Bij een literatuurstudie doe je onderzoek naar al beschikbare gegevens ten behoeve van een probleemstelling. Sommige zaken zijn namelijk al eerder onderzocht. Je hoeft dan niet het wiel zelf opnieuw uit te vinden. Door middel van literatuuronderzoek kun je veel informatie verzamelen. Ik geef je tien tips voor het doen van literatuuronderzoek:
Wil je op een snelle manier kwantitatieve informatie verzamelen van een grote groep mensen? Dan kun je scheurkaartjes als onderzoeksmethode gebruiken. Het principe van scheurkaartjes werkt als volgt: Je geeft het publiek voor een voorstelling, tentoonstelling of andere activiteit een papiertje met een vraag/stelling erop. Door een scheurtje in het papiertje te maken geven zij aan het eens te zijn met de stelling of geven ze een cijfer op een schaal. Na de voorstelling, tentoonstelling of andere activiteit leveren ze het kaartje in bij de uitgang. Je kunt hierbij denken aan de filmbeoordelingen van IFFR.
Door gebruik te maken van scheurkaartjes kun je gemakkelijk en snel informatie van veel respondenten krijgen, waardoor je uitspraken kan doen over percentages en verhoudingen binnen de gehele onderzoeksgroep. Je hebt een hoge respons met scheurkaartjes omdat voor respondenten een kleine moeite is om na afloop van een voorstelling of tentoonstelling een kaartje in te scheuren. Daarbij blijven de respondenten ook anoniem.
Het werken met scheurkaartjes als onderzoeksmethode is geschikt als je een eerste reactie van de onderzoeksgroep wilt achterhalen. Je kunt ten slotte maar 1 of 2 vragen stellen. Ben je op zoek naar uitgebreidere informatie? Dan is het slimmer om te kiezen voor een vragenlijst. Wil je juist meer diepgaande informatie en achterliggende motivaties achterhalen? Dan is het houden van interviews wellicht een betere onderzoeksmethode.
Veel mensen hebben geen grip op het begrip onderzoek. Dit maakt evalueren tot een taak die alsmaar wordt uitgesteld en wat meer als een verplichting voelt dan een gelegenheid om van je project of activiteit te leren. Vaak zie ik dat mensen wel degelijk open staan voor onderzoek (en om er zelf mee aan de slag te gaan), maar dat het nog een ver van hun bed show is. Door hen meer te leren over wat onderzoek inhoudt, en hen te laten zien dat het niet altijd zo ingewikkeld is als het lijkt, worden zij er steeds enthousiaster over.
Een voorbeeld is de tweedaagse cursus die ik heb gegeven aan de medewerkers van de afdeling educatie van een (inter)nationaal museum. Afgelopen voorjaar ben ik bij hen langs geweest om hen te leren wat onderzoek inhoudt: Je volgt een aantal logische stappen die je inzicht verschaffen in je doelbereik. De volgende thema’s komen aan bod om een goed onderzoek op te zetten:
Vervolgens zijn zij zelf aan de slag gegaan met hun eigen onderzoeken, waarna ik in het begin van de zomer terug ben gegaan om aan de hand van hun eigen verzamelde data de vervolgstappen samen door te nemen.
Door hen aan de hand van voorbeelden uit de eigen praktijk te leren onderzoeken, zie ik dat ze enthousiaster zijn geworden over evalueren en hebben zij meer begrip gekregen van wat je allemaal kunt met onderzoek. Hierdoor denk ik dat ze vaker en gemakkelijker hun exposities en activiteiten zullen monitoren en evalueren.
Wil je liever samen met je hele team meer leren over onderzoek? Dan behoort een in-company training ook tot de mogelijkheden.
Na het formuleren van je doelen, ontwerpen van het onderzoeksinstrument en het verzamelen van informatie is het tijd om de data te analyseren en te rapporteren. Een aantal dingen waarmee je rekening moet houden bij het analyseren en het rapporteren van je onderzoek:
Bij het organiseren en leiden van een groepsgesprek moet je met andere dingen rekening houden dan bij een individueel interview. Bij groepsinterviews heb je bijvoorbeeld te maken met groepsdynamiek waar je mee om moet gaan. Een aantal tips voor het houden van een groepsgesprek:
1. Begin op tijd met de organisatie van de groepsgesprekken. Anders loop je het risico dat niet voldoende mensen kunnen. Door het groepsinterview ruim van tevoren te plannen, heb je de grootste kans dat iedereen aanwezig kan zijn.
2. Laat iemand het verslag maken die daar ervaring mee heeft. Notuleren bij een groepsgesprek is namelijk ingewikkelder, omdat verschillende mensen aan het woord zijn.
3. Maak video- of geluidsopnamen van het interview als je niet zeker weet of de verslaggever het live bij kan houden bij het maken van een verslag. Zorg er dan voor dat de apparatuur vooraf aanwezig is en klaar staat.
4. Zorg ervoor dat je gesprekspartners zich op hun gemak voelen. Zorg voor een prettige ruimte, iets te drinken en een koekje.
5. Laat iedereen zich voorstellen, zodat de anderen ook weten met wie ze aan tafel zitten. Maak een plattegrond van de tafel met namen en functie / achtergrond als spiekbrief.
6. Zorg ervoor dat iedereen aan het woord komt.
7. Let op de lichaamstaal van de deelnemers.
8. Monitor de tijd en hou je aan de afgesproken tijd. Het is vervelend als je een deel van je vragen niet hebt kunnen stellen.
9. Leg uit wat er gebeurt met de uitkomsten van het gesprek. Ook wat je doet met het verslag dat van het gesprek wordt gemaakt (bv de geluidsopname). Gebruik je dat alleen om zelf iets op te kunnen zoeken of wordt het ook gepubliceerd. Koppel het verslag in het laatste geval in ieder geval terug.
10. Vat tijdens het interview samen en koppel het gezegde terug naar de groep om er zo verzekerd van te zijn dat je het goed begrijpt.
Meer tips over interviewen? Lees dan ook mijn andere blog: Hoe maak je het respondenten zo gemakkelijk mogelijk?
Click on the flag to read this article in English
In vorige blogs heb ik beschreven hoe je tot de juiste onderzoeksvraag komt en hoe je de juiste onderzoeksmethode kiest. De volgende stap in het onderzoeksproces is de dataverzameling. Bij het verzamelen van data zijn er een aantal dingen waar je rekening mee moet houden. Ik geef je wat tips:
Veel organisaties hebben programma’s of activiteiten gericht op jongeren. Jongeren zijn een interessante doelgroep omdat zij in een fase zitten waarin ze zichzelf leren kennen en waarin hun brein zich nog volop aan het vormen is. Dit heeft ook een keerzijde: minder concentratie, minder probleemoplossend vermogen, lagere overdrachtssnelheid van informatie én hormonen die bijdragen aan heftigere emoties en minder empathisch vermogen. De eerste stap naar communicatie is dus het begrijpen van je doelgroep, in dit geval jongeren.
Met de goede aanpak zijn jongeren goed te bereiken. Leer ze kennen en begrijpen. Neem ze serieus en betrek ze.
Neem voor het kiezen van een geschikt onderzoeksmethode bovenstaande trends mee. Lees in de blog over geschikte onderzoeksmethoden voor jongeren welke onderzoeksmethoden bruikbaar zijn om goede resultaten te krijgen.
Er zijn verschillende instrumenten die je kunt inzetten om informatie te verzamelen voor het beantwoorden van je onderzoeksvraag. Je kunt bijvoorbeeld een (digitale- of hard copy) vragenlijst uitzetten, individuele – of groepsinterviews houden, gebruik maken van een klankbordgroep of een literatuurstudie doen. Welk instrument je kiest is echter afhankelijk van je informatiebehoefte. Een vragenlijst is bijvoorbeeld niet handig als je achterliggende motieven wilt weten, je kunt dan beter een interview houden. Een interview is juist niet handig als informatie nodig hebt van een grote groep mensen.
Als je per onderdeel van je informatiebehoefte hebt bekeken of het nieuwe of bestaande informatie is, wie je gaat onderzoeken en hoe, dan heb je een overzicht van de te ontwikkelen meetinstrumenten met daarbij de geschikte onderzoeksmethode.
Science centra en wetenschapsmusea willen met hun activiteiten de houding van bezoekers positief beïnvloeden. Het doel bij activiteiten voor scholen is om leerlingen te enthousiasmeren, interesseren en hun kennis te laten vergroten over wetenschap en techniek. Er zijn factoren die invloed hebben op de houding van leerlingen tegenover wetenschap en techniek, maar die vaak (nog) niet meegenomen worden door wetenschapsmusea. Door rekening te houden met deze factoren kunnen musea hun doel effectiever bereiken. De factoren die een rol spelen:
Uit het onderzoek van Justin Dillon over aspiraties in wetenschap & techniek (2013) blijkt dat families de grootste invloed hebben op de houding van leerlingen t.o.v. wetenschap en techniek. De interesse om later een baan te krijgen in de wetenschap & techniek is sterk verbonden met hoeveel ‘science capital’ een familie heeft. ‘Science capital’ zijn wetenschap gerelateerde eigenschappen, zoals functies binnen, kennis over, interesses in en sociale contacten binnen wetenschap & techniek. Het is dus van belang om ook volwassenen te interesseren voor wetenschap en techniek.
Wetenschap en techniek wordt door jongeren vaak gezien als iets voor hele slimme mensen. Dit imago wordt gevoed door wat kinderen op tv en social media voorbij zien komen. Ook lesprogramma’s op school helpen hier niet bij. Hoe vaak zie je dat bij videomateriaal een animatie wordt gebruikt van een ‘wijs’, Einstein-achtig figuur om de lesstof uit te leggen? Hierdoor vinden leerlingen wetenschap als snel ‘niets voor hen’, ook al vinden ze de inhoud misschien wel interessant. Meisjes kiezen bij voorbaat al minder vaak voor een carrière in wetenschap en techniek, omdat het wordt gezien als iets mannelijks. Ook al zijn zij in de eerste instantie wel geïnteresseerd in wetenschapsvakken op school. Science centra en musea kunnen hun activiteiten zo vormgeven dat wetenschap ‘voor iedereen’ is en daarmee het imago veranderen.
Veel jongeren zijn niet bekend met de diverse mogelijkheden die een baan binnen W&T biedt. Ze hebben weinig beleving over wat voor banen er allemaal zijn en waar wetenschap & techniek voor hen naartoe kan leiden. Reden hiervoor is onder andere de manier waarop wetenschap en techniek op school als vakken worden gegeven. Deze schoolvakken geven W&T op een oppervlakkige en ‘smalle’ manier weer. Science centra en scholen dienen samen te werken om een breder lesprogramma te maken dat een completer beeld geeft over wetenschap en techniek.
Een vragenlijst is een veelgebruikte onderzoeksmethode om de effecten van een activiteit, project of campagne te meten. De vraag is of een vragenlijst altijd een geschikte methode is. Wil je uitspraken doen over de hele doelgroep en moet je daarvoor veel gegevens verzamelen? Dan is een vragenlijst een slimme methode. Wil je inzicht in de achterliggende motivaties en meningen van je doelgroep? Dan is een vragenlijst een minder slimme keus. Waarom is een vragenlijst een goede methode of waarom juist een minder goede? De voor- en nadelen op een rijtje:
Wil je weten hoe je de respons van je onderzoek vergroot? Lees dan deze blog: Hoe maak je het respondenten zo gemakkelijk mogelijk?