We werken regelmatig voor musea die werken met bezoekersprofielen. Door middel van een bezoekersonderzoek kom je namelijk veel te weten over je bezoekers. Met de resultaten van diverse vragen kun je je bezoekers indelen in verschillende profielen. Je kunt de profielen zelf bedenken naar aanleiding van de resultaten, maar er zijn ook bestaande profielen waar je je bezoekers in kunt delen. In deze blog vertel ik je meer over aantal bestaande bezoekersprofielen.

Whize segmentatie

Een van de profielen is Whize, beter bekend als de Mosaic profielen. Het bestaat uit 11 segmenten en 59 sub segmenten. Elk segment is een soort huishouden. Er wordt hierbij gekeken naar de demografische, socio-economische kenmerken, de levensstijl, cultuur gedrag en de mentaliteit. Vaak wordt er gekeken welke profielen bij de organisatie passen en wordt daar beleid op aangepast.

Mentality-model motivaction

Bij het mentality-model van Motivation worden mensen ingedeeld naar hun levensinstelling. Er zijn 8 sociale milieus waarin mensen worden ingedeeld. Mensen worden ingedeeld naar aanleiding van persoonlijke opvattingen en waarden. Mensen uit hetzelfde milieu delen waarden op het gebied van werk, vrije tijd en politiek. Ze hebben ook overeenkomstige ambities en aspiraties. Elk milieu heeft zijn eigen leefstijl en koopgedrag.

BSR-model

Het BSR-model ontrafelt drijfveren van mensen en wat er moet gebeuren om mensen tot actie over te zetten. Het model kent vier leefstijlen waarin de eigen manier van leven centraal staat. Dit model vertelt over wat je moet doen en waarom je dat moet doen. Door middel van een database hebben ze heel Nederland in kunnen delen in vier groepen: vitaal, harmonieus, controlerend en zekerheid.

Leefstijlvinder

De leefstijlvinder is gebaseerd op het BSR model en verder is ontwikkeld richting vrije tijd en vakantie. Hierin worden de behoeften van mensen meegenomen op het gebied van vrije tijd en vakantie. Ook deze maakt gebruik van een database waardoor ze weten welke groepen er waar in Nederland wonen. Op deze manier kun je gericht marketing gaan voeren op de juiste doelgroepen.

Meer profielen

Er zijn nog meer bezoekersprofielen waar mee gewerkt kan worden. Daarom is het belangrijk om goed te kijken wat je van je bezoekers moet weten en welk profiel daar het beste bij aansluit. Echter kun je de profielen vaak niet zomaar gebruiken, omdat deze zijn ontwikkeld door onderzoeksbureaus en zij de database hebben. Het is ook mogelijk om zelf bezoekersprofielen op te stellen en wij helpen je daar graag bij met een publieksonderzoek.

Wij doen een aantal keer per jaar een bezoekersonderzoek. Voor ons is het fijn als de opdrachtgever van te voren al heeft nagedacht over het bezoekersonderzoek. Hier een aantal punten waar je op moet letten als je een bezoekersonderzoek wilt gaan doen.

Welke informatie wil je verzamelen?

Als je een bezoekersonderzoek gaat starten is het goed om van te voren duidelijk te hebben welke informatie je nodig hebt. Maak een lijst met onderwerpen waar je meer informatie over wilt hebben en die je nodig hebt om je doelen beter te bereiken. Dus niet onderwerpen die leuk zijn om te weten, maar vooral onderwerpen die je moet weten om verder te kunnen.

Je kunt er dan voor kiezen om zelf onderzoeksvragen op te stellen of doe dat samen met een onderzoeksbureau. Door deze lijst moet je goed nadenken wat je wilt weten en wat je uiteindelijk moet gaan vragen.

Soort onderzoek

Er zijn verschillende soorten onderzoek die je kunt doen bij je bezoekers. Denk hierbij aan een vragenlijst na afloop van het bezoek. Of ga je bezoekers observeren en kijk hoe ze reageren op je tentoonstelling. Maak gebruik van een kort interview, zodat je diepgaande informatie krijgt. Of een scheurkaartje als je maar een paar vragen hebt die beantwoord hoeven te worden. Natuurlijk kunnen er van bovenstaande methodes ook een combinatie worden gemaakt, zodat je voldoende informatie van je bezoekers krijgt.

De doelgroep

Misschien wel een van de belangrijkste zaken waar je op moet letten, je doelgroep. Je moet goed nadenken hoe je de doelgroep bereikt en hoe je ze een vragenlijst in laat vullen. Komen er voornamelijk oudere mensen, gebruik dan een papieren vragenlijst of ga ze interviewen. Deze mensen hebben vaak net wat meer tijd. Bij een jongere doelgroep zou je juist gebruik kunnen maken van een online vragenlijst die ze op de telefoon in kunnen vullen. Bedenk daarom goed wie je doelgroep is en hoe je die kunt bereiken.

Begeleiding

Wanneer je bezoekers zelf een vragenlijst in laat vullen, vullen de mensen bezoekers het niet in of onvolledig. Het is daarom goed om een vrijwilliger, medewerker of student in te zetten die de bezoekers actief aanspreekt om een vragenlijst in te vullen. Wellicht kan diegene de bezoeker helpen om de vragenlijst in te vullen. Op deze manier vergroot je de respons op je onderzoek. Waar alle respondenten vrolijk van worden is een kleinigheidje als ze de vragenlijst hebben ingevuld. Als er iets tegenover staat, zijn bezoekers eerder geneigd iets in te vullen. Al is het maar een coupon voor een kopje koffie/thee.

Al enige tijd loop je met een idee, een idee waarvan jij denkt dat het een succes gaat worden. Maar denkt iedereen daar zo over? Ga je het idee zomaar uitvoeren of ga je toch maar navragen aan een aantal mensen of het daadwerkelijk een goed idee is? Wanneer je besluit dat je het gaat navragen, begin je een marktonderzoek.

Het doel van een marktonderzoek doen is erachter komen of er potentie is voor een idee, dat kan een product zijn, maar ook een dienst. Met een marktonderzoek ga je vragen stellen aan de doelgroep van je idee. Als eerste ga je goed nadenken over wie je doelgroep is, waar je de doelgroep vindt en hoe je de doelgroep kunt bereiken. Daarna is het belangrijk dat je goed bedenkt wat je de doelgroep gaat vragen. Vraag naar het probleem wat jij denkt op te lossen en wat er belangrijk is bij een oplossing. Vraag wat ze in het verleden hebben gedaan en hoe ze dat hebben gedaan. Wat beviel goed en wat niet? Maar stel ook vragen over de doelgroep, over concurrenten en trends in de markt.

Je marktonderzoek kun je op verschillende manieren doen. Je kunt gebruik maken van een vragenlijst, het nadeel is dat je dan niet door kunt vragen waarom mensen het antwoord geven. Ik adviseer interviews te houden want dan laat je je doelgroep hun eigen woorden gebruiken. Daarnaast kun je doorvragen en zo achter gedragingen komen van de doelgroep.

Door het marktonderzoek krijg je het antwoord op de vraag of er potentie is voor je idee. Hoe meer informatie je kunt verzamelen hoe beter je een besluit kunt nemen of je doorgaat met je idee of er toch afscheid van moet nemen. Dit voordat je er veel tijd, energie en eventueel geld in hebt gestoken.

Wanneer je interviews afneemt kun je veel te weten komen. Je verzamelt voornamelijk kwalitatieve data. (Er zijn enkele trucjes om ook kwantitatieve data te verzamelen.) Nog voordat je interview start, is het van belang dat je je interviewvragen goed gedefinieerd hebt. Want vragen stellen doe je niet voor de lol: ze moeten uiteindelijk antwoord geven op de hoofdvraag van je onderzoek. Daarom geef ik je tips hoe je je interviewvragen zo goed mogelijk vormgeeft:

  1. Zorg dat je helder geformuleerde hoofd- en deelvragen paraat hebt.
  2. Stel vragen op die aansluiten bij je hoofd- en deelvragen. Om er zeker van te zijn dat je ze allemaal kunt beantwoorden, zet je achter iedere vraag bij welke hoofd- of deelvraag de vraag aansluit.
  3. Zet de vragen op een logische volgorde waarmee je overlap voorkomt.
  4. Voorzie je interviewvragen van een introducerende tekst. Hierin staat waarom deelnemers worden geïnterviewd en hoe lang het interview duurt.
  5. Formuleer je vragen zo, zodat de geïnterviewde ze begrijpt. Je kunt dit testen door het protocol te oefenen met je collega. Zo merk je ook of je vragen in de juiste volgorde gesteld worden.
  6. Zorg dat je vragen objectief worden gesteld. Hierdoor voorkom je vooroordelen die ertoe leiden dat het onderzoek de verkeerde antwoorden geeft en blijft er ruimte om door te vragen tijdens je interview. Vooroordelen komen voor als je leidende vragen stelt zoals ‘Vind je ook niet dat’, ‘zou je…?’ of ‘Klopt het dat…?’.
  7. Zorg ervoor dat er ruimte is om verdiepende vragen te stellen. Verdiepende vragen beginnen met ‘waarom’, ‘hoe’, ‘wat’ en ‘wie’. In deze vragen vind je dé ‘goudklompjes’ die speciale inzichten voor je onderzoek opleveren.
  8. Stel een afsluitende tekst op met uitleg over wat er met de uitkomsten van het gesprek gebeurt.

Tot slot wil ik je meegeven dat het belangrijk is om objectief te blijven tijdens het interview. Je eigen mening speelt hierin geen rol. Zorg ervoor dat de geïnterviewde zijn eigen verhaal kan vertellen.

Meer tips om je interview goed voor te bereiden? Lees dan mijn blog ’10 tips om een interview voor te bereiden’ of ’15 tips voor een goed interview’.

Stel je wilt een onderzoek doen onder een doelgroep die uit wel 10.000 mensen bestaat, moet je dan alle 10.000 mensen spreken om tot de juiste resultaten te komen? Zeker niet, slechts een deel van de onderzoekspopulatie hoeft mee te doen aan jouw onderzoek om tot representatieve resultaten te komen. Ik vertel je wat representativiteit inhoudt en wanneer iets representatief is.

Representativiteit houdt de mate in waarin de respondenten uit een steekproef een goede afspiegeling vormen van de doelgroep van je onderzoek. Je onderzoek is hierdoor representatief, wat betekent dat de eindconclusie van je onderzoek kloppend is voor ‘iedereen’ in je onderzoekspopulatie.

Een steekproef

Wanneer je een onderzoekspopulatie van 10.000 mensen hebt, zal je uiteindelijk 400 mensen moeten spreken om tot de mening van de grotere groep te komen. Dit houdt niet in dat je maar 400 mensen hoeft te benaderen. Je hebt te maken met een responspercentage. Dit is het percentage mensen dat meedoet aan je onderzoek. Je responspercentage is afhankelijk van het onderwerp dat je onderzoekt, hoe gemakkelijk en leuk het is om mee te doen aan jouw onderzoek en wat mensen ervoor terug krijgen. Ik ga vaak uit van 30% omdat ik vaak naar leuke onderwerpen onderzoek mag doen en inmiddels ervaring heb met het gemakkelijk maken van meedoen aan een onderzoek en ik de opdrachtgever vraag voor een leuk cadeautje voor de mensen die meedoen met het onderzoek. Tips om je respons te verhogen

Doordat niet iedereen mee zal doen aan je onderzoek zal je dus een grotere steekproef moeten trekken. Als je 400 respondenten nodig hebt en je uitgaat van een responspercentage van 30% heb je een steekproef van 400/30%=1.333 mensen nodig trekken.

Wanneer je een onderzoek doet moet je er rekening mee houden dat hoe kleiner de onderzoekspopulatie wordt, hoe groter het aantal respondenten wordt om tot representatieve eindresultaten te komen. Soms is echter de input die respondenten geven waardevoller dan de hoeveelheid mensen die meedoen. Je hebt het dan over kwalitatief onderzoek. In sommige gevallen kan het belangrijker zijn om te focussen op de resultaten van het onderzoek dan de representativiteit. Lees hierover meer in mijn blog ‘Kwalitatief en kwantitatief onderzoek: wat is wat?’.

Wil je weten hoeveel respondenten je nodig hebt voor jouw onderzoekspopulatie: ga dan naar een steekproefcalculator. Vaak geven deze ook meteen aan hoeveel mensen je moet benaderen in je steekproef.

Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring met anderen via haar laagdrempelige digitale cursussen en e-books.
© 2022 – 2024 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone