In steeds meer gemeentes werkt tegenwoordig een cultuurcoach of combinatiefunctionaris. Er wordt hiervoor gekozen omdat een schakel nodig is culturele […]
Het is niet altijd nodig om iedereen te spreken om een representatief beeld te krijgen. Zeker bij grote aantallen, zoals bijvoorbeeld het stemgedrag van alle Nederlanders, wordt een representatieve steekproef getrokken. In een representatieve steekproef zitten voldoende respondenten (let op uitval: niet iedereen in de steekproef zal meewerken aan je onderzoek) en hierin zitten alle deelgroepen vertegenwoordigd (mannen-vrouwen, jong-oud, ...).
Twee manieren
Je kunt je steekproef trekken uit een databestand met adressen (en achtergrond kenmerken), bijvoorbeeld vanuit de ticketbestelservice (theater) of een gekocht adressenbestand. Je kunt ook mensen rechtstreeks vragen voor je bezoek, bijvoorbeeld bij de entree/uitgang van een museum/theater. Hierbij bepaal je op een objectieve manier wie gevraagd wordt, bijvoorbeeld door elke 5de persoon te vragen.
Drie stappen
1. Om er voor te zorgen dat je steekproef groot genoeg is, moet je eerst weten hoeveel mensen minimaal aan je onderzoek mee moeten werken. Dit is afhankelijk van de grootte van je onderzoekspopulatie, de betrouwbaarheid die je nastreeft en de foutenmarge die je wilt accepteren. Het berekenen van je benodigde steekproefgrootte doe je met een steekproefcalculator.
2. Vervolgens moet je bekijken hoe groot de kans is dat mensen meewerken aan je onderzoek. Mensen op straat zullen minder snel meewerken aan je onderzoek, dan als ze affiniteit hebben met het onderwerp (bijvoorbeeld het theater dat ze regelmatig bezoeken) of de vragenlijst klassikaal wordt afgenomen. Aan de hand hiervan bepaal je hoeveel mensen je moet vragen.
3. Daarna ga je kijken of je subgroepen hebt in je onderzoekspopulatie. Je kunt hier rekening mee houden bij het trekken van de steekproef of hier achteraf op controleren en voor corrigeren. Als je hier vooraf rekening mee houdt, trek je een selecte steekproef. Je kijkt met welke subgroepen je rekening wilt houden en hoe groot deze groepen zijn. Het makkelijkste gaat dit als je databestand hebt met adressen en kenmerken. Maar ook als je respondenten direct benaderd (zoals bij de entree van het museum) kun je hier rekening mee houden (alleen mannen vragen of mjk-houders).
Als je achteraf controleert op een juiste vertegenwoordiging van de subgroepen, trek je een a-selecte steekproef. Bij de ingevulde vragenlijsten, ga je kijken of alle subgroepen evenredig vertegenwoordigd zijn.
Meer weten over het meten van effecten? Lees hier hoe ik je hierbij kan helpen!
In steeds meer gemeentes werkt tegenwoordig een cultuurcoach of combinatiefunctionaris. Er wordt hiervoor gekozen omdat een schakel nodig is culturele […]
Om diverse redenen kan het in een onderzoek voorkomen dat je meer vragen stelt over hetzelfde begrip. De analyse van […]
Je hebt een bezoekersonderzoek gedaan en dan? Je hebt een bezoekersonderzoek uitgezet, je hebt voldoende respons en de resultaten van […]
In deze blog richten we ons op kwantitatief onderzoek waarbij via een vragenlijst data wordt verzameld, meestal door gebruik te […]