In deze blog gaat het over het verzamelen van data door middel van het uitzetten van een enquête.

Wil je meer weten over waar je allemaal aan moet denken bij een enquête, lees de volgende blogs:

In deze blog neem ik je mee in het proces van het organiseren van het data verzamelen met enquêtes. Het uitgangspunt is dat je reeds een enquête hebt, die je wilt gaan uitzetten onder je doelgroep. Het gaat hierbij om een kwantitatieve manier van data verzamelen, dus niet over bijvoorbeeld het afnemen van een (groeps)interview.

Methode van verspreiding

Eigenlijk zijn er twee methoden die je hiervoor kunt gebruiken: Schriftelijk of online. De schriftelijke methode wordt vrijwel niet meer gebruikt (duur, gebruiksonvriendelijk, arbeidsintensief), dus richten we ons op de online verspreiding. Houd hierbij wel in de gaten dat zo’n 3 procent van de Nederlandse bevolking van 12 jaar of ouder geen toegang heeft tot internet (2019) en onder de 75 plussers ligt dit percentage een stuk hoger (23%). Bij een onderzoek onder de ouderen in onze samenleving is het raadzaam om voor een andere methode van data verzamelen te kiezen.

Online uitzetten van de enquête

Hoe zorg je ervoor dat je enquête bij de potentiële respondent komt? Heb je een lijst van mailadressen van potentiële respondenten, dan is de methode eenvoudig. Via je online enquête software kun je deze mensen een mail sturen met daarin de link naar de vragenlijst. Of je zet de link naar de vragenlijst in een mail (via bijvoorbeeld outlook) en verstuurt die naar alle mailadressen.

Het komt echter ook regelmatig voor dat je geen mailadressen hebt. Hoe ga je dan te werk? Je eigen netwerk is hiervoor essentieel. Je kunt via sociale media en/of bijv. Whatsapp je eigen netwerk inzetten om de vragenlijst te laten invullen, maar zeker ook om deze verder te verspreiden. Pas hierbij wel op: Je krijgt hierdoor wel een selectieve respons. Sowieso door het gebruik van je eigen netwerk en tevens doordat je alleen diegenen bereikt die actief zijn op de sociale media / gebruik maken van Whatsapp.

Unieke of algemene link?

Heb je geen mailadressen dan zul je altijd gebruik moeten maken van een algemene link (iedereen krijgt dezelfde link). Heb je wel de beschikking over mailadressen, dan heb je de keuze. Je kunt elk mailadres een unieke link sturen. Dit heeft als voordeel dat je de respons precies kunt volgen (wie heeft wel en wie heeft nog niet ingevuld) en je kunt een eventuele reminder alleen sturen naar diegenen die de enquête nog niet heeft ingevuld. Een nadeel is dat je respondenten niet kunt vragen de enquête door te sturen naar anderen. Een unieke link kan namelijk maar één keer worden gebruikt.

Maak je gebruik van een algemene link dan ligt het nadeel voor de hand: je kunt niet volgen wie niet en wie wel heeft gereageerd en je kunt geen gerichte reminder sturen. Een ander nadeel is dat één respondent de enquête meerdere keren kan invullen. Dat kan met name voorkomen wanneer je een beloning aan het invullen koppelt. Het voordeel van een algemene link is dat de enquête heel makkelijk verspreidt kan worden.

Tips

  1. Wanneer je tijdens het data verzamelen nog een wijziging wilt aanbrengen in je vragenlijst, download dan eerst alle data die je tot dan toe verzameld hebt. Door het aanbrengen van wijzigingen kan je oude data onbruikbaar worden.
  2. Zorg ervoor dat je vragenlijst kort is. Gebruik niet teveel tekst en probeer met name gesloten vragen te stellen (vragen met antwoord categorieën). Dit scheelt veel tijd in de verwerking van de gegevens.
  3. Bedenk bij het gebruik van mailadressen (of andere gegevens) of je die wel voor je onderzoek mag gebruiken. Je kunt te maken hebben met de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming). Op internet is hierover veel informatie te vinden.

Na het afronden van een onderzoek, geven we regelmatig een presentatie van de resultaten. De ene kan van nature spreken voor een grote groep, maar de ander vindt het toch wel spannend en is erg zenuwachtig. Graag geven we je wat tips voordat je een presentatie gaat geven. 

Tip #1 Bepaal de hoofdboodschap

Bedenk voordat je je presentatie voor gaat bereiden, wat de belangrijkste boodschap is die je over wilt brengen. Wat moet iedereen in je publiek meenemen van je presentatie. Bouw je presentatie hier omheen op. Onze hoofdboodschap is vaak: er zijn effecten, namelijk …. en houdt aandacht voor …. Of Je kunt dit project verbeteren door …..

Tip #2 Zorg voor ondersteuning (powerpoint, prezi, filmpjes etc).

Maak een mooi presentatie, denk hierbij aan powerpoint, prezi een filmpje of andere visuele ondersteuning tijdens je presentatie. Let hierbij op dat je geen lappen tekst gaat projecteren. Je publiek heeft geen tijd om alles goed te lezen, wanneer ze lezen kunnen ze niet goed naar je luisteren. Zet er steekwoorden, plaatjes, opsommingen op die je verhaal ondersteunen. Dat je publiek weet wat er gaat komen en waar je het over hebt. Maak het visueel aantrekkelijk om naar te kijken. Zorg ervoor dat het je rust geeft en dat het niet afleidt van de boodschap die je aan het vertellen bent.

Tip #3 Leer belangrijke punten uit je hoofd.

Niets is zo vervelend om naar te kijken als een presentator die constant op een papier zit te kijken en de tekst voorleest. Leer daarom de belangrijkste punten uit je hoofd. Hierdoor vertel je natuurlijker en houdt het publiek de aandacht. Zorg er dan wel voor dat je de informatie op een natuurlijke manier verteld en het niet gaat opdreunen. Je moet een boodschap vertellen en je publiek meenemen in je verhaal.

Tip #4 Zet steekwoorden op kaartjes, geen lappen tekst.

Natuurlijk kun je niet de gehele presentatie uit je hoofd leren. Er zijn altijd zaken die je gaat vergeten, kleine details die je niet in je hoofd krijgt. Maak daarom per onderwerp een kaartje en zet daar steekwoorden op, geen zinnen. Hierdoor ga je niet voorlezen, maar heb je wel ondersteuning tijdens je verhaal mocht je iets vergeten.

Tip #5 Bereid je voor

Een hele belangrijke tip. Neem de tijd, begin op tijd met het voorbereiden van je presentatie. Maak een goede visuele ondersteuning, test die een aantal keer uit. Wellicht heb je er een timer op staan, zorg ervoor dat die niet te snel loopt. Maak de kaartjes, kijk of de woorden die je erop hebt gezet kloppen. En oefen de presentatie een aantal keer (als je weinig ervaring hebt, of het spannend vindt). Niet alleen voor de spiegel, maar ook voor iemand anders. Hierdoor weet je of je verhaal helder is en of het duidelijk is wat je verteld.

Tip #6 Neem de tijd voor je presentatie

Neem ook tijdens de presentatie de tijd, zorg ervoor dat je rustig bent. Kom op tijd, test de apparatuur en zorg ervoor dat je helemaal klaar staat als het publiek binnen komt. Tijdens de presentatie neem je rustmomenten, zodat het publiek de informatie tot zich kunnen nemen. Bedenk dat je niet de trein hoeft te halen, maar juist een verhaal moet vertellen. Spreek daarom niet te snel, maar rustig en duidelijk. Als jij het gevoel hebt dat je te langzaam spreekt, spreek je precies goed. En haal adem op tijd. Als je te snel gaat, kun je af en toe een slokje water drinken. Dan ga je vanzelf langzamer.

Tip #7 Vertrouw op jezelf, jij bent de expert

Als je dan je presentatie aan het houden bent, bedenk dan dat jij de expert bent. Je hebt je verhaal goed voorbereid, kaartjes gemaakt en de visuele ondersteuning gemaakt. Dus vertrouw op jezelf. Je hebt weken, misschien maanden gewerkt aan dit onderzoek en jij bent de expert op dit gebied. Vertel wat je weet en vertrouw op wat je vertelt. Hierdoor zal het publiek je verhaal voor waar aannemen en gaat je presentatie goed.

Er zijn verschillende manieren om bezoekers te bevragen. Wij maken graag een combinatie van verschillende methodes. Eén methode op zich is natuurlijk ook voldoende om informatie te verkrijgen bij je bezoekers. De verschillende methodes hebben ook verschillende doelen. Wanneer kies je nou voor welke methode? Hieronder heb ik een kort overzicht gemaakt met het doel per methode.

  1. Scheurkaartje: Het doel van scheurkaartjes is om veel bezoekers in een korte tijd bevragen. Je kunt echter maar 2 of 3 vragen stellen. Deze methode wordt veel gebruikt bij activiteiten met veel bezoekers die dan snel een paar antwoorden kunnen geven aan het einde van de activiteit. (lees hier meer informatie over scheurkaartjes)
  2. Korte interviews: Het doel van korte interviews is om in een korte gesprek bezoekers te bevragen naar beweegredenen. Je kunt hierdoor dieper ingaan op antwoorden in een beperkte tijd. Doordat je veel bezoekers spreekt kun je ook antwoorden met elkaar vergelijken. (lees hier meer informatie over korte interviews)
  3. Observeren: Het doel van observeren is het gedragingen van bezoekers achterhalen. Door je bezoekers te observeren weet je wat de aandacht trekt en waar bezoekers snel doorlopen. Je kunt door te observeren ook reacties zien van je bezoekers. (lees hier meer informatie over observeren)
  4. Vragenlijst: Het doel van een vragenlijst is op veel informatie van veel bezoekers krijgen. Je kunt je bezoekers in een korte tijd veel vragen stellen. De antwoorden kun je met elkaar vergelijken. (lees hier meer informatie over vragenlijsten)

Wij maken regelmatig combinaties van de verschillende methodes, omdat ze elkaar versterken. Zo kun je eerst je bezoekers observeren en ze daarna een vragenlijst laten invullen of juist een korte interview met ze houden. Zo zijn er vele mogelijkheden en wij denken graag met je mee. Benieuwd hoe we je kunnen helpen, kijk hier voor meer informatie.

Tegenwoordig worden er steeds vaker testen gedaan om te kijken wat voor type mensen je in je team hebt. Zelfs bij ons op kantoor hebben we de creativiteitstest gedaan. Creativiteit wordt in een team steeds belangrijker. Niet alleen in de creatieve industrie, maar ook in het bedrijfsleven. Met een MTO kun je ook meten hoe creatief je personeel is.

Op basis van het onderzoek van TNO “Creatief vermogen -  de ontwikkeling van een meetinstrument voor leerlingen op school” hebben we een test ontwikkeld waarmee je creativiteit kunt meten. In deze test wordt er gekeken hoe er gescoord wordt op de 7 aspecten van creatief vermogen.

7 aspecten waarop getest wordt:

Uit de test komen een aantal prototypische profielen naar voren. Hieronder een korte samenvatting per profiel.

9 prototypische profielen:

  1. Creatief vaardig: deze teamleden scoren gemiddeld op alle aspecten. Ze kunnen nog vaardiger worden.
  2. Creatief vaardig 2: deze teamleden scoren net boven gemiddeld op alle aspecten, scoren lager op anders durven zijn. Ze zijn creatief vaardig, maar blijven niet altijd eigen ideeën volgen als anderen het beter weten.
  3. Conformist: deze teamleden scoren gemiddeld op alle aspecten, maar scoren aanzienlijk lager op anders durven zijn. Ze zijn nieuwsgierig, en vindingrijk, maar komen niet op voor de eigen ideeën.
  4. Snelle starter: deze teamleden scoren op de aspecten anders durven zijn en volhardend zijn hoger dan gemiddeld. Ze geven een lagere score voor nieuwsgierig en vindingrijk. Volgen de opdracht en zetten door als het moeilijk wordt, maar nemen geen tijd om nieuwe ideeën te verzinnen.
  5. Minder creatief vaardig: deze teamleden geven een lagere score dan gemiddeld op alle aspecten. Anders durven zijn is nog lager. Ze krijgen geen ruimte om creatief te zijn of hebben een minder creatief vermogen.
  6. Zeer creatief vaardig: deze teamleden scoren op alle aspecten hoger dan gemiddeld. Ze benaderen opdrachten op een creatieve manier en zetten verschillende aspecten in.
  7. Dromer: deze teamleden scoren op nieuwsgierig, vindingrijk en anders durven zijn hoger dan gemiddeld. Ze geven een lagere score op interacterend met anderen. Deze vergeten anderen in hun denken, staan minder open voor bijsturing.
  8. Creatief totdat het moeilijk wordt: deze teamleden scoren gemiddeld, behalve op volhardend. Deze score is lager. Ze scoren bovengemiddeld voor anders durven zijn. Ze gaan door als andere het geen goed idee vinden. Maar haken af als het moeilijk is of onzeker of het wel zal lukken.
  9. Authentiek: deze teamleden scoren lager dan gemiddeld op alle aspecten. Op anders durven zijn juist hoger. Deze teamleden worden gedreven door zich te willen onderscheiden en het op een eigen manier te doen. Minder door mogelijkheden van een opdracht of de feedback van anderen.

Wanneer je een team gaat samenstellen en je houdt rekening met de bovenstaande profielen wil je een mix van een aantal profielen. Je wilt personen die open staan voor andere ideeën, personen die met andere ideeën komen. Maar ook personen die nog vaardiger willen worden. Door een mix van profielen in je team te hebben worden de profielen versterkt en daag je teamleden uit om zich verder te ontwikkelen.

Ben je nieuwsgierig geworden hoe creatief je medewerkers zijn, neem hier contact op met ons en we kijken wat we voor je kunnen betekenen.

Er zijn verschillende manieren om bezoekersonderzoek uit te voeren. Welke onderzoeksmethode het meest efficiënt werkt, is afhankelijk van het doel van je onderzoek, en wat je nodig hebt om dit doel te bereiken: wil je er zelf beter van worden of moet je je verantwoorden aan andere partijen? En heb je dan kwantitatieve of kwalitatieve gegevens nodig? Ik vertel je over verschillende efficiënte onderzoeksmethoden.

Vraag wat je moet weten

Een bezoekersonderzoek kun je zo groot en klein maken als je wilt. Het is daarbij belangrijk om het comfort van de bezoeker voorop te stellen. Zo raad ik bij vragenlijsten aan om een vragenlijst van maximaal 10 minuten, liever 5 minuten op te stellen. Beperk je daarbij tot vragen die je nodig hebt om antwoord te kunnen geven op je onderzoeksvraag. Lees hier meer over in mijn blog need to know of nice to know.

Handige en creatieve onderzoeksmethoden

Mensen moeten het leuk vinden om mee te werken aan je onderzoek. Je kunt met scheurkaartjes bijvoorbeeld hele korte vragenlijsten maken. Of door het plaatsen van een ‘stellingenwand’ waar mensen kort hun mening kunnen geven en tevens reacties van andere bezoekers kunnen lezen. Maar je kunt ook bezoekers benaderen voor korte interviewtjes. Hierin kan de respondent met een kopje koffie zijn/haar verhaal kwijt. Dit vinden respondenten vaak fijner om te doen dan een vragenlijst invullen.

Een vragenlijst kan uiteraard ook. Je kunt dan kiezen voor een fysieke of digitale vragenlijst, die je ter plekke laat invullen of later per mail opstuurt. Ik raad aan om vragenlijsten ter plekke in te laten vullen.

Tot slot kun je er voor kiezen om niet de bezoekers te benaderen, maar ze juist te observeren. Dat kan middels tracking, of door een observatielijst op te stellen om zelf op locatie de acties van bezoekers te volgen, of door een mystery guest in te zetten. De laatste methode kun je bijvoorbeeld gebruiken om te zien hoe klantvriendelijkheid jouw organisatie is.

Meer weten over creatieve onderzoeksmethoden? Lees dan hier mijn blog Creatief met onderzoeksmethoden. Meer weten over hoe ik je kan helpen bij bezoekersonderzoek? Neem dan contact met me op.

De onderzoekspopulatie bestaat uit de personen of organisaties die je in je onderzoek wilt betrekken. Omdat je meestal niet iedereen in de populatie kunt ondervragen, trek je een steekproef. Bij een eerdere blog heb ik geschreven over hoe je het beste een steekproef kunt trekken. Hierin beschreef ik kort het verschil tussen een selecte en een aselecte steekproef. Hier zit een wezenlijk verschil in.

Bij een selecte steekproef maakt niet iedereen kans om in de steekproef terecht te komen. De resultaten gelden enkel voor de onderzochte groep. Er zijn een aantal selecte steekproeven mogelijk:

Uit gesprekken die ik voer met verschillende mensen die onderzoek doen, is er soms verwarring over de term onderzoeksmethodes. Er zijn theorieën op basis waarvan je een onderzoek kunt doen en je hebt manieren om data te verzamelen.

In mijn blogs spreek ik geregeld over onderzoeksmethoden. Ik bedoel hiermee de diverse manieren om data te verzamelen.

Wanneer je voor jezelf helder hebt wat de onderzoeksvragen zijn, ga je kijken welke informatie je op welke manier kunt verzamelen. Hiervoor zijn veel verschillende methoden. Je hebt kwalitatieve onderzoeksmethoden en kwantitatieve onderzoeksmethoden. Bij kwalitatieve onderzoeksmethoden gaat het niet om feiten of cijfers, je kijkt meer naar het hoe en waarom. Bij kwantitatieve onderzoeksmethodes draait het juist om cijfers en feiten die je met elkaar kunt vergelijken. Kijk ook naar mijn blog over het verschil tussen kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden.

Er zijn allerlei onderzoeksmethoden. In mijn overzichtsblog met verschillende onderzoeksmethoden staan verschillende manieren. Wees ook creatief met de manieren waarop je data verzamelt. Kijk verder dan de standaard manieren van onderzoek en maak interessante combinaties.

Wanneer je een onderzoeksmethode heb gekozen is een goede voorbereiding belangrijk. Kijk per methode wat je nodig hebt en neem de tijd om je meetinstrument goed op te zetten. Bespreek het met collega’s en test het meetinstrument voordat je het gaat inzetten.

English flag Click on the flag to read this article in English

Onderzoek doen kan je veel opleveren. Je verkrijgt inzichten waarmee je gefundeerde beslissingen en acties kunt ondernemen. Mits je het goed doet. Pak je het verkeerd aan, dan levert een onderzoek niet (of nauwelijks) op wat je wilt en heeft het enkel onnodig veel tijd gekost. Om je op weg te helpen, noem ik in deze blog een aantal valkuilen van onderzoek waar je voor moet waken:

Onderzoek doen omdat het moet. Je begint aan een onderzoek omdat je informatie nodig hebt waar je iets mee kunt. Bijvoorbeeld om je project te verbeteren, verantwoording af te leggen, besluitvorming te voeden of draagvlak te creëren. Denk echter elke keer weer na, over wat je met het onderzoek wilt bereiken. Doe geen onderzoek omdat het in het proces past of omdat het zo hoort, terwijl je geen informatiebehoefte hebt.

De verkeerde onderzoeksvraag stellen, waardoor je uiteindelijk niet de antwoorden krijgt waarnaar je op zoek bent. Het formuleren van de juiste onderzoeksvraag is essentieel bij het verkrijgen van de informatie die je nodig hebt. Bepaal de onderzoeksvraag aan de hand van de informatie die je nodig hebt. De onderzoeksvraag kan namelijk vaak niet meer aangepast worden gedurende het onderzoek. Als je bepaalde informatie aan het verzamelen bent, kun je gedurende de dataverzameling hier niet meer sterk van afwijken. Realiseer je dit bij het formuleren van je onderzoeksvraag.

Verkeerde onderzoeksmethode kiezen De onderzoeksmethode die je kiest is afhankelijk van het soort informatie dat je nodig hebt. Kies dus niet voor een vragenlijst als je achterliggende motivaties wilt weten. Of: kies niet voor interviews als je veel cijfers en percentages wilt hebben van een grote groep mensen.

Verdwalen in de hoeveelheid informatie. Als je alle informatie verzameld hebt, is het zaak om niet te verdwalen in de informatie en weer terug te gaan naar je onderzoeksvraag. De resultaten van een onderzoek zijn niet een verzameling feiten, maar een samenhangend antwoord op je vraag. De feiten worden dus op zo’n manier geclusterd dat verbanden inzichtelijk zijn (en dus ook geformuleerd worden) en de conclusies een logisch gevolg zijn en antwoord geven op je vraag.

Niets doen met de resultaten. Met alleen het doen van een onderzoek ben je er nog niet. De resultaten moeten geïmplementeerd worden. Hoe je dit doet is afhankelijk van het onderzoek dat je hebt gedaan. Leerpunten of actiepunten vloeien vaak logisch voort uit een onderzoek. Ga hiervoor (met collega’s) zitten om een actieplan of implementatieplan te formuleren. Maak praktische afspraken met collega’s over wat jullie gaan doen met de informatie.

Wil je meer lezen over hoe je de stappen van onderzoek doen wel op een goede manier kunt doorlopen? Lees dan deze eerder verschenen blogs:

Als je een representatieve mening van een bepaalde groep Nederlanders nodig hebt, bijvoorbeeld vrouwen tussen de 35 en 60 jaar maar ook ouders van kinderen op de basisschool of inwoners van Amsterdam, kun je kiezen voor een vragenlijst onder een panel.

Een panel wordt gevormd door een representatieve groep Nederlanders die aangegeven heeft dat ze regelmatig willen meedoen aan een onderzoek. Vaak worden deze panels beheerd door marktonderzoekbureaus, maar ook door andere onderzoekbureaus. Je koopt een aantal vragen en respondenten in. De panelbeheerder legt de panelleden een digitale vragenlijst voor. Meestal wordt er binnen een aantal weken een databestand opgeleverd met een weegfactor. Je kunt dan snel met de uitkomsten van het onderzoek aan de slag.

Het kan interessant zijn om gedurende het jaar een aantal keer een panelonderzoek te doen. Als je vaker data verzamelt, kun je vergelijkingen gaan maken bijvoorbeeld over een verandering van houding of bekendheid met een bepaald product of dienst. Als je in dat jaar aanpassingen doet, kan je zien wat de resultaten hiervan zijn.

 Tips:

Het is niet altijd nodig om zelf data te verzamelen. Je kunt ook gebruik maken van bestaande bronnen. Denk hierbij aan databestanden die je kunt kopen bij bijvoorbeeld SCP of CBS, maar ook aan je eigen administratie of kassaregistratiesysteem. Je maakt gebruik van bestaande databestanden als je meer wilt weten over een bepaald onderwerp waar landelijk gegevens over worden verzameld of als je kwantitatieve data wilt over je eigen organisatie. Er wordt al veel data verzameld. Maak daar slim gebruik van.

Tips:

Kijk hier voor een overzicht van verschillende onderzoeksmethoden

English flag Click on the flag to read this article in English

Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring met anderen via haar laagdrempelige digitale cursussen en e-books.
© 2022 – 2023 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone