raken. Maar ook als ze ergens tevreden over zijn, kun je het uitbouwen zodat ze tevreden blijven. Tevreden medewerkers zijn belangrijk voor je bedrijf.
  1. Je wilt de organisatie stabiliseren en verstevigen. Er zijn een aantal interne processen die goed gemonitord moeten worden om te kijken of ze nog relevant zijn. Wanneer deze processen goed geregeld zijn, kun je groeien met je organisatie.
  1. Je wilt je organisatie verbeteren. Je hebt doelen gesteld voor je organisatie en wilt hieraan werken. Hiervoor is het belangrijk om te weten wat de medewerkers vinden van de organisatie. Is het te log of kunnen ze juist gemakkelijk met iemand van het management spreken?

Lees hier hoe wij als onderzoeksbureau kunnen helpen met een MTO binnen jouw organisatie.

Door middel van een bezoekersonderzoek kom je veel te weten over je bezoekers. Niet alleen de ervaringen die ze op doen, maar ook achtergrondinformatie van de bezoekers zelf. Vaak kun je bezoekers indelen in groepen. De bezoekersprofielen die ontstaan kun je inzetten binnen je organisatie: bij het bepalen van je programma’s, tentoonstellingen en activiteiten, maar ook bij de marketing.

Wanneer je een bezoekersonderzoek gaat doen, kun je een aantal vragen stellen over hun interesse en wie ze zijn. Enkele voorbeelden van vragen zijn: Waarom komen ze juist naar jou? Wat voor type museum heeft hun voorkeur? Gaan ze vaker naar een museum/theater? Hoe is uw gezelschap samen gesteld? Deze vragen schetsen een beeld van je bezoekers. Het is niet altijd nodig om naar leeftijd of opleidingsniveau te vragen om je bezoekers in te delen. Vaak zijn het juist behoeftes en interesses die kunnen overlappen tussen generaties en opleidingen.

Bezoekersprofielen kunnen je helpen om je doelstellingen te behalen. Elk bezoekersprofiel heeft unieke eigenschappen waar je op in kunt spelen. Door je klant te begrijpen en je te verplaatsen in de klant, kun je aanpassingen maken die werken. Wil je een bepaalde bezoekersgroep juist binnen halen pas je dan aan, aan de behoeftes van de klant. Je kunt de programmering of het thema van de volgende tentoonstelling bijvoorbeeld aanpassen aan de groep die je graag binnen wilt hebben. Je kunt ook je marketingbeleid aanpassen aan de verschillende doelgroepen. De ene groep bereik je via social media terwijl de andere groep juist een krant leest.

Zorg bij de aanpassingen die je maakt naar aanleiding van je bezoekersprofielen, dat je de groepen die je al binnen hebt, binnen houdt. Probeer te schipperen tussen wat je al binnen hebt en wat je graag nog zou willen zien. Maak geen grote veranderingen, waardoor de vaste bezoekers weg blijven en de nieuwe groep je nog niet heeft gevonden.

Kijk wat wij voor je kunnen betekenen als je bezoekersprofielen wilt opstellen door middel van een bezoekersonderzoek

In de blog MTO in de creatieve sector is uitgelegd wat een MTO is en wat het kan betekenen voor je organisatie. Hieronder een aantal tips om je resultaten in te zetten voor verbetering en groei van je organisatie.

  1. Laat je werknemers in het MTO verbeterpunten aandragen voor de organisatie. Zo heb je toepasbare tips, waarvan werknemers denken dat ze werken. Tevens hebben de werknemers inspraak en hoef je niet alles zelf te bedenken. Er zullen zaken zijn die je zelf waarschijnlijk niet ziet.
  1. Betrek je werknemers bij de verbeteringen. In het MTO hebben zij aangegeven hoe ze over zaken denken in de organisatie. Bespreek daarom de resultaten met de werknemers, bijvoorbeeld in een presentatie. Kijk hoe je ze kan betrekken bij het maken van verbeteringen. Laat zien dat je iets doet met de resultaten uit het MTO.
  1. Stel prioriteiten aan onderwerpen waarvan is aangegeven dat er verbeteringen liggen. Onderwerpen waar de medewerkers van hebben aangegeven er ontevreden over te zijn en prioriteit hebben, zullen als eerste aangepakt moeten worden.
  1. Bekijk welke verbeterpunten snel en makkelijk zijn te realiseren. Voer deze verbeterpunten als eerste door. Hiermee laat je aan je werknemers zien dat je de resultaten uit het MTO serieus neemt.
  1. Bekijk van de andere verbeterpunten wat realistisch is. Leg aan de werknemers uit wat wel en wat niet kan. Beargumenteer het. Wanneer aangedragen oplossingen niet realistisch zijn, bekijk dan hoe je het op een andere manier kunt realiseren.

Hier kun je lezen hoe wij als onderzoeksbureau kunnen helpen met een MTO binnen jouw organisatie

Een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) wordt veelvuldig toegepast in het bedrijfsleven, maar minder in de creatieve sector. Terwijl dit juist een goed instrument is om je bedrijf te laten groeien.

Je organisatie is afhankelijk van de mensen die er werken. En met deze mensen kun je meer bereiken als ze blij zijn met hun werk, hun creativiteit in goede banen kunnen leiden en ze betrokken zijn bij jouw organisatie. Bij een organisatie met meer medewerkers is het belangrijk om regelmatig te meten hoe het zit met de tevredenheid van je medewerkers. Op het gebied van creativiteit, hun werkzaamheden, werkomstandigheden, de communicatie, de cultuur, de beloning, flexwerken en het management.

Waarom een MTO

Met een MTO meet je wat er leeft onder de medewerkers. Op deze manier kunnen ze input geven aan het bedrijf: wat gaat er goed en wat kan beter? Maar ze geven ook aan wat belangrijk is en wat minder belangrijk is. Op die manier ga je gericht aan de slag gaan om processen, communicatie, werkomstandigheden, betrokkenheid te verbeteren in je organisatie. Wanneer de resultaten bekend zijn, kunnen deze met de OR of alle medewerkers gedeeld worden. Ga samen kijken hoe de resultaten omgezet kunnen worden naar acties en verbeteringen.

Een MTO is belangrijk voor een organisatie. Je weet niet alleen wat er leeft onder de medewerkers, maar je leest uit de resultaten waaraan gewerkt moet worden. Het helpt de organisatie richting geven om te groeien en hoe het beter ingericht kan worden. De resultaten helpen mede de organisatie te stabiliseren en te verstevigen. Wanneer de interne processen goed zijn geregeld, kun je groeien.

MTO in de creatieve sector

In de creatieve sector zijn andere factoren die een MTO uniek maken. Een belangrijk element dat meegenomen kan worden in een MTO, is creativiteit. In de creatieve sector is dit vaak het bestaansrecht van de organisatie en een reden van medewerkers om zich te binden aan een organisatie. Door te meten in welke mate medewerkers hun creativiteit kwijt kunnen, hoe creatieve processen verlopen en of werkprocessen ruimte bieden aan creativiteit, kun je medewerkers beter aan je organisatie binden en werkprocessen beter afstemmen. Beslissingen in de creatieve sector worden op een andere manier genomen dan in het bedrijfsleven. Andere argumenten worden gebruikt om veranderingen door te voeren. Dit komt niet altijd het proces, het product, de planning of de kwaliteit te goede. Door hier meer grip op te krijgen, kun je hier een betere balans in krijgen.

Wij kunnen je als onderzoeksbureau helpen met een MTO binnen jouw organisatie. Lees hier hoe: Medewerkersonderzoek

Wil je de potentie van je project of organisatie vergroten? Maak dan een SWOT analyse waarbij je een overzicht maakt van de kansen, bedreigingen, sterktes en zwaktes van jouw project of organisatie. Aan de hand van deze punten kun je je project of organisatie versterken.

Wat is een SWOT analyse en wanneer pas je deze toe?

Een SWOT analyse (ook wel sterkte-zwakteanalyse genoemd) is van oorsprong een bedrijfskundig instrument dat je gebruikt om intern de sterktes en zwaktes en extern de kansen en bedreigingen van een organisatie of project in kaart te brengen. Binnen de bedrijfskunde wordt een SWOT analyse vaak gemaakt als onderdeel van een ondernemersplan of om de markpositie van een bedrijf te bepalen. Op basis van de uitkomsten van de analyse kun je als bedrijf vervolgens een passende strategie bepalen.

Je kunt het instrument daarnaast ook gebruiken om kritisch naar je project te kijken door de huidige stand van zaken binnen een project inzichtelijk te maken. Ga je op dezelfde koers verder of is het beter om eerst wijzigingen door te voeren?

Opbouw van een SWOT-analyse

Bij het opstellen van een sterkte-zwakteanalyse, doorloop je een aantal stappen waardoor je inzicht krijgt in de potentie van een project of organisatie. Deze stappen zijn:

1. Sterke en zwakke punten

Breng zowel de sterke als zwakke punten van je organisatie of project in kaart. Hierbij kijk je naar de interne elementen. Vragen die je bijvoorbeeld kan stellen zijn:

 2. Kansen en bedreigingen

Maak een overzicht van de ontwikkelingen, gebeurtenissen en invloeden waar je project of organisatie mee te maken kan krijgen. Dit zijn de externe elementen. Vragen die je hierbij kunnen helpen zijn:

 3. Confrontatiematrix

Als je zowel de externe als interne elementen in kaart hebt gebracht, ga je ze tegenover elkaar zetten in een confrontatiematrix (zie onderstaande afbeelding). De sterktes en zwaktes zet je in de bovenste rij en de kansen en bedreigingen in de onderste rij. Wanneer je dit gedaan hebt maak je een overzicht van de meest belangrijke kwesties.

 4. Strategieën

Ten slotte ga je de belangrijke kwesties omzetten in een strategie voor je project of organisatie. Zorg ervoor dat je gestelde doelen realistisch en haalbaar zijn zodat je er gelijk mee aan de slag kan.

Wil je meer weten over het evalueren van je project? Lees dan ook de blog: evalueren om je project te verbeteren.

Creativiteit, ofwel creatief denken en handelen, is één van de 21st-century skills waaraan je tegenwoordig niet meer kunt ontkomen. Leerlingen in het onderwijs worden er al voor klaargestoomd, maar de vaardigheid is ook van groot belang in organisaties. Iedereen is op een andere manier creatief: uitvoerend, bedenkend, oplossend, et cetera.

Creativiteit op scholen

Sinds 2015 doe ik onderzoek naar creativiteit. Ik startte met een onderzoek voor de Stichting Cultuur Eindhoven, waarbij we de creativiteit van leerlingen van groep 8 in beeld hebben gebracht en gevolgd. De scholen boden verschillende programma’s aan met extra aandacht voor cultuureducatie of techniekeducatie. Ik ben gaan kijken of je creativiteit kunt meten en wat je met zo’n instrument kan doen.

TNO[1] heeft in 2015 in opdracht van het ministerie OCW een instrument ontwikkeld waarmee gemeten kan worden hoe creatief iemand is aan de hand van zeven indicatoren en daarnaast in hoeverre de ontwikkeling van creativiteit gestimuleerd wordt (drie indicatoren).


De zeven indicatoren voor creatief vermogen zijn:

✔ Nieuwsgierig

Volhardend

Vindingrijk

Interacterend met anderen

Output gericht

Trots op werk

Anders durven zijn

De drie indicatoren voor het ontwikkelen van creatief vermogen zijn:

✔ Richting

✔  Ruimte

✔  Ruggenspraak

Maar wat kun je nu met deze indicatoren? Deze indicatoren zijn inmiddels vertaald in een gevalideerde vragenlijst. Met deze vragenlijst kun je leerlingen dus scoren op deze tien indicatoren. En dat biedt allerlei opties.

Maatwerk aanbieden aan leerlingen

Allereerst kun je de creativiteit van de leerlingen (of andere personen) in beeld brengen, bijvoorbeeld met een spinnenwebgrafiek. Hiermee zie je waarin iemand goed is en waarin minder goed. Aan de hand hiervan kun je de opdrachten en begeleiding die je geeft aanpassen. Het onderzoek van TNO heeft negen prototypische profielen onderscheiden:

  1. Creatief vaardig: deze personen scoren gemiddeld op alle aspecten. Ze kunnen nog vaardiger worden.
  2. Creatief vaardig 2: zij scoren net boven gemiddeld op alle aspecten, maar lager op anders durven zijn. Ze zijn creatief vaardig, maar blijven niet altijd eigen ideeën volgen als anderen het beter weten.
  3. Conformist: deze scoren gemiddeld op alle aspecten, maar aanzienlijk lager op anders durven zijn. Ze zijn nieuwsgierig, en vindingrijk, maar komen niet op voor de eigen ideeën.
  4. Snelle starter: deze scoort hoger dan gemiddeld op de aspecten anders durven zijn en volhardend zijn. Scoort lager op nieuwsgierig- en vindingrijkheid. Volgt de opdracht en zet door als het moeilijk wordt, maar neemt geen tijd om nieuwe ideeën te verzinnen.
  5. Minder creatief vaardig: scoort lager dan gemiddeld op alle aspecten. Anders durven zijn is nog lager. Krijgt geen ruimte om creatief te zijn of heeft een minder creatief vermogen.
  6. Zeer creatief vaardig: zij scoren op alle aspecten hoger dan gemiddeld. Ze benaderen opdrachten op een creatieve manier en zetten verschillende aspecten in.
  7. Dromer: scoort hoger dan gemiddeld op nieuwsgierig, vindingrijk en anders durven zijn. Heeft een lagere score op interacteren met anderen. Zij vergeten anderen in hun denken en staan minder open voor bijsturing.
  8. Creatief totdat het moeilijk wordt: deze personen scoren gemiddeld, behalve op volhardend. Deze score is lager. Ze scoren bovengemiddeld op anders durven zijn. Ze gaan door als anderen het geen goed idee vinden. Maar haken af als het moeilijk is of onzeker of het wel zal lukken.
  9. Authentiek: deze personen scoren lager dan gemiddeld op alle aspecten. Op anders durven zijn juist hoger. Worden gedreven door zich te willen onderscheiden en het op een eigen manier te doen. Minder door mogelijkheden van een opdracht of de feedback van anderen.

Ontwikkeling per leerling in beeld brengen

Ten tweede kun je door de vragenlijst vaker af te nemen, de ontwikkeling op het gebied van creativiteit in beeld brengen. Bijvoorbeeld door (half)jaarlijks de vragenlijst af te nemen en de score van de zeven indicatoren in een spinnenweb naast elkaar in beeld te brengen.

Feedback voor de begeleiders en leerkrachten

Door de scores op de drie indicatoren voor het ontwikkelen van creatief vermogen in beeld te brengen, zie je wat de leerlingen aangeboden krijgen. Geeft de begeleider of leerkracht richting, ruimte en ruggenspraak? In welke mate wordt dit gedaan? Dit geeft de begeleider of leerkracht inzicht in wat hij/zij doet en daarmee de mogelijkheid dit te verbeteren.

Impact in beeld brengen

Als je de creatieve ontwikkeling van leerlingen die aan een bepaald project meedoen in beeld brengt, zie je op welke indicator(en) dat project impact heeft. Hiervoor wordt de vragenlijst voor aanvang en na afloop van het project afgenomen. Je kunt op individueel niveau zien of en in welke mate de zeven indicatoren van creativiteit zijn toegenomen. Als je werkt met alle tien de indicatoren zie je ook of je alle faciliteiten aanbiedt die nodig zijn om creativiteit te ontwikkelen.

Observeren

Het is natuurlijk ook mogelijk om leerlingen en begeleiders te observeren op deze indicatoren. Het rapport van TNO biedt geen observatielijst, maar wel voldoende aanknopingspunten om deze te maken.. Dit kun je ook doen om leerlingen en begeleiders individueel te observeren en scoren. Deze observaties kun je op dezelfde manieren inzetten als de vragenlijst: om maatwerk te bieden, de ontwikkeling in beeld te brengen, feedback te geven aan begeleiders en leerkrachten en de impact van projecten in beeld te brengen.

Creativiteit in organisaties

De negen creativiteitsprofielen zijn ook bruikbaar voor organisaties om te achterhalen welk creatief vermogen je in huis hebt. Aan welke competenties moet nog gewerkt worden om de organisatie klaar te stomen voor de toekomst?

Waarom is creativiteit in een organisatie belangrijk?

Creativiteit is natuurlijk van belang voor creatieve beroepen, zoals architecten, ontwerpers en kunstenaars. Maar creativiteit is ook nodig in andere sectoren voor het ontwikkelen van nieuwe ideeën, innovatie, het bedenken van originele oplossingen en het ontwikkelen van nieuwe producten, processen of businessmodellen. Om in te blijven spelen op een continu veranderende wereld heb je creativiteit hard nodig. Het aanpassen aan de gevolgen van het COVID-19-virus is een voorbeeld hiervan.

Waarom wil ik weten wat voor creativiteitsprofielen ik in huis heb?

Creatief denken en handelen zorgt ervoor dat je nieuwe en/of ongebruikelijke maar toepasbare ideeën voor bestaande vraagstukken vindt. Dit kan op allerlei vlakken, bijvoorbeeld via creatieve technieken, denken buiten de lijntjes, risico’s durven nemen, onderzoeken en leren van fouten. Wil je aan competenties werken, dan moet je eerst weten welke profielen je in je organisatie hebt. Vervolgens kun je bouwen aan je organisatie en creativiteit stimuleren.

Hoe kan ik creativiteitsprofielen in mijn bedrijf meten?

Het ‘meten’ van creativiteit is ook interessant voor organisaties. Je kunt zo kijken in welk prototypisch profiel iemand valt en je krijgt tips waar diegene mee aan de slag kan om zijn creativiteit te vergroten. Door de creativiteit van alle medewerkers in een team, afdeling of organisatie in beeld te brengen, kun je zien of medewerkers elkaar aanvullen, welke aspecten van creativiteit ondervertegenwoordigd zijn, hoe je de beste teams samenstelt en waaraan je als team, afdeling of organisatie kunt werken om klaar te zijn voor de toekomst.

Wanneer je iemand een test laat maken, zal je ook zien dat deze op sommige punten beter scoort dan andere. Waar het ene aspect in ‘de aard van het beestje’ zit, kan het andere getraind worden. Je kunt bijvoorbeeld oefenen om feedback te geven en te ontvangen.

Samenstellen van Teams

Tegenwoordig worden steeds vaker testen gedaan om te kijken wat voor type mensen in een team zitten. Zelfs bij ons op kantoor hebben we de creativiteitstest gedaan.  Met een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) kun je ook meten hoe creatief je personeel is. MTO’s zijn er in verschillende soorten en maten. Voor organisaties is het interessant om in een MTO een gedeelte over creativiteit terug te laten komen.

Iedereen is op zijn eigen manier creatief. Als je weet waar iemand sterk in is, kun je dit beter inzetten en stimuleren. Hiervoor moet je zijn creativiteit in beeld brengen. Met deze gegevens kunnen wij medewerkers indelen in bepaalde prototypische profielen en aan de hand daarvan tips en tricks op maat geven per medewerker.

Wanneer je een team gaat samenstellen, wil je een mix van een aantal profielen. Je wilt personen die met andere ideeën komen en medewerkers die openstaan voor andere ideeën. Maar ook personen die nog vaardiger willen worden. Door een mix van profielen in je team daag je de teamleden uit zich verder te ontwikkelen.

Aan de hand van resultaten op het gebied van de creatieve omgeving kunnen we tips geven hoe deze optimaler in te richten, zodat de medewerkers kunnen groeien in hun creativiteit. Daarnaast kunnen teams op basis van de verschillende creativiteitstypen beter samengesteld worden, waardoor medewerkers elkaar aanvullen en versterken.

Ben je nieuwsgierig geworden hoe creatief je medewerkers zijn, neem hier contact op met ons en dan kijken we wat we voor je kunnen betekenen. Een MTO is belangrijk omdat je organisatie afhankelijk is van de mensen die er werken. Wanneer zij blij zijn, hun creativiteit kwijt kunnen en zich betrokken voelen bij je organisatie, kun je jouw doelen veel beter behalen.

[1] Stubbé, H.E. Jetten, A.M. Paradies, G.L. en Veldhuis, G.J. (2015) Creatief Vermogen - de ontwikkeling van een meetinstrument voor leerlingen op school, TNO-Soesterberg

De betrouwbaarheid van een onderzoek vertelt in hoeverre de bevindingen te vertalen zijn naar een groter geheel. Dus of de uitkomsten representatief zijn voor de gehele groep en niet alleen de bevraagden. Bij kwantitatief onderzoek gaat dat over aantallen: het betrouwbaarheidspercentage en de juiste steekproef van de onderzoekspopulatie. Lees hiervoor mijn blog Wat betekent betrouwbaarheid?

Bij kwalitatief onderzoek gaat betrouwbaarheid over het spreken van de juiste personen. Bij (groeps)interviews spreek je vaak met belangrijke spelers in het veld, deelnemers, samenwerkingspartners of andere belanghebbenden. Zorg dat je verschillende mensen spreekt met verschillende standpunten. Je moet je vraagstuk van verschillende kanten kunnen bekijken. Kies je gesprekspartners dus bewust.

Bij literatuurstudie is het belangrijk dat je in de volledige breedte kijkt naar de literatuur. Kijk naar verschillende standpunten en theorieën. Niet alleen theorieën die jouw standpunt onderbouwen, maar kijk ook naar criticasters.

Daarnaast is het vastleggen van je gegevens heel belangrijk. Maak verslagen van je gesprekken, zodat anderen terug kunnen lezen wat gezegd is. Houd bij een literatuurstudie je literatuurlijst goed bij.

Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring.
© 2022 – 2025 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone