Als je in een korte tijd veel informatie nodig hebt voor je onderzoek, is de kans groot dat je kiest voor een vragenlijst. Want dat is één van de voordelen van een vragenlijst als onderzoeksmethode: op een snelle manier bij veel respondenten veel informatie verzamelen. Maar wist je dat er ook andere manieren zijn om in korte tijd veel informatie te verkrijgen van je respondenten? Denk bijvoorbeeld aan een kort interview. Wij zetten de voordelen van een kort interview voor je op een rij en leggen je uit wat de verschillen zijn met een vragenlijst.

Het misverstand dat er veel tijd gaat zitten in een kort interview

Bij een kort interview denken de meesten dat dit ontzettend veel tijd kost. Ook zou je het niet kwantitatief in kunnen zetten om te analyseren. Dit klopt niet helemaal. Een kort interview is namelijk absoluut in te zetten als kwantitatieve methode én veel tijd hoeft het niet te kosten. Zolang je maar goed bent voorbereid en weet wat je doet.

De interview vragen

Stel vooraf aan je interview een gespreksprotocol met de interview vragen op. Denk goed na welke informatie je wilt verzamelen en zorg dat je de vragen niet te lastig en uitgebreid maakt. Houd hierbij in gedachte dat je interview maximaal 10 minuten mag duren.

Omdat je mensen fysiek spreekt, kun je doorvragen op bepaalde gegeven antwoorden. Zo weet je meteen de achterliggende gedachten van een bepaald antwoord en dat is vaak de informatie waar je naar op zoek bent. In tegenstelling tot een vragenlijst, waar snel sociaal wenselijk geantwoord wordt.

Kwantitatieve analyse van een kort interview

De antwoorden die je hebt verkregen uit je korte interview kun je onder andere vergelijken in een Excel bestand. Zo is het toch een kwantitatieve analyse en is het zelfs mogelijk om percentages uit te draaien. Dit is natuurlijk wel afhankelijk van je vragen. Heb je bijvoorbeeld een vraag waar men eigenschappen moet opnoemen, dan zie je eenvoudig welke eigenschappen er het vaakst genoemd zijn.

Met het invullen van een vragenlijst zijn respondenten ook al snel 10 minuten bezig. In dit tijdsbestek kun je ook makkelijk een kort interview doen en heb je zelfs nog meer informatie over waarom respondenten bepaalde antwoorden geven.

Contact en meer informatie

Heb je veel informatie nodig van je respondenten en kom je ook graag achter de achterliggende gedachten van bepaalde antwoorden? Overweeg dan zeker een kort interview in plaats van een vragenlijst. Maak hierbij ook gebruik van onze 15 tips voor een goed interview.

Monitoren en evalueren worden vaak samen genoemd. Dit is niet gek, want zowel monitoren als evalueren doe je om dezelfde reden: je wilt specifieke informatie verzamelen die je nodig hebt om de volgende stap te kunnen maken. Het wordt vaak gezien als één instrument, maar er is wel degelijk verschil tussen de twee. Het verschil zit ‘m vooral in de momenten waarop je het doet.

Monitoren

Monitoren is structureel zicht houden op het project of programmaverloop. Het monitoren van je project doe je in aanloop naar het project en voornamelijk tijdens het project. Door gedurende het project structureel informatie te verzamelen kun je tijdig bijsturen waar nodig. Een monitor geeft antwoord op vragen zoals: Ben je op het goede spoor? Dragen je activiteiten bij aan je doel? Wat gaat goed? Wat kan beter? Door te monitoren houd je zicht op je doelbereik. Zo weet je welke stappen je moet zetten om je doel te bereiken en bereik je het doel efficiënter.

Evalueren

Met evalueren hou je het resultaat tegen het licht. Dit gebeurt meestal na afloop van een project, maar kan ook tussentijds. Je beantwoordt vragen als: Is het doel bereikt? Levert dit het beoogde effect? Een evaluatie brengt helder in kaart wat de resultaten en/of effecten van je project en/of proces zijn. Daarbij benoem je de succesfactoren en de verbeterpunten . Met die kennis weet je bij toekomstige trajecten waar je aandachtspunten liggen.

Om zowel tijdens het project zicht te houden op het verloop van het project én inzicht te krijgen in de resultaten wordt monitoring en evalueren vaak samen gedaan. Je krijgt dan een compleet beeld van de effecten van je project en kunt tijdig bijsturen indien nodig.

Wil jij ook inzicht in het verloop en de resultaten van je project, programma of activiteit? Ik kan je helpen bij de monitoring en/of evaluatie!

Stel je wilt een onderzoek doen onder een doelgroep die uit wel 10.000 mensen bestaat, moet je dan alle 10.000 mensen spreken om tot de juiste resultaten te komen? Zeker niet, slechts een deel van de onderzoekspopulatie hoeft mee te doen aan jouw onderzoek om tot representatieve resultaten te komen. Ik vertel je wat representativiteit inhoudt en wanneer iets representatief is.

Representativiteit houdt de mate in waarin de respondenten uit een steekproef een goede afspiegeling vormen van de doelgroep van je onderzoek. Je onderzoek is hierdoor representatief, wat betekent dat de eindconclusie van je onderzoek kloppend is voor ‘iedereen’ in je onderzoekspopulatie.

Een steekproef

Wanneer je een onderzoekspopulatie van 10.000 mensen hebt, zal je uiteindelijk 400 mensen moeten spreken om tot de mening van de grotere groep te komen. Dit houdt niet in dat je maar 400 mensen hoeft te benaderen. Je hebt te maken met een responspercentage. Dit is het percentage mensen dat meedoet aan je onderzoek. Je responspercentage is afhankelijk van het onderwerp dat je onderzoekt, hoe gemakkelijk en leuk het is om mee te doen aan jouw onderzoek en wat mensen ervoor terug krijgen. Ik ga vaak uit van 30% omdat ik vaak naar leuke onderwerpen onderzoek mag doen en inmiddels ervaring heb met het gemakkelijk maken van meedoen aan een onderzoek en ik de opdrachtgever vraag voor een leuk cadeautje voor de mensen die meedoen met het onderzoek. Tips om je respons te verhogen

Doordat niet iedereen mee zal doen aan je onderzoek zal je dus een grotere steekproef moeten trekken. Als je 400 respondenten nodig hebt en je uitgaat van een responspercentage van 30% heb je een steekproef van 400/30%=1.333 mensen nodig trekken.

Wanneer je een onderzoek doet moet je er rekening mee houden dat hoe kleiner de onderzoekspopulatie wordt, hoe groter het aantal respondenten wordt om tot representatieve eindresultaten te komen. Soms is echter de input die respondenten geven waardevoller dan de hoeveelheid mensen die meedoen. Je hebt het dan over kwalitatief onderzoek. In sommige gevallen kan het belangrijker zijn om te focussen op de resultaten van het onderzoek dan de representativiteit. Lees hierover meer in mijn blog ‘Kwalitatief en kwantitatief onderzoek: wat is wat?’.

Wil je weten hoeveel respondenten je nodig hebt voor jouw onderzoekspopulatie: ga dan naar een steekproefcalculator. Vaak geven deze ook meteen aan hoeveel mensen je moet benaderen in je steekproef.

Er zijn verschillende manieren om bezoekersonderzoek uit te voeren. Welke onderzoeksmethode het meest efficiënt werkt, is afhankelijk van het doel van je onderzoek, en wat je nodig hebt om dit doel te bereiken: wil je er zelf beter van worden of moet je je verantwoorden aan andere partijen? En heb je dan kwantitatieve of kwalitatieve gegevens nodig? Ik vertel je over verschillende efficiënte onderzoeksmethoden.

Vraag wat je moet weten

Een bezoekersonderzoek kun je zo groot en klein maken als je wilt. Het is daarbij belangrijk om het comfort van de bezoeker voorop te stellen. Zo raad ik bij vragenlijsten aan om een vragenlijst van maximaal 10 minuten, liever 5 minuten op te stellen. Beperk je daarbij tot vragen die je nodig hebt om antwoord te kunnen geven op je onderzoeksvraag. Lees hier meer over in mijn blog need to know of nice to know.

Handige en creatieve onderzoeksmethoden

Mensen moeten het leuk vinden om mee te werken aan je onderzoek. Je kunt met scheurkaartjes bijvoorbeeld hele korte vragenlijsten maken. Of door het plaatsen van een ‘stellingenwand’ waar mensen kort hun mening kunnen geven en tevens reacties van andere bezoekers kunnen lezen. Maar je kunt ook bezoekers benaderen voor korte interviewtjes. Hierin kan de respondent met een kopje koffie zijn/haar verhaal kwijt. Dit vinden respondenten vaak fijner om te doen dan een vragenlijst invullen.

Een vragenlijst kan uiteraard ook. Je kunt dan kiezen voor een fysieke of digitale vragenlijst, die je ter plekke laat invullen of later per mail opstuurt. Ik raad aan om vragenlijsten ter plekke in te laten vullen.

Tot slot kun je er voor kiezen om niet de bezoekers te benaderen, maar ze juist te observeren. Dat kan middels tracking, of door een observatielijst op te stellen om zelf op locatie de acties van bezoekers te volgen, of door een mystery guest in te zetten. De laatste methode kun je bijvoorbeeld gebruiken om te zien hoe klantvriendelijkheid jouw organisatie is.

Meer weten over creatieve onderzoeksmethoden? Lees dan hier mijn blog Creatief met onderzoeksmethoden. Meer weten over hoe ik je kan helpen bij bezoekersonderzoek? Neem dan contact met me op.

Al verschillende blogs heb ik geschreven over het gebruik van onderzoeksmethoden. Maar hoe kies je nu een goede onderzoeksmethode bij je onderzoek. Hier zijn een aantal stappen in te zetten.

  1. Welke informatie heb je al? En welke informatie moet je gaan verzamelen?

Bedenk goed welke informatie je nodig hebt om je onderzoeksvragen te beantwoorden. Wellicht heb je informatie voor handen en kun je daar je onderzoeksvragen mee beantwoorden. Denk bijvoorbeeld aan een databestand dat je bijhoudt met gegevens van deelnemers, maar ook de kassa uitdraai van je verkochte tickets.

Maar misschien heb je toch nog meer informatie nodig om je onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden.

  1. Waar kun je de informatie vinden, wie kan je verder helpen?

Wanneer je voor ogen hebt welke informatie je nog nodig hebt voor om je onderzoeksvragen te beantwoorden. Bedenk je waar je deze informatie kunt vinden. Moet je interviews gaan houden om uitgebreide informatie te krijgen of wil je graag grote aantallen respondenten bereiken met een vragenlijst. Bedenk dan goed hoe je de respondenten gaat benaderen, jongeren bereik je anders dan ouderen. Of moet je verder zoeken in de literatuur om de juiste informatie te vinden.

  1. Welk instrument zet je in voor welke onderzoeksvraag?

Als je duidelijk hebt welke informatie je nog wilt verzamelen en bij wie je die gaat navragen, kun je kijken wat je kunt gaan combineren. Welke onderwerpen komen terug in het interview of waar let je op als je gaat observeren.

Wil je nog meer informatie lees de blog over Waar let je op bij het kiezen van een onderzoeksmethode

Het wordt tegenwoordig steeds belangrijker om een bezoekersonderzoek binnen de organisatie uit te voeren. Je wilt het doen om bepaalde beslissingen te maken of om je te verantwoorden bij partners of subsidiegevers. Ik leg je uit hoe je een bezoekersonderzoek doet en wat je met de resultaten kan.

Wat is een bezoekersonderzoek en hoe voer je het uit?

Een bezoekersonderzoek is gericht op een organisatie die te maken heeft met publiek en wil weten hoe (een specifiek onderdeel van) de organisatie wordt gewaardeerd. Dat kan vanuit diverse afdelingen zoals educatie, marketing & communicatie en beleid interessant zijn. Het is belangrijk om voorafgaand vast te stellen welke vragen je wilt stellen en welke onderzoeksmethode het meest efficiënt is. Zo kom je tot de beste uitkomsten.

Welke beslissingen maak je naar aanleiding van de uitkomsten?

De uitkomsten van je bezoekersonderzoek kunnen bepaalde aannames die voorheen bestonden bevestigen of juist weerleggen. En daarmee kan je aan de slag. Dit kun je bijvoorbeeld doen:

  1. Je kunt je communicatiemiddelen aanpassen. Je weet nu immers hoe de bezoekers bij je organisatie terecht zijn gekomen. Besteed je je budget aan de juiste kanalen?
  2. Je stemt je programmering beter af op de wensen van je publiek. Of je kiest er juist voor om behoefte te creëren bij je publiek door ze met je programmering te verrassen.
  3. Je kunt besluiten compleet nieuw aanbod te maken om nieuwe bezoekers te trekken. Maar let op: je zal nooit iedereen naar jouw organisatie kunnen trekken. Om zo goed mogelijk je gewenste doelgroep te bereiken, moet je echt in contact komen met de doelgroep, luisteren naar de wensen, je aanbod hierop aanpassen en kijken welke communicatiemiddelen het meest effectief bij ze werken.

Wat je ook naar aanleiding van je onderzoek bepaalt, ze kunnen je organisatie sterker maken. Je kan verantwoord en onderbouwd wel of niet met de resultaten aan de slag gaan.

Meer weten over bezoekersonderzoek en hoe ik je daarbij kan helpen? Kijk dan hier of neem direct contact met me op.

Wanneer je een onderzoek uitvoert is het belangrijk dat de uitkomsten betrouwbaar zijn. Je wilt immers dat ze bruikbaar zijn en dat ze door derden serieus worden genomen. Om dat te bereiken moet het onderzoek onafhankelijk zijn. Maar wat betekent dat? Een onafhankelijk onderzoek betekent dat de onderzoeker geen belang heeft bij de uitkomsten van het gesprek. Je meet dus niet volgens je eigen maatstaf. Dat is onder andere belangrijk wanneer je onderzoek doet naar je eigen organisatie. Je wilt voorkomen dat je valt onder de slogan: 'Wij van wc-eend, adviseren wc-eend'.

Belangrijk voor onafhankelijk onderzoek is te zorgen voor objectiviteit: jouw mening als onderzoeker, of die van andere belanghebbenden, laat je buiten beschouwing. Het is belangrijk om er zeker van te zijn dat je afstand houdt van het onderwerp en je vragen niet gestuurd zijn. Respondenten voelen zich zo niet gedwongen of gestuurd om een bepaald antwoord te geven. Je kunt testen of je onderzoek onafhankelijk is en daarmee betrouwbaarder door te kijken of het onderzoek herhaalbaar is: een andere onderzoeker kan hetzelfde onderzoek uitvoeren waarbij dezelfde resultaten worden gevonden.

Weten waar je nog meer rekening mee moet houden voor een onafhankelijk onderzoek, en wat voor onderzoeksmethoden er zijn? Lees de blogs Zelf onderzoek (leren) doen en Valkuilen van onderzoek doen of download mijn e-book met een routewijzer voor zelf onderzoek doen.

Eén van de onderzoeksmethodes die veel gebruikt wordt, is het houden van een interview. Het is belangrijk om dit goed voor te bereiden, zodat je de juiste informatie krijgt. Hieronder vind je 10 tips om goed beslagen ten ijs te komen.

10 tips

  1. Bedenk welke informatie je uit je interviews nodig hebt. Dit doe je door een analyseschema te maken. Hierin zet je je onderzoeksvragen. Bij elke onderzoeksvraag bedenk je interviewvragen die de onderzoeksvraag helpen te beantwoorden.
  1. Zet daarna de interviewvragen op een logische volgorde, zodat je een prettig en logisch gesprek hebt. Je interviewprotocol is nu klaar.
  1. Ga je interviewprotocol valideren. Je test je interviewprotocol om te kijken of het goed loopt, hoe lang het duurt en de geïnterviewde de vragen begrijpt. Pas eventueel het protocol aan.
  1. Maak afspraken met de personen die je wilt interviewen. Neem hiervoor ruim de tijd. Wanneer je op een dag iemand gaat benaderen, ga er niet van uit dat diegene de volgende dag tijd heeft voor je interview. Veelal zitten er drie weken tussen het benaderen van de persoon en het daadwerkelijke interview.
  2. Geef aan de geïnterviewde duidelijk aan hoe lang het interview gaat duren en waarom je het interview doet. Indien nodig, kun je ter voorbereiding de vragen mailen, zodat de geïnterviewde zich kan voorbereiden.
  3. Verdiep je in de persoon wie je gaat interviewen. Zorg er voor dat je iets weet over zijn/haar werk.
  4. Zorg dat je een rustige plek hebt om te interviewen, dat je elkaar goed kunt verstaan en dat er niet te veel omgevingsgeluiden zijn.
  5. Ga naar een plek die voor de geïnterviewde makkelijk is. Bijvoorbeeld bij zijn/haar werkplek. Maak het de geïnterviewde qua reizen zo gemakkelijk mogelijk.
  6. Zorg voor opnameapparatuur, zodat je het gesprek kunt opnemen. Aan de hand van de opname kun je straks je verslag gemakkelijk maken. Met de meeste mobiele telefoons kun je opnames maken. Zorg wel dat deze op stil staat tijdens het gesprek en je voldoende opslagruimte hebt.
  7. Neem een kleine attentie mee voor de geïnterviewde. Hiermee kun je de geïnterviewde bedanken voor de tijd en de hulp. Dit kan iets leuks zijn gerelateerd aan het onderwerp van je onderzoek, maar ook een reep chocolade of een bloemetje.

Meer informatie

Mocht je meer informatie willen over de onderzoeksmethode interview kijk dan naar een van deze blogs ‘Welke interviewmethoden zijn er en wanneer gebruik je ze?’ of ‘15 tips voor een goed interview’

Onderzoek doen kan je veel opleveren. Je verkrijgt inzichten waarmee je gefundeerde beslissingen en acties kunt ondernemen. Mits je het goed doet. Pak je het verkeerd aan, dan levert een onderzoek niet (of nauwelijks) op wat je wilt en heeft het enkel onnodig veel tijd gekost. Om je op weg te helpen, noem ik in deze blog een aantal valkuilen van onderzoek waar je voor moet waken:

Onderzoek doen omdat het moet. Je begint aan een onderzoek omdat je informatie nodig hebt waar je iets mee kunt. Bijvoorbeeld om je project te verbeteren, verantwoording af te leggen, besluitvorming te voeden of draagvlak te creëren. Denk echter elke keer weer na, over wat je met het onderzoek wilt bereiken. Doe geen onderzoek omdat het in het proces past of omdat het zo hoort, terwijl je geen informatiebehoefte hebt.

De verkeerde onderzoeksvraag stellen, waardoor je uiteindelijk niet de antwoorden krijgt waarnaar je op zoek bent. Het formuleren van de juiste onderzoeksvraag is essentieel bij het verkrijgen van de informatie die je nodig hebt. Bepaal de onderzoeksvraag aan de hand van de informatie die je nodig hebt. De onderzoeksvraag kan namelijk vaak niet meer aangepast worden gedurende het onderzoek. Als je bepaalde informatie aan het verzamelen bent, kun je gedurende de dataverzameling hier niet meer sterk van afwijken. Realiseer je dit bij het formuleren van je onderzoeksvraag.

Verkeerde onderzoeksmethode kiezen De onderzoeksmethode die je kiest is afhankelijk van het soort informatie dat je nodig hebt. Kies dus niet voor een vragenlijst als je achterliggende motivaties wilt weten. Of: kies niet voor interviews als je veel cijfers en percentages wilt hebben van een grote groep mensen.

Verdwalen in de hoeveelheid informatie. Als je alle informatie verzameld hebt, is het zaak om niet te verdwalen in de informatie en weer terug te gaan naar je onderzoeksvraag. De resultaten van een onderzoek zijn niet een verzameling feiten, maar een samenhangend antwoord op je vraag. De feiten worden dus op zo’n manier geclusterd dat verbanden inzichtelijk zijn (en dus ook geformuleerd worden) en de conclusies een logisch gevolg zijn en antwoord geven op je vraag.

Niets doen met de resultaten. Met alleen het doen van een onderzoek ben je er nog niet. De resultaten moeten geïmplementeerd worden. Hoe je dit doet is afhankelijk van het onderzoek dat je hebt gedaan. Leerpunten of actiepunten vloeien vaak logisch voort uit een onderzoek. Ga hiervoor (met collega’s) zitten om een actieplan of implementatieplan te formuleren. Maak praktische afspraken met collega’s over wat jullie gaan doen met de informatie.

Wil je meer lezen over hoe je de stappen van onderzoek doen wel op een goede manier kunt doorlopen? Lees dan deze eerder verschenen blogs:

Bij een literatuurstudie doe je onderzoek naar al beschikbare gegevens ten behoeve van een probleemstelling. Sommige zaken zijn namelijk al eerder onderzocht. Je hoeft dan niet het wiel zelf opnieuw uit te vinden. Door middel van literatuuronderzoek kun je veel informatie verzamelen. Ik geef je tien tips voor het doen van literatuuronderzoek:

  1. Veel informatie is al beschikbaar. Door middel van literatuurstudie kun je veel informatie verzamelen over trends, marktbewegingen, marktstructuur en ontwikkelingen zonder dat je zelf veldwerk hoeft te doen.
  2. Formuleer een duidelijk doel/onderzoeksvraag en deelvragen die je wilt beantwoorden met de literatuurstudie.
  3. Zorg voor steekwoorden/zoekwoorden die afgeleid zijn van je doel/onderzoeksvraag. Dit geeft je een richting om relevante literatuur te zoeken.
  4. Zoek in een relevant artikel naar verwijzingen en bronvermeldingen naar andere publicaties. Je krijgt dan een zogenaamd sneeuwbaleffect naar nieuwe informatie.
  5. Verzamel actuele informatie.
  6. Maak van de verzamelde literatuur één geheel, waarbij je alleen de relevante informatie toevoegt die antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
  7. Houdt bij welke informatie je waar vandaan haalt, zodat jij en/of de opdrachtgever kan zien welke bronnen zijn gebruikt.
  8. Refereer naar bronnen via de APA-regels om plagiaat te voorkomen.
  9. Belangrijk bij het uitvoeren deskresearch is het controleren van de relevantie van de gegevens. Beantwoordt deze informatie jouw probleemstelling?
  10. Zorg voor meerdere bronnen. Dit maakt de data betrouwbaarder.
  11. Zorg voor betrouwbare bronnen, zoals (wetenschappelijke) artikelen via Google Scholar, gepubliceerde onderzoeken op officiële websites of bronnen uit de bibliotheek.
Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring met anderen via haar laagdrempelige digitale cursussen en e-books.
© 2022 – 2024 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone