Je hebt een plan, een doel, en je bent enthousiast gestart. Maar ergens sluimert de vraag: werkt het eigenlijk wel? Bereiken we wat we willen bereiken? Effectmeting geeft je daar het antwoord op. Niet als controle-instrument, maar als krachtige motor voor groei, verbetering en geloofwaardigheid.
Effectmeting is geen eindstation, maar een kompas onderweg. Door tijdens je project te meten wat er gebeurt, zie je of je nog op koers ligt. Je voorkomt dat je te lang blijft investeren in een aanpak die maar half werkt. Of dat je pas na afloop merkt dat je je doel net niet haalde. Meten = bijsturen. En dat maakt je project wendbaar en veerkrachtig.
Effectmeting maakt zichtbaar wat anders onzichtbaar blijft. Het helpt je om veranderingen in gedrag, betrokkenheid of samenwerking niet alleen te signaleren, maar ook overtuigend te onderbouwen. Dat is niet alleen van waarde voor jezelf, maar ook richting financiers en samenwerkingspartners: je laat zien wat jouw project concreet oplevert en je legt verantwoording af over de ingezette middelen.
Effectmeting laat zien wat werkt en waarom. Die inzichten helpen je om onderbouwde keuzes te maken: welke werkwijze zet je voort? Wat heeft minder effect dan gedacht? Waar ligt ruimte voor verbetering? Het voorkomt dat je telkens opnieuw het wiel uitvindt en maakt je effectiever bij een volgend project.
Effectmeting is een waardevol onderdeel van organisatieontwikkeling. Door bewust te meten leer je niet alleen wat goed werkt, maar ook wat beter kan. Die kennis versterkt je huidige aanpak én vormt een fundament voor toekomstige projecten. Het helpt je om scherper te zien waar je al effect bereikt, maar ook waar nog ruimte ligt. Zo maak je strategische keuzes over wat je voortzet, aanpast of opnieuw vormgeeft. Op die manier bouw je stap voor stap aan een lerende organisatie die wendbaar is en gericht blijft op duurzame impact.
Kortom: effectmeting is geen verplicht nummer, maar een kans. Een kans om te groeien, te leren en te laten zien waar je voor staat. Niet pas achteraf, maar juist onderweg. Want weten wat werkt, maakt alles wat je doet krachtiger.
Van evalueren kun je leren. Wat je leert is afhankelijk van wat je evalueert. Een aantal mogelijke leerpunten zijn:
Een procesevaluatie gericht is op de manier waarop je werkt en samenwerkt. Van een procesevaluatie profiteer je dus bij alle volgende projecten, maar ook bij doorlopende processen.
Wacht dus niet tot het project is afgelopen met nadenken over evalueren. Plan bij voorkeur al bij de opzet van je project een evaluatie. Op welke momenten wil je evalueren? En wat wil je dan weten. Zijn er bepaalde mijlpalen in het project waarop het slim is om te reflecteren op het verloop van het project? Als je hier bij aanvang over nadenkt, wordt het gemakkelijker deze na afloop te beantwoorden.
Over de verschillende fasen van het proces, kun je de volgende vragen stellen.
Beantwoord deze evaluatievragen samen met het projectteam en zo nodig met externe partijen. Concentreer je niet op wat er niet goed ging, maar op wat er wel goed ging. Mensen leren namelijk meer van successen dan van fouten.
Organisaties vragen zich gedurende evaluaties vaak de vraag 'doen we de dingen goed?'. Een goede vraag, die je wilt beantwoorden om je projecten te verbeteren. Maar als je je doelen wilt bereiken, is de vraag 'doen we de goede dingen?' belangrijker. Een vraag die helaas veel minder vaak wordt gesteld. Je wilt graag weten of de ontwikkelde activiteiten bijdragen aan de beoogde doelstelling en dus het beoogde effect hebben.
Om deze vraag te beantwoorden, kun je effecten van je projecten gaan meten (Tien tips voor het meten van effecten), maar je kunt ook kritisch kijken naar waarom activiteiten worden uitgevoerd.
Veel instellingen hebben een visie en missie. Waarschijnlijk de instelling waar u werkt ook. Deze worden vervolgens vertaald in doelstellingen (en subdoelstellingen), die vervolgens omgezet zijn in activiteiten. Hier komen vaak een aantal aannames om de hoek. Een voorbeeld: Een gemeente die burgers wil stimuleren een gezond leven te leiden, kan besluiten sport te subsidiëren (de activiteit). Immers (verantwoord) bewegen is gezond. Door vervolgens alle sportverenigingen te subsidiëren, wordt de aanname gemaakt dat elke sport leidt tot meer bewegen is dus gezond is. Er zijn echter ook sporten, zoals denksport (bridge, schaken) en vaardigheidssporten (handboogschieten en darts) die niet leiden tot meer bewegen. Dit neemt niet weg dat ze andere positieve effecten hebben.
Als je wilt weten of je de goede dingen doet, kijk dan kritsisch naar de verbindingen tussen je missie, doelstellingen en je activiteiten. Zijn deze logisch met elkaar verbonden? Welke aannames zijn er gemaakt? Kun je werken met deze aannames?
Voor OTIB (het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf) heb ik de verbanden tussen missie, doelstellingen en meetpunten doorgelicht. Meer informatie over dit project vindt je bij 'wordt het doel bereikt als de meetpunten worden behaald?'. Wil je meer weten over het opstellen van meetpunten, kerncijfers of wil je deze verbanden binnen je organisatie onder het licht houden, kun je contact opnemen met mij via de mail (info@claudiadegraauw.nl) of telefoon (06 42 88 77 29).
Voor organisaties binnen dezelfde branche met vergelijkbare activiteiten (bijvoorbeeld musea of toneelgezelschappen) is het interessant om de kwaliteit van deze activiteiten met elkaar te vergelijken door middel van een benchmark. Hierdoor kun je van elkaar leren: Wat lukt de één wel en de ander niet? Daarnaast bepaal je gezamenlijk wat de criteria voor kwaliteit van jullie activiteiten bepaald; bijvoorbeeld een verandering in houding, bijdrage aan de creativiteit. Hiermee breng je een eenduidig en duidelijk geluid naar buiten over de kwaliteit die je biedt naar subsidiegevers en je publiek.
Een benchmark is een vergelijkend onderzoek waarbij de prestaties van organisaties, producten, diensten of programma’s op identieke wijze worden onderzocht en met elkaar worden vergeleken. Hoe de benchmark precies wordt ingericht is afhankelijk van de kwaliteitscriteria die gemeten worden. Als dit is vastgesteld worden alle organisaties, diensten, producten, activiteiten, programma’s op dezelfde manier gemeten en langs dezelfde meetlat gelegd.
Als de vergelijking anoniem is, worden de verschillende organisaties, diensten, producten, activiteiten vergeleken met het gemiddelde. Als de vergelijking niet anoniem is, worden de organisaties naast elkaar gezet. Dan wordt duidelijk wie welke sterke punten heeft. Over deze sterke punten kunnen de verschillende organisaties dan van elkaar leren. Met een benchmark leer je dus welke kwaliteit jij biedt en wat vergelijkbare organisaties bieden. Dit helpt je ook om je beter te positioneren. Afhankelijk van hoe de benchmark is ingestoken, kun je zo leren wat jouw publiek bij jou komt halen. En hier vervolgens beter op inspelen.
Als je de benchmark zelf inricht met je collega-organisaties, bepalen jullie als sector wat de criteria voor kwaliteit is voor jullie producten. Is kwaliteit bepaald door het aantal bezoekers, het aantal uitvoeringen of door wat je bewerkstelligt bij je publiek? Door dit op te nemen in de benchmark beoordeel je je diensten en activiteiten op kwaliteitscriteria die jullie als sector belangrijk vinden.
Dit geeft je een interessant instrument in handen naar je subsidiegever en andere financiers. Zij stellen steeds vaker vragen over de kwaliteit die je biedt en de mate waarin je hierin je doel bereikt. Met zo’n benchmark heb je een instrument in handen waarmee je de kwaliteit die jouw organisatie biedt, kunt aantonen. Ook ten opzichte van andere organisaties. Wat jouw sterke punten zijn. En in hoeverre jij jouw doelen bereikt.
Wil je de potentie van je project of organisatie vergroten? Maak dan een SWOT analyse waarbij je een overzicht maakt van de kansen, bedreigingen, sterktes en zwaktes van jouw project of organisatie. Aan de hand van deze punten kun je je project of organisatie versterken.
Een SWOT analyse (ook wel sterkte-zwakteanalyse genoemd) is van oorsprong een bedrijfskundig instrument dat je gebruikt om intern de sterktes en zwaktes en extern de kansen en bedreigingen van een organisatie of project in kaart te brengen. Binnen de bedrijfskunde wordt een SWOT analyse vaak gemaakt als onderdeel van een ondernemersplan of om de markpositie van een bedrijf te bepalen. Op basis van de uitkomsten van de analyse kun je als bedrijf vervolgens een passende strategie bepalen.
Je kunt het instrument daarnaast ook gebruiken om kritisch naar je project te kijken door de huidige stand van zaken binnen een project inzichtelijk te maken. Ga je op dezelfde koers verder of is het beter om eerst wijzigingen door te voeren?
Bij het opstellen van een sterkte-zwakteanalyse, doorloop je een aantal stappen waardoor je inzicht krijgt in de potentie van een project of organisatie. Deze stappen zijn:
Breng zowel de sterke als zwakke punten van je organisatie of project in kaart. Hierbij kijk je naar de interne elementen. Vragen die je bijvoorbeeld kan stellen zijn:
Maak een overzicht van de ontwikkelingen, gebeurtenissen en invloeden waar je project of organisatie mee te maken kan krijgen. Dit zijn de externe elementen. Vragen die je hierbij kunnen helpen zijn:
Als je zowel de externe als interne elementen in kaart hebt gebracht, ga je ze tegenover elkaar zetten in een confrontatiematrix (zie onderstaande afbeelding). De sterktes en zwaktes zet je in de bovenste rij en de kansen en bedreigingen in de onderste rij. Wanneer je dit gedaan hebt maak je een overzicht van de meest belangrijke kwesties.
Ten slotte ga je de belangrijke kwesties omzetten in een strategie voor je project of organisatie. Zorg ervoor dat je gestelde doelen realistisch en haalbaar zijn zodat je er gelijk mee aan de slag kan.
Wil je meer weten over het evalueren van je project? Lees dan ook de blog: evalueren om je project te verbeteren.
Veel praktijkonderzoeken stoppen te vroeg. Onderzoeksvragen worden geformuleerd, data worden verzameld en conclusies worden getrokken. Maar dan houdt het helaas op. Met alleen de conclusies ben je er nog niet. Om aan de slag te kunnen met een onderzoek heb je actiepunten nodig. Onderzoek doe je namelijk niet voor de lol, maar omdat je iets wilt DOEN met de informatie die je hebt verzameld.
Je actiepunten sluiten aan op wat je wilde doen met de uitkomsten van je onderzoek. Als je oorspronkelijk doel was je programma beter aan te laten sluiten bij je doelgroep, dan hebben je actiepunten betrekking op het aanpassen van het programma, het veranderen van je communicatiemiddelen of het uitbreiden van een succesvol concept.
Hoe doe je dat?
Tijdens het onderzoek leer je snel veel over het onderwerp. Je krijgt grip om details, de pluspunten en de verbeterpunten. Het is dan gemakkelijk om oplossingen te bedenken en actiepunten te formuleren. Daarbij wordt je vaak geholpen tijdens het onderzoek, omdat uit je data ook oplossingen naar voren komen. Respondenten reiken je tijdens interviews mogelijke oplossingen aan. Ook in een vragenlijst kun je hier naar vragen.
Bedenk dus tijdens je onderzoek al dat je op het einde actiepunten gaat formuleren. Als je bij de dataverzameling en de analyse al aandacht hebt voor oplossingen en actiepunten, is het gemakkelijk deze stap ook te zetten. Bij het schrijven van je conclusies kun je er gemakkelijk actiepunten achter zetten. Zorg ervoor dat dit steeds een doorgaande lijn is: vraag → oplossing(en) → mogelijke actiepunten.
Mijn onderzoeken sluit ik af met conclusies en actiepunten. Dat doe ik door tijdens mijn onderzoek steeds overzicht te houden op alle vragen en drempels, oplossingen en argumenten en aansluitend mogelijke actiepunten. Graag kijk ik samen met de opdrachtgevende organisatie wat vervolgens praktisch mogelijk is. Het verschilt namelijk per organisatie wat kan en wat bij hen past.
Doen we de dingen goed? OF doen we de goede dingen? Twee vragen die sterk op elkaar lijken, maar die wel degelijk twee verschillende betekenissen hebben. Organisaties die evalueren stellen vaak de eerste vraag: Doen we de dingen goed? Er wordt dan kritisch gekeken naar de huidige activiteiten om ze in de toekomst te verbeteren. Dit is zinvol als je een kwaliteitsslag wil maken in je project. Maar wil je weten of je je doelen daadwerkelijk bereikt? Dan moet je de tweede vraag stellen: Doen we de goede dingen? Je wilt dan weten of de projecten en activiteiten bijdragen aan de geformuleerde doelen, niet of het losstaande project goed wordt uitgevoerd.
Om erachter te komen of je de goede dingen doet is het in de eerste plaats belangrijk om de doelen helder voor ogen te hebben. Is van tevoren het doel niet helder, dan weet je niet of je op de goede weg zit met de bereikte resultaten.
Vervolgens vertaal je deze doelen naar meetbare indicatoren (vergeet daarbij niet dat alles meetbaar is). Je kijkt vervolgens welke activiteit in welke mate bijdraagt aan je doelbereik. Zo krijg je inzicht in of je de goede dingen doet. Als je daarnaast verkent welke opties er nog meer zijn om je doelen te bereiken, krijg je inzicht in alternatieven en kun je kritisch kijken naar de mix van activiteiten die er zijn om je doel te bereiken.
Jongeren vormen een belangrijke doelgroep voor veel organisaties en projecten. Of het nu gaat om sportactiviteiten, culturele programma's of sociale initiatieven, het is van essentieel belang om te begrijpen hoe jongeren denken en voelen over deze activiteiten. Hierbij spelen geschikte onderzoeksmethoden een sleutelrol. In deze blog beschrijven we enkele effectieve methoden om waardevolle inzichten van jongeren te verkrijgen.
Om effectief met jongeren te communiceren, is het van belang om hun wereld te begrijpen. Jongeren bevinden zich in een unieke fase van hun leven, waarin ze nog volop in ontwikkeling zijn. Deze fase brengt ook uitdagingen met zich mee. Denk hierbij aan: minder concentratie, minder probleemoplossend vermogen, lagere overdrachtssnelheid van informatie én hormonen die bijdragen aan heftigere emoties en minder empathisch vermogen.
Om jongeren effectief te bereiken, is het essentieel om op de hoogte te zijn van de trends die hun gedrag en interesses beïnvloeden. De belangrijkste trends zijn onder andere:
Jongeren zijn goed te bereiken, mits je ze leert kennen en begrijpen. Neem ze serieus en betrek ze.
Bij het uitvoeren van onderzoek onder jongeren is het belangrijk om methoden te kiezen die aansluiten bij hun behoeften en voorkeuren. De volgende elementen zijn daarbij belangrijk:
Enkele onderzoeksmethoden die aan deze voorwaarden voldoen zijn:
Een manier van onderzoeken waar je de jongeren nauwelijks mee belast is observeren. Het kost hen geen tijd, jij observeert werkelijk gedrag en je bent niet afhankelijk van respons. Door te observeren kun je veel informatie verzamelen. Je kunt echter alleen feitelijk gedrag observeren en geen motivaties achterhalen.
Een snelle en makkelijke manier om informatie te verzamelen. Door de jongeren na de activiteit een papiertje te geven met daarop een stelling, hoeven ze alleen nog maar via een scheurtje in het papiertje of door een cijfer te geven laten weten of ze het met de stelling eens zijn. Jongeren kunnen eenvoudig hun mening geven zonder veel tijd of moeite te investeren.
Een andere geschikte onderzoeksmethode voor jongeren is een digitale enquête. Deze wordt ter plekke door een enquêteur afgenomen. Deze stelt de vragen en vult de antwoorden in. Deze methode kost meer tijd, maar op deze manier kan men veel informatie verzamelen met minimale inspanning van de jongeren zelf.
Door de jongeren na afloop een cadeautje te geven als bedankje vergroot je de kans dat ze meewerken.
Hoewel tijdrovend, bieden interviews de mogelijkheid om diepgaande informatie en motivaties van jongeren te achterhalen. Dit kost de jongeren echter veel tijd. Aan de andere kant voelen zij zich gehoord en serieus genomen en zal dit hen motiveren om mee te werken. Ook bij deze onderzoeksmethode is het leuk om ze een cadeautje te geven als bedankje.
Het is altijd belangrijk, om bij het kiezen van een onderzoeksmethode met de eerdergenoemde trends onder jongeren en hun voorkeuren rekening te houden.
Het begrijpen en betrekken van jongeren is essentieel voor het succes van projecten en programma's gericht op deze doelgroep. Door gebruik te maken van effectieve communicatiestrategieën en geschikte onderzoeksmethoden kunnen organisaties waardevolle inzichten verkrijgen van jongeren.
Er wordt vaak gedacht dat een effectmeting zonde is van het geld en dat de (schaars) beschikbare financiële middelen beter direct aan het programma besteed kunnen worden. Een effectmeting is echter een manier om beter en sneller naar je doel te bewegen, waardoor je project uiteindelijk minder zal kosten en meer zal opbrengen. Omdat je weet of je op de juiste koers zit, kun je je financiën binnen het programma gerichter en effectiever besteden. Daarmee is een effectmeting dus geen kostenpost, maar een middel om geld te besparen.
Het belang van het meten van effecten heb ik uitgelegd in mijn blog "Waarom wil je effect meten?". In deze blog een paar vragen om je te helpen bepalen of het voor jou handig is om een effectmeting te doen.
Als je meer van bovenstaande vragen met ja hebt beantwoord, is een effectmeting het overwegen waard. Een effectmeting is namelijk een essentieel onderdeel van je programma. Daarmee weet je of je programma werkt. En hoe je je doel beter kunt bereiken. Je kunt tijdig bijsturen op basis van inhoudelijke informatie.
Inzicht in jouw effecten en doelbereik? Lees hier hoe ik je hierbij kan helpen!
Culturele instellingen als musea, kunstencentra, theaters, galeries, festivals en bibliotheken, krijgen veel bezoekers over de vloer. Publieksonderzoek helpt u deze bezoekers te leren kennen en aan u te binden. Door meer te weten te komen over uw bezoekers kunt beter inspelen op hun behoeften, ze beter bereiken en uw organisatie leren verbeteren.
1. Beter inspelen op behoeften bestaande bezoekers
Door uw bezoekers beter te kennen kunt u enerzijds beter inspelen op hun behoeften, zonder dat het uw artistieke of historische product aantast. Bezoekers komen namelijk niet alleen voor de theatervoorstelling of een tentoonstelling, maar voor de gehele ervaring. De entree, de horeca, de garderobe, de routing horen hier ook bij. Als dit beter aansluit bij de bezoekers, zullen zij vaker terug komen en zelfs ambassadeur worden.
2. Beter bereik nieuwe bezoekers
Anderzijds leert u hoe u deze mensen kunt bereiken. Doordat u bekend bent met de mediakanalen die zij gebruiken en andere (culturele) instellingen die zij bezoeken, kunt u hen gericht benaderen. Zo kunt u combinatieaanbiedingen doen met een restaurant in de buurt of via bepaalde websites.
3. Verbeteren van uw organisatie
Ten slotte leert u uw organisatie beter kennen. Bezoekers helpen u beter te presteren. Door informatie te verzamelen over waar ze tevreden over zijn en waar niet, leert u de verbeterpunten van uw organisatie kennen. Kan de kaartverkoop verbeterd worden, of sluit het aanbod van de horeca of de museumwinkel niet aan bij de behoeften. Maar ook de punten die hoog gewaardeerd worden en dus verder uit gebuid kunnen worden, door ze bijvoorbeeld meer te benadrukken in uw marketingactiviteiten.
Ben je cursist? Log hier in op de Academie voor Onderzoek