Bij een onderzoekrapportage denken veel mensen, helaas, nog steeds aan een lijvig boekwerk dat leest als een spannend boek (er wordt langzaam toegewerkt naar de conclusie). Er zijn echter ook andere manieren van rapporteren die steeds vaker gebruikt worden. Afhankelijk van de mate waarin je de onderzoeksresultaten wilt verspreiden, staan hieronder enkele mogelijkheden:

1. Een rapportage geschreven als een website

Een andere manier van schriftelijk rapporteren is per hoofdstuk een onderzoeksvraag beantwoorden. Binnen deze antwoorden begin je met de conclusie en wordt vervolgens uitgelegd hoe dit antwoord is opgebouwd.

2. Presentatie

Naast een schriftelijke rapportage is een presentatie ook mogelijk. Veel mensen vinden het prettiger om te luisteren of te kijken dan om te lezen. Met een presentatie krijgen luisteraars de mogelijkheid meteen te reageren en vragen te stellen als iets niet duidelijk is. Om de presentatie te bewaren kun je deze filmen.

3. Dashboard

Een dashboard is een dynamische manier van presenteren. In Excel kun je met grafieken een mooie presentatie maken. Elke keer dat je nieuwe informatie hebt wordt deze informatie meegenomen in je grafieken. Door gebruik te maken van filters kun je spelen met je data. Het dashboard vernieuwt zich daardoor steeds en laat de informatie zien die jij interessant vindt.

4. Powerpointrapportage

In zo’n rapportage ligt het accent op grafieken en tabellen. Conclusies worden beknopt geformuleerd. Dit is voor de schrijver lastig, omdat zij minder woorden heeft om nuances aan te brengen. Voor de lezer is het overzichtelijker en minder leeswerk. De nuances staan in de grafieken en tabellen en vergt dus soms nog wat interpreteerwerk vanuit de lezer.

 

5. Infographic

Op internet zie je steeds vaker infographics voorbij komen. Het zijn informatieve illustraties waarbij gebruik wordt gemaakt van tekst, grafieken en tekeningen. Het is een snelle manier om informatie te delen.

6. Animatie

Om onderzoeksresultaten te verspreiden aan een breder publiek is een animatiefilmpje een mogelijkheid om informatie op een prettige manier te vertellen en tonen, welke vervolgens gemakkelijk te verspreiden is. Door hierbij gebruik te maken van YouTube en social media, kan de informatie breed verspreid worden. Mensen zullen sneller geneigd zijn het te bekijken omdat de informatie toegankelijk en aantrekkelijk aangeboden wordt (bv in vergelijking met een schriftelijke rapportage).

7. Folder/flyer

Een andere manier om informatie laagdrempelig en aantrekkelijk te verspreiden is een folder of flyer. De hoofdzaken worden samengevat en aantrekkelijk vormgegeven met grafieken en illustraties. Het voordeel van een folder is dat deze gedrukt kan worden en dan zowel fysiek (bijvoorbeeld bij een bijeenkomst) als digitaal verspreid kan worden.

8. Tijdschrift

Een andere laagdrempelige manier om informatie te verspreiden is een tijdschrift. Door de vormgeving wordt de informatie aantrekkelijker gemaakt. De wijze van schrijven (in losse artikels en columns) wordt de informatie laagdrempeliger gemaakt.

9. Artikel in een tijdschrift

Een artikel schrijven en vervolgens publiceren in een tijdschrift zorgt voor een brede verspreiding van je resultaten onder je doelgroep. Kies hierbij in welk tijdschrift je wilt publiceren en pas hierop je artikel aan. Een artikel voor een vaktijdschrift ziet er anders uit dan een artikel voor een populair tijdschrift.
Wil je meer informatie over het formuleren van onderzoeksvragen? Lees dan deze blog: Hoe kom je tot de juiste onderzoeksvraag?

English flag Click on the flag to read this article in English

Onlangs interviewde een stagiaire mij over de voor- en nadelen van een onderzoeksbureau. Ze liep stage voor een organisatie die graag de effecten van hun projecten inzichtelijk wilde maken, maar waren zoekende naar de beste manier dit aan te pakken. Het nadeel van een onderzoeksbureau is dat het geld kost en deze middelen kunnen beter aan het project zelf besteed worden.

Maar is een onderzoeksbureau duur? Of is een onderzoeksbureau effectiever en efficiënter dan zelf een onderzoek doen?

 1. De juiste onderzoeksvraag en methodiek

Het formuleren van de juiste onderzoeksvraag en de daarbij behorende onderzoeksmethodiek kiezen is een vak. Menig medior onderzoeker struikelt hier nog over. Verwacht dus niet van jezelf of een stagiaire dat deze dit kan. Hier is kennis en vooral ervaring voor nodig.Bij een verkeerd gekozen onderzoeksvraag of methodiek, krijg je na het onderzoek niet de antwoorden op je vragen die je nodig hebt. Je hebt energie gestoken in verkeerde informatie.

2. Drempels en valkuilen

Na het formuleren van de onderzoeksvraag en het uitdokteren van de juiste methodiek om deze vragen beantwoord te krijgen, zijn er allerlei drempels en valkuilen om de juiste en voldoende informatie te verzamelen en deze vervolgens te formuleren als antwoorden op je vragen. Een onderzoeksbureau weet een goede vragenlijst/interviewleiddraad op te stellen waardoor niet alleen de oppervlakkige informatie wordt ingewonnen. Ze weet om te gaan met een lage respons en kunnen een grote hoeveelheid data vertalen in antwoorden en aanbevelingen. Doordat ze ervaring hebben met het uitzetten van veldwerk, analyse en rapporteren zijn ze hier minder tijd mee kwijt dan een medewerker. Ze weten welke drempels er zijn en waar de valkuilen zitten.

3. Garantie

Door een onderzoeksbureau in te schakelen koop je inzicht in effecten. Voor een vooraf gesproken bedrag koop je een onderzoeksrapportage waarin de informatie staat waar je behoefte aan hebt. Je krijgt antwoord op je vragen. Al het andere is voor het onderzoeksbureau om op te lossen.

4. Objectief

Als je gemeten effecten wilt communiceren naar derden, wil je niet het “wij van wc-eend, adviseren wc-eend” effect. Je onderzoeksresultaten zullen niet betrouwbaar worden gevonden als je zelf hebt gemeten volgens je eigen maatstaf. Een onderzoeksbureau zal zorgen voor een objectieve meting, waarbij de uitkomsten hetzelfde zullen zijn als het onderzoek door anderen herhaalt wordt.

5. Tijd

Onderzoek doen kan tijdsintensief zijn. Zeker als je hier onvoldoende ervaring mee hebt. Als een medewerker een effectmeting doet kost dit uren en zo ook geld. Dit gaat ten koste van de andere werkzaamheden.

Meer weten over het doen van onderzoek? Bekijk hier wat ik voor je kan betekenen!

Met interviews kun je veel te weten komen. Dit kan in een 1-op-1 gesprek (individueel), maar ook met een groepsgesprek[link]. Je kunt bijvoorbeeld nieuwe ideeën voorleggen en bespreken, of een lopend project bijsturen, of na afloop van een programma bespreken waar je in de toekomst rekening mee dient te houden.

Maar hoe haal je het meeste uit je interviews?

  1. Zorg er voor dat je de juiste personen spreekt. Verdiep je hierin. Wie kan de vragen beantwoorden die je hebt? Welke perspectieven zijn er? En wie wil je dus spreken om verschillende perspectieven aan bod te laten komen.
  2. Kijk of gesprekspartners elkaar aan kunnen vullen (groepsinterview) of juist meer vertellen als ze alleen zijn (individueel interview). Geef vooraf aan of de gesprekspartners zich moeten voorbereiden, bijvoorbeeld informatie opzoeken.
  3. Stel een gespreksleidraad op die aansluit bij je onderzoeksvraag en bij wat de geïnterviewde(n) kan/kunnen weten.
  4. Bepaal of het nodig is om het interview fysiek af te nemen of dat het ook online kan.
  5. Zorg voor anonimiteit als dat nodig is. Wees beleefd en heb respect voor je gesprekspartner.
  6. Stel bij aanvang van het interview de geïnterviewde op zijn gemak. Zorg voor een prettige omgeving. Dit geldt zowel fysiek als online.
  7. Vertel in een inleidend verhaaltje wie je bent, waarom je dit onderzoek doet, wat je onderzoeksvraag is, wie de opdrachtgever is, of het anoniem is of niet en waar het interview in grote lijnen over gaat. Als het interview wordt opgenomen, moet daar in je inleiding toestemming voor vragen.
  8. Formuleer heldere en begrijpelijke vragen.
  9. Blijf objectief. Houd je mening voor je en wees sympathiek.
  10. Laat je gesprekspartner uitpraten. 3 tellen stilte betekent niet meteen dat hij is uitgesproken; misschien wil hij nog even na denken. Geef de geïnterviewde de tijd om na te denken.
  11. Luister intensief en let op de lichaamstaal van je gesprekspartner. Zorg er bij een groepsinterview voor dat iedereen aan het woord komt.
  12. Probeer het interview zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen. Lees de vragen niet op vanaf je lijstje. Probeer verbanden te leggen met wat eerder is gezegd. Speel in op de antwoorden van je gesprekspartner en kap hem niet af om later weer over dat onderwerp te beginnen. Kijk aan het einde van het gesprek of je alle vragen hebt gesteld.
  13. Vat de antwoorden van je gesprekspartner samen, zodat hij weet dat je hem goed hebt begrepen en zodat hij zelf de hoofdlijn terug hoort.
  14. Monitor je tijd en houd je aan de afgesproken tijd. Het is vervelend als je een deel van je vragen niet hebt kunnen stellen omdat je gesprekspartner naar de volgende afspraak moet.
  15. Leg uit wat er gebeurt met de resultaten van het gesprek. Ook wat je doet met het verslag dat van het gesprek wordt gemaakt (bv de geluidsopname). Gebruik je dat alleen om zelf iets op te kunnen zoeken of wordt het ook gepubliceerd of aan de opdrachtgever gegeven. Koppel het verslag in deze laatste twee gevallen in ieder geval terug aan de geïnterviewde voor feedback. Daarnaast zal de geïnterviewde hier toestemming voor moeten geven. Dit is wettelijk geregeld via de AVG.

Meer tips over het houden van een interview? Lees dan ook mijn andere blog: Hoe maak je het respondenten zo gemakkelijk mogelijk?

English flag Click on the flag to read this article in English

Het eerste dat je doet als als je een onderzoek gaat uitvoeren is het doel van het onderzoek en de juiste onderzoeksvraag formuleren. Het doel van het onderzoek en de onderzoeksvraag geven namelijk aan hoe de verdere opzet van het onderzoek eruit zal zien. En een goede onderzoeksvraag zorgt ervoor dat je aan het eind van het onderzoek de juiste informatie in handen hebt waarmee je actie kunt ondernemen. De onderzoeksvraag formuleer je in vijf stappen:

Stap 1: Waarom onderzoeken?

De eerste stap om tot een juiste onderzoeksvraag te komen is het formuleren van het onderzoeksdoel door middel van het beantwoorden van de vraag ‘waarom wil je een onderzoek uitvoeren?’ Het beantwoorden van deze vraag geeft je een beeld van het soort onderzoeksvraag dat je gaat stellen, welke informatie en welke antwoorden je nodig hebt. Wil je een project of proces verbeteren of wil je je project verantwoorden? Bij beide doelen ga je evalueren, maar de antwoorden die je na afloop wilt zijn heel anders. Verbeterpunten versus aangetoonde effecten.

Stap 2: Welke informatie heb je nodig?

Aan de hand van je doel (stap 1) kun je bepalen welke informatie je nodig hebt om aan dit doel te voldoen. Wat moet je weten om je doel te bereiken? Wil je je doelbereik verbeteren? Dan heb je informatie nodig in de vorm van verbeterpunten (wat gaat er goed en wat kan beter?) Is het doel om je project te legitimeren voor financiers? Dan heb je informatie nodig in de vorm van effecten van het project. Wil je een betere afstemming met de doelgroep en is dit het doel van je onderzoek? Dan heb je informatie nodig in de vorm van kenmerken, wensen en behoeften van de doelgroep. Stel jezelf steeds de vraag; wat ga ik straks doen met deze informatie? Hiermee kun je prioriteiten aanbrengen.

Stap 3: Onderzoeksvraag formuleren

Aan de hand van je onderzoeksdoel en de concrete beschrijving van je informatiebehoefte kun je de onderzoeksvraag of -vragen opstellen. Formuleer deze vragen zo exact mogelijk. Bedenk bij het formuleren van de vragen dat jijzelf of een onderzoeker straks antwoord gaat geven op deze vragen. Kun je met behulp van de antwoorden op de onderzoeksvraag je onderzoeksdoel bereiken? Kun je vervolgactie ondernemen als je antwoord krijgt op deze vragen?

Stap 4: Randvoorwaarden

Aan een onderzoek zitten over het algemeen verschillende randvoorwaarden . Het is belangrijk om hier in de fase van het formuleren van de onderzoeksvraag al inzicht in te krijgen. Randvoorwaarden waar je rekening mee moet houden zijn bijvoorbeeld tijd, budget, beschikbaarheid van bepaalde gegevens, privacy regels, etc.

Stap 5: Hoe ziet het eindresultaat eruit?

De resultaten van een onderzoek kunnen verschillende vormen aannemen:

Onderzoeksresultaten kunnen in verschillende vormen opgeleverd worden: een rapport, een factsheet, een dashboard, een boek, een filmpje, een artikel, een discussiebijeenkomst, een presentatie, een website, een PowerPointpresentatie, een infographic, een animatie, een tijdschrift, een flyer, etc. Bedenk nu vast wat je daarin wilt communiceren en met wie. Welke vorm gaat je daarbij helpen. Effecten, argumenten of verbeterpunten. Maak vooraf een voorstelling van wat je op het einde van het onderzoek zou willen krijgen en of je daar je voorgenomen actie mee kunt ondernemen (anderen overtuigen, beleid of projecten verbeteren, een beslissing nemen).

English flag Click on the flag to read this article in English

Om valide uitkomsten te hebben van je onderzoek heb je voldoende respons nodig, bijvoorbeeld bij publieks- of klantenonderzoek.  Maar hoe motiveer je je publiek om mee te werken aan jouw onderzoek? Een aantal tips:

Maak gebruik van creatieve onderzoek vormen

Er is geen saai onderwerp, er zijn alleen saaie onderzoek vormen. Zet een creatieve werkvorm in (die past bij de doelgroep) om het onbewuste aan te spreken. Voor de ANWB bijvoorbeeld vroeg YoungWorks aan jongeren welk soort schoen zij het beste bij die organisatie vinden passen. De uitleg die jongeren dan geven zegt meer over het beeld dat zij hebben van de ANWB dan wanneer je hier direct naar zou vragen.

Begrijp je publiek volledig en maak onderscheid

Welke verschillende subgroepen zie je? Kijk niet alleen naar de bekende groepen (geslacht), maar kijk bijvoorbeeld ook naar waarden als ambities en interesses. Pas hier vervolgens je benadering naar deze groepen op aan. Door in te spelen op specifieke kenmerken van het publiek wek je hun interesse en zijn zij eerder bereid om mee te werken aan je onderzoek.

Geef publiek verantwoordelijkheid en bied ze een podium

Waardeer je publiek als expert. Zij beschikken ten slotte over informatie om jouw project of programma te verbeteren. Dit geeft een gevoel van verantwoordelijkheid. Het publiek krijgt op deze manier echt het gevoel dat zij iets toevoegen, wat motiveert om tijd vrij te maken voor het onderzoek. Leg het publiek uit wat de toegevoegde waarde is van de informatie die je van hen nodig hebt en benadruk het belang van hun medewerking. Zie ook het volgende punt.

Gebruik de uitkomsten

Als je publiek de moeite neemt om je te helpen, moet je hun input ook gebruiken. Maak tijdens het onderzoek al duidelijk dat je gaat doen met de uitkomsten en doe dit dan ook. Denk hierbij ook aan hoe dit zichtbaar is voor de mensen die mee hebben gewerkt aan je onderzoek.

Zoek je publiek op

Leer je publiek kennen en ga naar de plekken waar zij zich bevinden. Voor jongeren is dit bijvoorbeeld veel online, via social media. Heb je een programma gericht op ouderen? Ga dan eens naar dagactiviteiten in wijkcentra. Zo zijn er voor iedere doelgroep andere plekken waar ze te vinden zijn.

Weet wat je vraagt

Je publiek wil je graag helpen met je onderzoek, mits ze het gevoel hebben dat het toegevoegde waarde heeft en ze hun mening kwijt kunnen. Val ze dus niet lastig met onnodige of oninteressante vragen (of de wc schoon was), maar spreek ze aan op hun expertise, ervaring of mening.

Maak duidelijk wat je vraagt

Geef duidelijk aan wat je vraagt van iemand. Vijf minuten voor een vragenlijst, een kwartier voor een kort gesprek. En houd je hier dan aan. Als een gesprek een half uur duurt, moet je niet aangeven dat het maar een kwartier van hun tijd kost, want dan gaan mensen zich ergeren en haken ze halverwege af.

Meer weten? Lees mijn blog: Hoe kun je de respons voor een vragenlijst verhogen? 

Na het formuleren van je doelen, ontwerpen van het onderzoeksinstrument en het verzamelen van informatie is het tijd om de data te analyseren en te rapporteren. Een aantal dingen waarmee je rekening moet houden bij het analyseren en het rapporteren van je onderzoek:

Over inventarisatie-onderzoek is niet erg veel informatie te vinden. In deze blog beschrijven we in het kort wat inventarisatie-onderzoek nu eigenlijk is en wanneer het zinvol is om het in te zetten.

Wil je meer weten over de verschillende soorten onderzoek die in je in kunt zetten en waar je op moet letten bij de keuze van een onderzoeksmethode, lees dan de volgende blogs:

overzicht van verschillende onderzoeksmethoden
Waar let je op bij de keuze van een onderzoeksmethode?

Wat is een inventarisatie-onderzoek?

Met inventarisatie-onderzoek wordt de stand van zaken op een bepaald gebied in kaart gebracht. Het wordt vaak gezien als een soort vooronderzoek waarbij je eerst de situatie in beeld brengt voordat je start met het daadwerkelijke onderzoek. Ook wordt het ingezet om een bepaalde activiteit meer kans van slagen te geven doordat je vooraf informatie hebt verzameld. Inventarisatie-onderzoek valt onder descriptief (beschrijvend) of exploratief (verkennend) onderzoek.

Waarvoor wordt inventarisatie-onderzoek ingezet?

Voorbeelden van inventarisatie-onderzoek

In deze blog gaat het over het verzamelen van data door middel van het uitzetten van een enquête.

Wil je meer weten over waar je allemaal aan moet denken bij een enquête, lees de volgende blogs:

In deze blog neem ik je mee in het proces van het organiseren van het data verzamelen met enquêtes. Het uitgangspunt is dat je reeds een enquête hebt, die je wilt gaan uitzetten onder je doelgroep. Het gaat hierbij om een kwantitatieve manier van data verzamelen, dus niet over bijvoorbeeld het afnemen van een (groeps)interview.

Methode van verspreiding

Eigenlijk zijn er twee methoden die je hiervoor kunt gebruiken: Schriftelijk of online. De schriftelijke methode wordt vrijwel niet meer gebruikt (duur, gebruiksonvriendelijk, arbeidsintensief), dus richten we ons op de online verspreiding. Houd hierbij wel in de gaten dat zo’n 3 procent van de Nederlandse bevolking van 12 jaar of ouder geen toegang heeft tot internet (2019) en onder de 75 plussers ligt dit percentage een stuk hoger (23%). Bij een onderzoek onder de ouderen in onze samenleving is het raadzaam om voor een andere methode van data verzamelen te kiezen.

Online uitzetten van de enquête

Hoe zorg je ervoor dat je enquête bij de potentiële respondent komt? Heb je een lijst van mailadressen van potentiële respondenten, dan is de methode eenvoudig. Via je online enquête software kun je deze mensen een mail sturen met daarin de link naar de vragenlijst. Of je zet de link naar de vragenlijst in een mail (via bijvoorbeeld outlook) en verstuurt die naar alle mailadressen.

Het komt echter ook regelmatig voor dat je geen mailadressen hebt. Hoe ga je dan te werk? Je eigen netwerk is hiervoor essentieel. Je kunt via sociale media en/of bijv. Whatsapp je eigen netwerk inzetten om de vragenlijst te laten invullen, maar zeker ook om deze verder te verspreiden. Pas hierbij wel op: Je krijgt hierdoor wel een selectieve respons. Sowieso door het gebruik van je eigen netwerk en tevens doordat je alleen diegenen bereikt die actief zijn op de sociale media / gebruik maken van Whatsapp.

Unieke of algemene link?

Heb je geen mailadressen dan zul je altijd gebruik moeten maken van een algemene link (iedereen krijgt dezelfde link). Heb je wel de beschikking over mailadressen, dan heb je de keuze. Je kunt elk mailadres een unieke link sturen. Dit heeft als voordeel dat je de respons precies kunt volgen (wie heeft wel en wie heeft nog niet ingevuld) en je kunt een eventuele reminder alleen sturen naar diegenen die de enquête nog niet heeft ingevuld. Een nadeel is dat je respondenten niet kunt vragen de enquête door te sturen naar anderen. Een unieke link kan namelijk maar één keer worden gebruikt.

Maak je gebruik van een algemene link dan ligt het nadeel voor de hand: je kunt niet volgen wie niet en wie wel heeft gereageerd en je kunt geen gerichte reminder sturen. Een ander nadeel is dat één respondent de enquête meerdere keren kan invullen. Dat kan met name voorkomen wanneer je een beloning aan het invullen koppelt. Het voordeel van een algemene link is dat de enquête heel makkelijk verspreidt kan worden.

Tips

  1. Wanneer je tijdens het data verzamelen nog een wijziging wilt aanbrengen in je vragenlijst, download dan eerst alle data die je tot dan toe verzameld hebt. Door het aanbrengen van wijzigingen kan je oude data onbruikbaar worden.
  2. Zorg ervoor dat je vragenlijst kort is. Gebruik niet teveel tekst en probeer met name gesloten vragen te stellen (vragen met antwoord categorieën). Dit scheelt veel tijd in de verwerking van de gegevens.
  3. Bedenk bij het gebruik van mailadressen (of andere gegevens) of je die wel voor je onderzoek mag gebruiken. Je kunt te maken hebben met de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming). Op internet is hierover veel informatie te vinden.

Als je een vragenlijst als meetinstrument gebruikt om je onderzoeksvragen te beantwoorden, is het belangrijk dat je iets kunt met de uitkomsten van de vragenlijst. De kwaliteit van de vragenlijst bepaalt de kwaliteit van de verzamelde data. Het goed formuleren van enquêtevragen is daarom belangrijk. Ik geef je een aantal tips/vuistregels die je helpen om goede vragen te formuleren: 

  1. Houd de vragen simpel. Gebruik niet te moeilijk taalgebruik en houd rekening met het publiek in je woordkeus. ‘Wat doet u het liefst in uw vrije tijd?’ is bijvoorbeeld beter dan ‘Hoe recreëert u het liefst?’.
  2. Zorg voor een eenduidige interpretatie. ‘Ik ben tevreden over de kwaliteit van de tentoonstelling’ is hierbij een voorbeeld van hoe het niet moet. Wat is kwaliteit? Het soort kunstwerken, interactieve elementen, drukte, de zaal, het licht?
  3. Formuleer de vraag zo concreet mogelijk. Verwijs naar plaats en tijd, benoem aantallen. Probeer vragen als ‘Heeft u de afgelopen tijd..’ af te bakenen naar een bepaalde periode, bijvoorbeeld ‘Heeft u het afgelopen half jaar..’.
  4. Vermijd vage worden. Probeer termen als 'vaak' en  'soms' te vermijden, ook in de antwoord categorieën. Iedereen interpreteert vaak en soms verschillend, het is daarom beter om te vragen naar een specifiek aantal keren.
  5. Vermijd dubbele vragen. Geen ‘en’ of ‘of’ in de vragen. Een vraag als ‘Wat vond u van de voorstelling en van de acteurs?’ kan niet met één antwoord worden voldaan als het publiek de voorstelling wat minder vond, maar de acteurs heel goed.
  6. Formuleer geen (dubbele) ontkenningen in de vraag. Een ontkenning in de vraag is namelijk verwarrend. ‘Ik ben niet ontevreden met wat ik gezien heb’ of ‘Een museum bezoeken, dat doe ik niet graag’ zijn hier voorbeelden van.
  7. Stel korte vragen.
  8. Wees voorzichtig met voorbeelden in de vraag en suggestieve vragen. Het gevaar bestaat namelijk dat de respondent dan alleen aan deze voorbeelden denkt. Bij een vraag als ‘Hoe vaak onderneemt u een culturele activiteit als een museumbezoek of toneelstuk’ kan dit gebeuren. De respondent denk dan dat een bezoek aan een festival of een dansvoorstelling er niet bij hoort.
  9. Zorg dat de vraag het juiste meet: De vraag moet antwoord geven op de onderzoeksvraag. Als je wilt weten of iemand geïnspireerd is geraakt door een tentoonstelling vraag je niet hoe lang hij/zij is gebleven. Mogelijk is de verblijfsduur langer of korter omdat de respondent moest blijven of juist eerder weg moest en geen keus had.
  10. De antwoordcategorieën bij de vragen moeten elkaar uitsluiten. Het moet voor de respondenten duidelijk zijn welke antwoord zij moeten aankruisen/geven.
  11. Zorg voor dezelfde richting in de antwoordvolgorde bij schaalvragen. Wanneer het ene moment gevraagd wordt om iets te beoordelen op een schaal van helemaal oneens tot helemaal eens (steeds positiever) en een aantal vragen verder op een schaal van zeer tevreden tot zeer ontevreden (steeds negatiever), dan bestaat de kans dat men dit verkeerd invult.
  12. Probeer bij schaalvragen de schaalgrootte voor iedere vraag hetzelfde te houden. Dus niet bij de ene vraag een schaal van 1 tot 5 en bij de andere vraag een schaal van 1 tot 7. Dit is ook in de analyse makkelijker.
  13. Kijk welke schaalgrootte het beste past. Een rapportcijfers van 1 tot 10 biedt veel variatie, maar is dus ook moeilijker te interpreteren (voor sommigen is een 10 goed, anderen vinden een 10 perfect en geven die daarom niet snel). Een 2 (goed/slecht) of 3 puntsschaal (goed, gemiddeld, slecht) biedt erg weinig variatie en maakt het moeilijker om een vraag te beantwoorden als het gaat om een mening (is meestal genuanceerd). Een even schaal zorgt ervoor dat een respondent moet kiezen, met een oneven schaal biedt je de mogelijkheid om veilig in het midden te gaan zitten.
  14. Bied ook de mogelijkheid beredeneerd niet te antwoorden, bijvoorbeeld door een antwoordmogelijkheid te maken met niet van toepassing of weet ik niet/geen mening.

Bij het opstellen van een vragenlijst of enquête kun je gebruik maken van verschillende soorten vragen. In deze blog een greep uit de mogelijkheden: 

Meerkeuze

De meest gekozen vraag is de meerkeuze vraag. Hierin geef je de respondent een aantal antwoordopties. Je kunt er zelf voor kiezen hoeveel antwoordmogelijkheden er zijn. Echter moet je niet te veel antwoordopties nemen, dat komt namelijk niet ten goede van je resultaten. Beter gebruik je de optie ‘anders namelijk …’, daar kunnen mensen een antwoordmogelijkheid opgeven als deze er niet tussen staat. Bij een meerkeuze vraag kun je er voor kiezen dat de respondent 1 antwoordmogelijkheid mag opgeven of meerdere opties.

Voorbeeld:

Wat is je favoriete taartvulling?

  1. Bakkersroom
  2. Fruit
  3. Jam
  4. Slagroom
  5. chocolademousse
  6. Anders namelijk…

Grid of matrix

Bij een grid maak je een matrix met verschillende opties. In de rijen zet je stellingen en in de kolommen de antwoordmogelijkheden. Op deze manier kun je met één vraag meerdere vragen beantwoorden. Verder kun je vragen terug laten komen, alleen dan op een andere manier beschreven of negatief geformuleerd. Op deze manier kun je testen hoe serieus de respondent de vragenlijst heeft ingevuld.

Voorbeeld:

Wat vond je van de chocoladetaart:

grid

Slider

Een slider gebruik je bij vragen met een beoordelingsschaal, bijvoorbeeld 1 t/m 10. De respondent kan de slider verzetten naar het juiste getal. Het is belangrijk dat je de respondent uitlegt wat de waarde van de cijfers zijn op de schaal. Is 1 goed of is juist 10 goed. De slider kun je ook gebruiken bij de vraag hoe waarschijnlijk iemand iets vind. Aan de linkerkant zet je helemaal niet en aan de rechterkant heel erg, je laat de respondent dan de slider verzetten naar het punt dat degene het vindt.

Voorbeeld:

Hoe blij ben je met je taart?

Slider

Percentage geven

Deze vraag kun je aan de respondent stellen als je wilt weten hoe ver iemand is. Je vraagt aan de respondent in te schatten hoeveel procent er af is. Hiervoor kun je ook een slider gebruiken of je laat de respondent het percentage ingeven.

Voorbeeld:

Hoeveel van de taart is op?

0% = niks verbruikt

100% = alles verbruikt

Vul hier het percentage:

Punten toekennen

Bij deze vraag geef je de respondent om een aantal punten toe te kennen aan verschillende onderdelen. Je geeft de respondent 10 punten en die mogen verdeeld worden over de verschillende onderdelen. Bij de analyse kun je dan uitrekenen wat de gemiddeldes zijn of welk onderdeel het meeste punten heeft gescoord. Op deze manier kun je zien hoe de respondenten de verschillende onderdelen waarderen.

Voorbeeld:

Verdeel 10 punten over wat je favoriete taart is, waarbij je de meeste punten geeft aan je meest favoriete taart en de minste punten naar je minst favoriete taart.

Chocoladetaart ___ punten
Appeltaart ___ punten
Kersenvlaai ___ punten
Slagroomtaart ___ punten
Totaal 10 punten

Ranking

Bij ranking vraag je de respondent om een aantal onderdelen op volgorde van waardering of belang te zetten. Zo zie je welke onderdelen belangrijk zijn of goed worden gewaardeerd door je respondenten. Op deze manier weet je welke onderdelen nog extra aandacht nodig hebben.

Voorbeeld:

Zet de volgende onderdelen van taart op volgorde van bepalend voor je oordeel, waarbij 1 het meest belangrijk is.

___ Deeg

___ Vulling

___ Versiering

___ Afmeting

___ Smaak

Variatie in de vragenlijst

Er zijn nog veel meer vragen mogelijk, maar met deze selectie kun je al meer variëren in je vragen. Door te variëren, maak je het ook leuk voor je respondent om de vragenlijst in te vullen. Ze moeten goed lezen en opletten wanneer ze de vragenlijst invullen. Zorg er ook voor dat je vragenlijst niet te lang wordt door slim te kiezen in de soort vraag, kun je wel veel informatie ophalen.

Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring met anderen via haar laagdrempelige digitale cursussen en e-books.
© 2022 – 2024 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone