Om diverse redenen kan het in een onderzoek voorkomen dat je meer vragen stelt over hetzelfde begrip. De analyse van al die vragen kan ingewikkeld zijn. Om de resultaten inzichtelijker te maken, is het samenvoegen van de items tot een schaal behulpzaam. Je voegt dan de verschillende items samen tot een nieuwe variabele: de schaal. Waarom doe je dit en op welke manier?
Het is slim om een onderwerp op een paar manieren te bevragen, omdat:
Als je items wilt samenvoegen, geef je alle respondenten een score op de nieuwe schaal. Er zijn verschillende manieren om dit te doen:
De inhoud staat voorop bij het construeren van een nieuwe schaal. Rekentechnisch kun je allerlei variabelen samenvoegen, maar het moet inhoudelijk en onderzoekstechnisch wel verantwoord zijn om dat te doen.
Vergeet niet om de validiteit en betrouwbaarheid van de schaal te onderzoeken.
Bij het opstellen van een vragenlijst of enquête kun je gebruik maken van verschillende soorten vragen. In deze blog een greep uit de mogelijkheden:
De meest gekozen vraag is de meerkeuze vraag. Hierin geef je de respondent een aantal antwoordopties. Je kunt er zelf voor kiezen hoeveel antwoordmogelijkheden er zijn. Echter moet je niet te veel antwoordopties nemen, dat komt namelijk niet ten goede van je resultaten. Beter gebruik je de optie ‘anders namelijk …’, daar kunnen mensen een antwoordmogelijkheid opgeven als deze er niet tussen staat. Bij een meerkeuze vraag kun je er voor kiezen dat de respondent 1 antwoordmogelijkheid mag opgeven of meerdere opties.
Voorbeeld:
Wat is je favoriete taartvulling?
Bij een grid maak je een matrix met verschillende opties. In de rijen zet je stellingen en in de kolommen de antwoordmogelijkheden. Op deze manier kun je met één vraag meerdere vragen beantwoorden. Verder kun je vragen terug laten komen, alleen dan op een andere manier beschreven of negatief geformuleerd. Op deze manier kun je testen hoe serieus de respondent de vragenlijst heeft ingevuld.
Voorbeeld:
Wat vond je van de chocoladetaart:
Een slider gebruik je bij vragen met een beoordelingsschaal, bijvoorbeeld 1 t/m 10. De respondent kan de slider verzetten naar het juiste getal. Het is belangrijk dat je de respondent uitlegt wat de waarde van de cijfers zijn op de schaal. Is 1 goed of is juist 10 goed. De slider kun je ook gebruiken bij de vraag hoe waarschijnlijk iemand iets vind. Aan de linkerkant zet je helemaal niet en aan de rechterkant heel erg, je laat de respondent dan de slider verzetten naar het punt dat degene het vindt.
Voorbeeld:
Hoe blij ben je met je taart?
Deze vraag kun je aan de respondent stellen als je wilt weten hoe ver iemand is. Je vraagt aan de respondent in te schatten hoeveel procent er af is. Hiervoor kun je ook een slider gebruiken of je laat de respondent het percentage ingeven.
Voorbeeld:
Hoeveel van de taart is op?
0% = niks verbruikt
100% = alles verbruikt
Vul hier het percentage:
Bij deze vraag geef je de respondent om een aantal punten toe te kennen aan verschillende onderdelen. Je geeft de respondent 10 punten en die mogen verdeeld worden over de verschillende onderdelen. Bij de analyse kun je dan uitrekenen wat de gemiddeldes zijn of welk onderdeel het meeste punten heeft gescoord. Op deze manier kun je zien hoe de respondenten de verschillende onderdelen waarderen.
Voorbeeld:
Verdeel 10 punten over wat je favoriete taart is, waarbij je de meeste punten geeft aan je meest favoriete taart en de minste punten naar je minst favoriete taart.
Chocoladetaart | ___ punten |
Appeltaart | ___ punten |
Kersenvlaai | ___ punten |
Slagroomtaart | ___ punten |
Totaal | 10 punten |
Bij ranking vraag je de respondent om een aantal onderdelen op volgorde van waardering of belang te zetten. Zo zie je welke onderdelen belangrijk zijn of goed worden gewaardeerd door je respondenten. Op deze manier weet je welke onderdelen nog extra aandacht nodig hebben.
Voorbeeld:
Zet de volgende onderdelen van taart op volgorde van bepalend voor je oordeel, waarbij 1 het meest belangrijk is.
___ Deeg
___ Vulling
___ Versiering
___ Afmeting
___ Smaak
Er zijn nog veel meer vragen mogelijk, maar met deze selectie kun je al meer variëren in je vragen. Door te variëren, maak je het ook leuk voor je respondent om de vragenlijst in te vullen. Ze moeten goed lezen en opletten wanneer ze de vragenlijst invullen. Zorg er ook voor dat je vragenlijst niet te lang wordt door slim te kiezen in de soort vraag, kun je wel veel informatie ophalen.
Regelmatig krijgen we de vraag of we mee willen kijken naar een vragenlijst. We krijgen dan een enorme vragenlijst met veel te veel vragen. Dat is natuurlijk begrijpelijk, want je wilt zoveel mogelijk informatie krijgen van je respondenten. Maar hoe lang mag een vragenlijst nu zijn? Wij hebben hiervoor een aantal stelregels die wij zelf altijd toepassen.
Wanneer wij een vragenlijst opstellen mag die niet langer zijn dan 3 à 4 A4. Niet alleen om de inhoud maar ook om praktische redenen. Je kunt het makkelijk printen op 2A4 voor en achterkant. Het blijft overzichtelijk voor degene die het invult.
Door de beperking van ruimte moet je ook prioriteiten stellen aan de vragen die je wilt stellen. Bedenk daarom goed van te voren welke vragen echt van belang zijn en welke vragen alleen maar ‘nice to know’ zijn. Het ligt natuurlijk aan het soort vragen, hoeveel vragen dat het zijn. Hierbij gaat de volgende regel in werking.
Je hebt natuurlijk niet alleen vragenlijsten op papier, tegenwoordig heb je steeds meer vragenlijsten die je online invult. Hierbij (maar ook voor papieren vragenlijsten) hanteren wij de regel dat het niet langer dan 5 minuten mag duren. Dit is de tijd die je makkelijk van iemand kunt vragen om een paar vragen te beantwoorden. Langer kan natuurlijk wel, maar dan raakt de respondent de concentratie kwijt voor het invullen van de vragenlijst. Wanneer het te lang duurt zal de respondent halverwege stoppen met invullen en dan ben je de respondent kwijt. Maak de vragenlijst daarom niet te lang en makkelijk invulbaar. Dat betekent ook zo min mogelijk open vragen, maar wel de mogelijkheid om opmerkingen te maken.
De belangrijkste regel voor de lengte is je doelgroep. Het is daarom goed om voor jezelf op te stellen wie je doelgroep is en jezelf een aantal vragen te stellen. Hoeveel tijd heeft de doelgroep om een vragenlijst in te vullen? Welk medium gebruik de doelgroep om de vragenlijst in te vullen? Toch wel belangrijke vragen die de lengte van je vragenlijst bepalen. Oudere bezoekers in een museum hebben meer tijd om een vragenlijst in te vullen dan een jongeren die je op straat aanspreekt.
Natuurlijk zijn dit regels die wij hanteren en wij merken dat ze voor ons werken. Respondenten vullen makkelijk een kortere duidelijke vragenlijst in dan een lange uitgebreide vragenlijst. Bedenk daarom goed wat je wilt bereiken met je vragenlijst en welke informatie je nodig hebt.
Veel organisaties uit de culturele sector werken met vrijwilligers die in contact staan met bezoekers. Het is daarom fijn als zij tijdens een bezoekersonderzoek helpen bij het afnemen van vragenlijsten. In deze blog geven we je enkele tips om hier een succes van te maken.
Meer weten over vrijwilligers en wat te doen met feedback? Lees dan de blog Hoe verwerk je feedback van vrijwilligers.
Er zijn verschillende manieren om bezoekers te bevragen. Wij maken graag een combinatie van verschillende methodes. Eén methode op zich is natuurlijk ook voldoende om informatie te verkrijgen bij je bezoekers. De verschillende methodes hebben ook verschillende doelen. Wanneer kies je nou voor welke methode? Hieronder heb ik een kort overzicht gemaakt met het doel per methode.
Wij maken regelmatig combinaties van de verschillende methodes, omdat ze elkaar versterken. Zo kun je eerst je bezoekers observeren en ze daarna een vragenlijst laten invullen of juist een korte interview met ze houden. Zo zijn er vele mogelijkheden en wij denken graag met je mee. Benieuwd hoe we je kunnen helpen, kijk hier voor meer informatie.
Als je in een korte tijd veel informatie nodig hebt voor je onderzoek, is de kans groot dat je kiest voor een vragenlijst. Want dat is één van de voordelen van een vragenlijst als onderzoeksmethode: op een snelle manier bij veel respondenten veel informatie verzamelen. Maar wist je dat er ook andere manieren zijn om in korte tijd veel informatie te verkrijgen van je respondenten? Denk bijvoorbeeld aan een kort interview. Wij zetten de voordelen van een kort interview voor je op een rij en leggen je uit wat de verschillen zijn met een vragenlijst.
Bij een kort interview denken de meesten dat dit ontzettend veel tijd kost. Ook zou je het niet kwantitatief in kunnen zetten om te analyseren. Dit klopt niet helemaal. Een kort interview is namelijk absoluut in te zetten als kwantitatieve methode én veel tijd hoeft het niet te kosten. Zolang je maar goed bent voorbereid en weet wat je doet.
Stel vooraf aan je interview een gespreksprotocol met de interview vragen op. Denk goed na welke informatie je wilt verzamelen en zorg dat je de vragen niet te lastig en uitgebreid maakt. Houd hierbij in gedachte dat je interview maximaal 10 minuten mag duren.
Omdat je mensen fysiek spreekt, kun je doorvragen op bepaalde gegeven antwoorden. Zo weet je meteen de achterliggende gedachten van een bepaald antwoord en dat is vaak de informatie waar je naar op zoek bent. In tegenstelling tot een vragenlijst, waar snel sociaal wenselijk geantwoord wordt.
De antwoorden die je hebt verkregen uit je korte interview kun je onder andere vergelijken in een Excel bestand. Zo is het toch een kwantitatieve analyse en is het zelfs mogelijk om percentages uit te draaien. Dit is natuurlijk wel afhankelijk van je vragen. Heb je bijvoorbeeld een vraag waar men eigenschappen moet opnoemen, dan zie je eenvoudig welke eigenschappen er het vaakst genoemd zijn.
Met het invullen van een vragenlijst zijn respondenten ook al snel 10 minuten bezig. In dit tijdsbestek kun je ook makkelijk een kort interview doen en heb je zelfs nog meer informatie over waarom respondenten bepaalde antwoorden geven.
Heb je veel informatie nodig van je respondenten en kom je ook graag achter de achterliggende gedachten van bepaalde antwoorden? Overweeg dan zeker een kort interview in plaats van een vragenlijst. Maak hierbij ook gebruik van onze 15 tips voor een goed interview.
Al enige tijd loop je met een idee, een idee waarvan jij denkt dat het een succes gaat worden. Maar denkt iedereen daar zo over? Ga je het idee zomaar uitvoeren of ga je toch maar navragen aan een aantal mensen of het daadwerkelijk een goed idee is? Wanneer je besluit dat je het gaat navragen, begin je een marktonderzoek.
Het doel van een marktonderzoek doen is erachter komen of er potentie is voor een idee, dat kan een product zijn, maar ook een dienst. Met een marktonderzoek ga je vragen stellen aan de doelgroep van je idee. Als eerste ga je goed nadenken over wie je doelgroep is, waar je de doelgroep vindt en hoe je de doelgroep kunt bereiken. Daarna is het belangrijk dat je goed bedenkt wat je de doelgroep gaat vragen. Vraag naar het probleem wat jij denkt op te lossen en wat er belangrijk is bij een oplossing. Vraag wat ze in het verleden hebben gedaan en hoe ze dat hebben gedaan. Wat beviel goed en wat niet? Maar stel ook vragen over de doelgroep, over concurrenten en trends in de markt.
Je marktonderzoek kun je op verschillende manieren doen. Je kunt gebruik maken van een vragenlijst, het nadeel is dat je dan niet door kunt vragen waarom mensen het antwoord geven. Ik adviseer interviews te houden want dan laat je je doelgroep hun eigen woorden gebruiken. Daarnaast kun je doorvragen en zo achter gedragingen komen van de doelgroep.
Door het marktonderzoek krijg je het antwoord op de vraag of er potentie is voor je idee. Hoe meer informatie je kunt verzamelen hoe beter je een besluit kunt nemen of je doorgaat met je idee of er toch afscheid van moet nemen. Dit voordat je er veel tijd, energie en eventueel geld in hebt gestoken.