Wil je op een snelle manier kwantitatieve informatie verzamelen van een grote groep mensen? Dan kun je scheurkaartjes als onderzoeksmethode gebruiken. Het principe van scheurkaartjes werkt als volgt: Je geeft het publiek voor een voorstelling, tentoonstelling of andere activiteit een papiertje met een vraag/stelling erop. Door een scheurtje in het papiertje te maken geven zij aan het eens te zijn met de stelling of geven ze een cijfer op een schaal. Na de voorstelling, tentoonstelling of andere activiteit leveren ze het kaartje in bij de uitgang. Je kunt hierbij denken aan de filmbeoordelingen van IFFR.

Door gebruik te maken van scheurkaartjes kun je gemakkelijk en snel informatie van veel respondenten krijgen, waardoor je uitspraken kan doen over percentages en verhoudingen binnen de gehele onderzoeksgroep.  Je hebt een hoge respons met scheurkaartjes omdat voor respondenten een kleine moeite is om na afloop van een voorstelling of tentoonstelling een kaartje in te scheuren. Daarbij blijven de respondenten ook anoniem.

Het werken met scheurkaartjes als onderzoeksmethode is geschikt als je een eerste reactie van de onderzoeksgroep wilt achterhalen. Je kunt ten slotte maar 1 of 2 vragen stellen. Ben je op zoek naar uitgebreidere informatie? Dan is het slimmer om te kiezen voor een vragenlijst. Wil je juist meer diepgaande informatie en achterliggende motivaties achterhalen? Dan is het houden van interviews wellicht een betere onderzoeksmethode.

Veel mensen hebben geen grip op het begrip onderzoek. Dit maakt evalueren tot een taak die alsmaar wordt uitgesteld en wat meer als een verplichting voelt dan een gelegenheid om van je project of activiteit te leren. Vaak zie ik dat mensen wel degelijk open staan voor onderzoek (en om er zelf mee aan de slag te gaan), maar dat het nog een ver van hun bed show is. Door hen meer te leren over wat onderzoek inhoudt, en hen te laten zien dat het niet altijd zo ingewikkeld is als het lijkt, worden zij er steeds enthousiaster over.

Een voorbeeld is de tweedaagse cursus die ik heb gegeven aan de medewerkers van de afdeling educatie van een (inter)nationaal museum. Afgelopen voorjaar ben ik bij hen langs geweest om hen te leren wat onderzoek inhoudt: Je volgt een aantal logische stappen die je inzicht verschaffen in je doelbereik. De volgende thema’s komen aan bod om een goed onderzoek op te zetten:

Vervolgens zijn zij zelf aan de slag gegaan met hun eigen onderzoeken, waarna ik in het begin van de zomer terug ben gegaan om aan de hand van hun eigen verzamelde data de vervolgstappen samen door te nemen.

Door hen aan de hand van voorbeelden uit de eigen praktijk te leren onderzoeken, zie ik dat ze enthousiaster zijn geworden over evalueren en hebben zij meer begrip gekregen van wat je allemaal kunt met onderzoek. Hierdoor denk ik dat ze vaker en gemakkelijker hun exposities en activiteiten zullen monitoren en evalueren.

Wil je liever samen met je hele team meer leren over onderzoek? Dan behoort een in-company training ook tot de mogelijkheden.

Bij het organiseren en leiden van een groepsgesprek moet je met andere dingen rekening houden dan bij een individueel interview. Bij groepsinterviews heb je bijvoorbeeld te maken met groepsdynamiek waar je mee om moet gaan. Een aantal tips voor het houden van een groepsgesprek:

1. Begin op tijd met de organisatie van de groepsgesprekken. Anders loop je het risico dat niet voldoende mensen kunnen. Door het groepsinterview ruim van tevoren te plannen, heb je de grootste kans dat iedereen aanwezig kan zijn.

2. Laat iemand het verslag maken die daar ervaring mee heeft. Notuleren bij een groepsgesprek is namelijk ingewikkelder, omdat verschillende mensen aan het woord zijn.

3. Maak video- of geluidsopnamen van het interview als je niet zeker weet of de verslaggever het live bij kan houden bij het maken van een verslag. Zorg er dan voor dat de apparatuur vooraf aanwezig is en klaar staat.

4. Zorg ervoor dat je gesprekspartners zich op hun gemak voelen. Zorg voor een prettige ruimte, iets te drinken en een koekje.

5. Laat iedereen zich voorstellen, zodat de anderen ook weten met wie ze aan tafel zitten. Maak een plattegrond van de tafel met namen en functie / achtergrond als spiekbrief.

6. Zorg ervoor dat iedereen aan het woord komt.

7. Let op de lichaamstaal van de deelnemers.

8. Monitor de tijd en hou je aan de afgesproken tijd. Het is vervelend als je een deel van je vragen niet hebt kunnen stellen.

9. Leg uit wat er gebeurt met de uitkomsten van het gesprek. Ook wat je doet met het verslag dat van het gesprek wordt gemaakt (bv de geluidsopname). Gebruik je dat alleen om zelf iets op te kunnen zoeken of wordt het ook gepubliceerd. Koppel het verslag in het laatste geval in ieder geval terug.

10. Vat tijdens het interview samen en koppel het gezegde terug naar de groep om er zo verzekerd van te zijn dat je het goed begrijpt.

 Meer tips over interviewen? Lees dan ook mijn andere blog: Hoe maak je het respondenten zo gemakkelijk mogelijk?

English flag Click on the flag to read this article in English

In vorige blogs heb ik beschreven hoe je tot de juiste onderzoeksvraag komt en hoe je de juiste onderzoeksmethode kiest. De volgende stap in het onderzoeksproces is de dataverzameling. Bij het verzamelen van data zijn er een aantal dingen waar je rekening mee moet houden. Ik geef je wat tips:

Jongeren vormen een belangrijke doelgroep voor veel organisaties en projecten. Of het nu gaat om sportactiviteiten, culturele programma's of sociale initiatieven, het is van essentieel belang om te begrijpen hoe jongeren denken en voelen over deze activiteiten. Hierbij spelen geschikte onderzoeksmethoden een sleutelrol. In deze blog beschrijven we enkele effectieve methoden om waardevolle inzichten van jongeren te verkrijgen.

Begrijpen van de jongeren

Om effectief met jongeren te communiceren, is het van belang om hun wereld te begrijpen. Jongeren bevinden zich in een unieke fase van hun leven, waarin ze nog volop in ontwikkeling zijn. Deze fase brengt ook uitdagingen met zich mee. Denk hierbij aan: minder concentratie, minder probleemoplossend vermogen, lagere overdrachtssnelheid van informatie én hormonen die bijdragen aan heftigere emoties en minder empathisch vermogen.

Trends onder jongeren om toe te passen

Om jongeren effectief te bereiken, is het essentieel om op de hoogte te zijn van de trends die hun gedrag en interesses beïnvloeden. De belangrijkste trends zijn onder andere:

Jongeren zijn goed te bereiken, mits je ze leert kennen en begrijpen. Neem ze serieus en betrek ze.

Onderzoeksmethoden voor jongeren met effectieve benaderingen om goede resultaten te verkrijgen

Bij het uitvoeren van onderzoek onder jongeren is het belangrijk om methoden te kiezen die aansluiten bij hun behoeften en voorkeuren. De volgende elementen zijn daarbij belangrijk:

Enkele onderzoeksmethoden die aan deze voorwaarden voldoen zijn:

Een manier van onderzoeken waar je de jongeren nauwelijks mee belast is observeren. Het kost hen geen tijd, jij observeert werkelijk gedrag en je bent niet afhankelijk van respons. Door te observeren kun je veel informatie verzamelen. Je kunt echter alleen feitelijk gedrag observeren en geen motivaties achterhalen.

Een snelle en makkelijke manier om informatie te verzamelen. Door de jongeren na de activiteit een papiertje te geven met daarop een stelling, hoeven ze alleen nog maar via een scheurtje in het papiertje of door een cijfer te geven laten weten of ze het met de stelling eens zijn. Jongeren kunnen eenvoudig hun mening geven zonder veel tijd of moeite te investeren.

Een andere geschikte onderzoeksmethode voor jongeren is een digitale enquête. Deze wordt ter plekke door een enquêteur afgenomen. Deze stelt de vragen en vult de antwoorden in. Deze methode kost meer tijd, maar op deze manier kan men veel informatie verzamelen met minimale inspanning van de jongeren zelf.

Door de jongeren na afloop een cadeautje te geven als bedankje vergroot je de kans dat ze meewerken.

Hoewel tijdrovend, bieden interviews de mogelijkheid om diepgaande informatie en motivaties van jongeren te achterhalen. Dit kost de jongeren echter veel tijd. Aan de andere kant voelen zij zich gehoord en serieus genomen en zal dit hen motiveren om mee te werken. Ook bij deze onderzoeksmethode is het leuk om ze een cadeautje te geven als bedankje.

Het is altijd belangrijk, om bij het kiezen van een onderzoeksmethode met de eerdergenoemde trends onder jongeren en hun voorkeuren rekening te houden.

Het begrijpen en betrekken van jongeren is essentieel voor het succes van projecten en programma's gericht op deze doelgroep. Door gebruik te maken van effectieve communicatiestrategieën en geschikte onderzoeksmethoden kunnen organisaties waardevolle inzichten verkrijgen van jongeren.

Science centra en wetenschapsmusea willen met hun activiteiten de houding van bezoekers positief beïnvloeden. Het doel bij activiteiten voor scholen is om leerlingen te enthousiasmeren, interesseren en hun kennis te laten vergroten over wetenschap en techniek. Er zijn factoren die invloed hebben op de houding van leerlingen tegenover wetenschap en techniek, maar die vaak (nog) niet meegenomen worden door wetenschapsmusea. Door rekening te houden met deze factoren kunnen musea hun doel effectiever bereiken. De factoren die een rol spelen:

Familie

Uit het onderzoek van Justin Dillon over aspiraties in wetenschap & techniek (2013) blijkt dat families de grootste invloed hebben op de houding van leerlingen t.o.v. wetenschap en techniek. De interesse om later een baan te krijgen in de wetenschap & techniek is sterk verbonden met hoeveel ‘science capital’ een familie heeft. ‘Science capital’ zijn wetenschap gerelateerde eigenschappen, zoals functies binnen, kennis over, interesses in en sociale contacten binnen wetenschap & techniek. Het is dus van belang om ook volwassenen te interesseren voor wetenschap en techniek.

Imago van wetenschap en techniek

Wetenschap en techniek wordt door jongeren vaak gezien als iets voor hele slimme mensen. Dit imago wordt gevoed door wat kinderen op tv en social media voorbij zien komen. Ook lesprogramma’s op school helpen hier niet bij. Hoe vaak zie je dat bij videomateriaal een animatie wordt gebruikt van een ‘wijs’, Einstein-achtig figuur om de lesstof uit te leggen? Hierdoor vinden leerlingen wetenschap als snel ‘niets voor hen’, ook al vinden ze de inhoud misschien wel interessant. Meisjes kiezen bij voorbaat al minder vaak voor een carrière  in wetenschap en techniek, omdat het wordt gezien als iets mannelijks. Ook al zijn zij in de eerste instantie wel geïnteresseerd in wetenschapsvakken op school. Science centra en musea kunnen hun activiteiten zo vormgeven dat wetenschap ‘voor iedereen’ is en daarmee het imago veranderen.

Onbekendheid met wetenschap & techniek

Veel jongeren zijn niet bekend met de diverse mogelijkheden die een baan binnen W&T biedt. Ze hebben weinig beleving over wat voor banen er allemaal zijn en waar wetenschap & techniek voor hen naartoe kan leiden. Reden hiervoor is onder andere de manier waarop wetenschap en techniek op school als vakken worden gegeven. Deze schoolvakken geven W&T op een oppervlakkige en ‘smalle’ manier weer. Science centra en scholen dienen samen te werken om een breder lesprogramma te maken dat een completer beeld geeft over wetenschap en techniek.

Een vragenlijst is een veelgebruikte onderzoeksmethode om de effecten van een activiteit, project of campagne te meten. De vraag is of een vragenlijst altijd een geschikte methode is. Wil je uitspraken doen over de hele doelgroep en moet je daarvoor veel gegevens verzamelen? Dan is een vragenlijst een slimme methode. Wil je inzicht in de achterliggende motivaties en meningen van je doelgroep? Dan is een vragenlijst een minder slimme keus. Waarom is een vragenlijst een goede methode of waarom juist een minder goede? De voor- en nadelen op een rijtje:

Voordelen:

Nadelen:

Wil je weten hoe je de respons van je onderzoek vergroot? Lees dan deze blog: Hoe maak je het respondenten zo gemakkelijk mogelijk?

Als je wilt weten of je je doelen bereikt, monitor je deze doelen.  Door te monitoren kun je in de gaten houden of je nog op de goede weg zit. En of je je doel gaat bereiken. Hiervoor is het noodzakelijk om één indicator of meerdere indicatoren te formuleren die betrekking hebben op je doelen. Een indicator is een meetbaar begrip dat een signalerende functie heeft en een aanwijzing geeft over de mate van kwaliteit. Wijkt een indicator af van een afgesproken norm dan is bijsturing mogelijk. Het is dus belangrijk om goede indicatoren te kiezen en geen afgeleide indicatoren te gebruiken. Dan meet je namelijk niet wat je wilt meten en kun je niet meer goed bijsturen om je doelen te bereiken.

(Geen) Goede indicatoren: Lenen versus Lezen

Een interessant voorbeeld is de bibliotheek. Doelen van de bibliotheek zijn onder andere leesbevordering en mediawijsheid. Vaak monitoren bibliotheken echter op ‘Lenen’, waarbij als indicator het aantal uitleningen gebruikt wordt. Dit geeft misschien ook waardevolle informatie, maar zegt niets over of de bevolking daadwerkelijk meer en beter leest en mediawijzer wordt. Het aantal uitleningen is dus een indicator die geen betrekking heeft op de doelen van de bibliotheek. De bibliotheek weet nu niet of er richting de doelen bewogen wordt en kan hier dus ook niet op sturen. Sterker: sommige bibliotheken reageren averechts op ontwikkelingen zoals de e-reader, omdat deze boeken lenen in de weg staat, maar wel goed is voor de leesbevordering.

In plaats van ‘Lenen’ kan de bibliotheek beter monitoren op ‘Lezen’ en ‘mediawijsheid’. Indicatoren verschuiven dan van het aantal uitleningen naar indicatoren die betrekking hebben op het meer (en beter) lezen en het mediawijzer worden van de bevolking.  Bij leesbevordering kun je als indicator denken aan het aantal activiteiten gericht op het signaleren en tegengaan van laag geletterdheid. Bij mediawijsheid kan gedacht worden aan het actief, creatief en sociaal media gebruik naar aanleiding van mediawijsheid activiteiten.

Ik heb nu het voorbeeld van een bibliotheek gegeven, maar het kiezen van de juiste indicator(en) is natuurlijk voor iedere organisatie van belang om het doelbereik goed te kunnen monitoren!

Tips om te meten wat je wilt meten

Vragenlijsten kun je digitaal uitzetten, maar in bepaalde situaties maak je het je respondenten gemakkelijker als ze het ter plekke op papier in kunnen vullen. Dan moet de data ingevoerd worden. Bij deze zeven tips voor dataverwerking:

  1. Werk met een programma dat je kent en aansluit op je behoefte. Zo kun je in Excel data gemakkelijk ordenen en op verschillende  manieren sorteren. Voor vragenlijsten kan dit voldoen. Wil je ingewikkeldere berekeningen maken, kan SPSS een uitkomst zijn.
  2. Maak voor de dataverwerking van vragenlijsten een codering aan (bv nee = 0 ja = 1). Dit zorgt ervoor dat antwoorden als hetzelfde worden gezien en de invoer minder gevoelig is voor typefouten. Codering maakt het ook gemakkelijker om te rekenen met de verzamelde data (in dit vb is een gemiddelde van 0,75 75% van de respondenten die ja zegt).
  3. Maak een opmerkelijke codering voor overgeslagen vragen, bv -1. Je weet dan dat het geen fout is van de invoerder en opmerkelijke scores kun je gemakkelijk buiten een formule laten vallen.
  4. Geef elke vragenlijst/respondent een uniek nummer. Hiermee anonimiseer je de data, maar kun je de bijbehorende vragenlijst nog wel terug vinden.
  5. Zorg voor goede instructies voor invoerders, zodat iedereen op dezelfde manier te werk gaat. Laat het invoeren zoveel mogelijk door dezelfde persoon doen, zodat het steeds op dezelfde manier wordt gedaan. Let op: Als de invoerder echter data moet beoordelen, moeten juist meerdere mensen beoordelen.
  6. Begin tijdig met het invoeren, zodat het steeds behapbaar blijft. Door het steeds in kleine delen te doen, kun je je beter concentreren (en maak je dus minder fouten).
  7. Voer steekproefsgewijs controle uit. Corrigeer ze. Als fouten steeds op dezelfde plek gemaakt worden, moet je hier actie op ondernemen. Fouten maken is menselijk.

English flag Click on the flag to read this article in English

Je bent enthousiast een project gestart en dat loopt enige tijd. Je begint nieuwsgierig te worden naar de effecten. Kom je dichterbij het doel dat je in het begin hebt geformuleerd? Tijd voor een effectmeting dus. Maar je hebt geen nulmeting gedaan. Kun je dan nog steeds de effecten vast stellen?

Als je steeds nieuwe mensen bereikt, kun je een nulmeting houden onder je doelgroep voordat zij voor de eerste keer meedoen. Als dat niet het geval is, wordt wel lastiger en minder nauwkeurig. Je hebt ten slotte de startsituatie niet vastgelegd. Maar het kan nog steeds. Je spreekt in de regel dan van een impactmeting.

Bij een impactmeting achterhaal je de impact die je project (of beleid) heeft gehad op je doelgroep. Het gaat hierbij om subjectieve waarnemingen van je doelgroep en wat heeft het voor hen te weeg gebracht.

Bij een impactmeting kun je op verschillende manieren te werk gaan. Allereerst kun je een documentstudie doen. Wat is er bekend over de impact? In jaarverslagen staan vaak bereikcijfers, in verslagen van vergaderingen en tussentijdse evaluaties kan informatie staan over de betekenis van het project op je doelgroep.

Daarnaast kun je je doelgroep en je samenwerkingspartners vragen naar hun ervaring en mening vragen. Wat zien zij gebeuren? Wat heeft het project betekent? Deel de impact hierbij op in kleinere delen, waardoor het behapbaar is voor je gesprekspartner. Als je voldoende mensen vraagt, krijg je een duidelijk beeld over wat jouw project heeft betekent.

Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring met anderen via haar laagdrempelige digitale cursussen en e-books.
© 2022 – 2024 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone