Je bent bijna aan het einde van je studie en moet je scriptie schrijven. Maar hoe bouw je een scriptie op en wat moet er in? De eisen aan de opbouw kunnen per universiteit of hogeschool verschillen. Kijk hier daarom goed naar voordat je begint met schrijven. Een algemene indeling vind je hieronder.

Voorwoord

Hoewel het voorwoord vooraan in je scriptie staat schrijf je deze vaak als laatste. Hierin kun je het verloop van het scriptieproces beschrijven, maar ook eventuele persoonlijke motivaties om juist deze scriptie te doen. En hier kan je personen bedanken die belangrijk zijn geweest voor het proces en je onderzoek.

Samenvatting

In de samenvatting deel je de belangrijkste inzichten, vaak op 1 pagina. Het dient een snel overzicht te zijn voor de lezer, waarbij ook de aanleiding van het onderzoek, de probleemstelling en de onderzoeksmethode worden beschreven.

Inhoudsopgave en Introductie

De inhoudsopgave is de pagina die je het eerst maakt. Hierin zet je de indeling van je scriptie op.

In de introductie beschrijf je de aanleiding van je scriptie, de probleemstelling en de onderzoeksdoelstelling. Vaak wordt hier ook de relevantie van het onderzoek beschreven en tot slot een leeswijzer. Hoe moet de lezer dit verslag lezen en waar staat welk onderdeel van je scriptie.

Theorie en Methoden

In het theorie-deel beschrijf je het theoretisch kader op basis waarvan je het onderzoek gaat uitvoeren. Dit geeft handvatten voor de verschillende manieren waarop een onderzoek kunnen worden uitgevoerd, het geeft (wetenschappelijke) perspectieven en helpt bij het kiezen van de geschikte methode.

In het methoden-deel geef je antwoord op de vragen: wat, waar, wanneer, wie en hoe het onderzoek is uitgevoerd. Daarbij geef je toelichting waarom voor bepaalde methoden is gekozen en waarom juist niet voor een andere methode. Hier kun je ook een conceptueel model laten zien.

Resultaten en conclusie

De resultaten van het onderzoek toon je in dit deel. Je laat de analyses zien en de interpretatie van deze analyses. Daarbij houd je rekening met het theoretisch kader.

Na de resultaten volgt de conclusie: hierbij beschrijf je wat het onderzoek betekent, zowel voor jezelf als voor de praktijk en de wetenschap.

Aanbevelingen & discussie

Indien het onderzoek praktisch is, worden hier de aanbevelingen voor de praktijk gedaan. Hier beschrijf je ook opties voor vervolgonderzoek. Indien van toepassing kun je hier een verklaring geven of de resultaten afhankelijk zijn van bepaalde keuzes tijdens het onderzoek.

Bijlagen

In de bijlagen komt de bibliografie, ofwel literatuurlijst met alle bronnen die je hebt gebruikt. Let er op dat je deze op de juiste wijze opmaakt.

In het uitvoeren van onderzoek draait alles om meten. Meten in allerlei vormen. Kwantitatief, kwalitatief of een mengvorm. Onder kleine of grote doelgroepen. Op basis van bestaande en nieuwe data. Ga zo maar door. Onderzoek uitvoeren is geen doel op zich. De grote vraag is wat je als bibliotheek gaat doen met de uitkomsten van het onderzoek.

De uitkomsten kunnen gebruikt worden voor:

In deze blog gaan we in het kort verder in op bovenstaande doelen zonder daarin het complete beeld te willen schetsen.

Het informeren van stakeholders, medewerkers, subsidieverstrekkers en klanten

Het doen van een onderzoek levert, indien goed uitgevoerd, waardevolle informatie op. Denk hierbij aan:

Input genereren voor het maken van een jaarverslag

In een jaarverslag wordt logischerwijs teruggekeken op het afgelopen jaar. Steeds vaker wordt hier de combinatie gekozen van cijfers en het verhaal achter die cijfers. Bij cijfers gaat het om aantal leden, bezoekers, activiteiten, gebruik van de werkplekken, websitebezoekers enz. Maar hier kunnen ook cijfers over impact of tevredenheid aan bod komen. Aan de verhalenkant kunnen bijvoorbeeld deelnemers aan een activiteit aan het woord komen of de organisatoren ervan. Dit geheel wordt vaak interactief op de website geplaatst. Een jaarverslag met 50 pagina’s tekst is veelal verleden tijd.

Het vormgeven van beleid op de korte en lange(re) termijn

Het beleid van een bibliotheek is gebaseerd op veel indicatoren. Indicatoren die deels uit onderzoek komen. Denk hierbij aan inzicht in je werkgebied wat op basis van allerlei bestaande data gegeneerd kan worden. Wonen er bijvoorbeeld in een bepaalde wijk veel mensen met een niet-Nederlandse achtergrond, dan zou je daar een taalcafé kunnen gaan inrichten. Komt er uit onderzoek dat de horeca in de bibliotheek goed bezocht wordt, maar andere bezoekers geluidsoverlast ervaren. Dan kun je wellicht iets doen met de locatie of geluidsisolatie van die horeca. Zo zijn er nog legio andere voorbeelden te bedenken.

Het toetsen of ingezet beleid effect heeft gesorteerd.

Het toetsen van effect / impact staat bij veel bibliotheken hoog op de agenda en dan met name het meten van de maatschappelijke waarde van de Bibliotheek. Vanuit de KB (Koninklijke Bibliotheek) en de POI’s (Provinciale Ondersteuningsinstelling) zijn en worden onderzoekstools ontwikkeld die bibliotheken in kunnen zetten om effect te meten. Denk hierbij aan het meten van de effectiviteit van leesbevorderingsprogramma’s en de impact van digivaardigheidscursussen. Maar pas op: het meten van effect / impact is lastig. Verstandig is om hierbij een onderzoeker te raadplegen.

Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring met anderen via haar laagdrempelige digitale cursussen en e-books.
© 2022 – 2024 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone