Je hebt een plan, een doel, en je bent enthousiast gestart. Maar ergens sluimert de vraag: werkt het eigenlijk wel? Bereiken we wat we willen bereiken? Effectmeting geeft je daar het antwoord op. Niet als controle-instrument, maar als krachtige motor voor groei, verbetering en geloofwaardigheid.

1. Het houdt je scherp tijdens de rit

Effectmeting is geen eindstation, maar een kompas onderweg. Door tijdens je project te meten wat er gebeurt, zie je of je nog op koers ligt. Je voorkomt dat je te lang blijft investeren in een aanpak die maar half werkt. Of dat je pas na afloop merkt dat je je doel net niet haalde. Meten = bijsturen. En dat maakt je project wendbaar en veerkrachtig.

2. Het maakt zichtbaar wat anders onzichtbaar blijft

Effectmeting maakt zichtbaar wat anders onzichtbaar blijft. Het helpt je om veranderingen in gedrag, betrokkenheid of samenwerking niet alleen te signaleren, maar ook overtuigend te onderbouwen. Dat is niet alleen van waarde voor jezelf, maar ook richting financiers en samenwerkingspartners: je laat zien wat jouw project concreet oplevert en je legt verantwoording af over de ingezette middelen.

3. Het geeft richting aan keuzes

Effectmeting laat zien wat werkt en waarom. Die inzichten helpen je om onderbouwde keuzes te maken: welke werkwijze zet je voort? Wat heeft minder effect dan gedacht? Waar ligt ruimte voor verbetering? Het voorkomt dat je telkens opnieuw het wiel uitvindt en maakt je effectiever bij een volgend project.

4. Werken aan een lerende organisatie

Effectmeting is een waardevol onderdeel van organisatieontwikkeling. Door bewust te meten leer je niet alleen wat goed werkt, maar ook wat beter kan. Die kennis versterkt je huidige aanpak én vormt een fundament voor toekomstige projecten. Het helpt je om scherper te zien waar je al effect bereikt, maar ook waar nog ruimte ligt. Zo maak je strategische keuzes over wat je voortzet, aanpast of opnieuw vormgeeft. Op die manier bouw je stap voor stap aan een lerende organisatie die wendbaar is en gericht blijft op duurzame impact.

Kortom: effectmeting is geen verplicht nummer, maar een kans. Een kans om te groeien, te leren en te laten zien waar je voor staat. Niet pas achteraf, maar juist onderweg. Want weten wat werkt, maakt alles wat je doet krachtiger.

Een scriptie schrijven is voor veel studenten een flinke uitdaging. Het is een lang proces waarin je niet alleen moet onderzoeken en analyseren, maar ook helder moet schrijven, plannen en volhouden. Soms zie je het even niet meer zitten, raak je het overzicht kwijt of verlies je de motivatie. Gelukkig zijn er manieren om het proces overzichtelijker én leuker te maken. In deze blog nemen we je mee in de opbouw van een scriptie, leggen we uit hoe je een sterk theoretisch kader schrijft en bespreken we de aanpak van veelvoorkomende valkuilen.

Opbouw van je scriptie

Een scriptie begint meestal met een voorwoord, waarin je kort iets vertelt over je proces en mensen bedankt die je hebben geholpen. Daarna volgt de samenvatting: een compacte weergave van je onderzoek, bedoeld om de lezer snel inzicht te geven in je werk. De inhoudsopgave geeft vervolgens structuur aan je document en is daarom vaak de eerste pagina die je maakt.

In de introductie leg je uit waarom je dit onderzoek doet, wat je precies onderzoekt en hoe je dat aanpakt. Hierna volgt het theoretisch kader, waarin je de wetenschappelijke basis van je onderzoek beschrijft. Vervolgens beschrijf je in de methodesectie wat er is onderzocht, waar en wanneer het onderzoek heeft plaatsgevonden, wie eraan hebben deelgenomen en hoe het is uitgevoerd.

De resultaten en conclusie vormen het hart van je scriptie. Je laat zien wat je hebt gevonden en wat dat betekent. Hier geef je antwoord op je onderzoeksvragen. Tot slot geef je aanbevelingen voor de praktijk of vervolgonderzoek, en voeg je bijlagen toe zoals je literatuurlijst of gebruikte vragenlijsten.

Het theoretisch kader: de wetenschappelijk fundering

Het theoretisch kader is meer dan een verzameling literatuur. Het is de onderbouwing van je onderzoek, waarin je laat zien dat je weet wat er al bekend is over jouw onderwerp. Je begint met het uitleggen van belangrijke begrippen. Wat betekenen ze precies, en waarom zijn ze relevant voor jouw onderzoek?

Daarna bespreek je theorieën en modellen die aansluiten bij je onderwerp. Kies hierbij bewust: welke theorie helpt jou om je onderzoeksvraag te beantwoorden? Tot slot kijk je naar eerder onderzoek. Wat is er al gedaan, en hoe sluit jouw onderzoek daarop aan of voegt het iets nieuws toe?

Aanpak van typische problemen tijdens het schrijven van je scriptie

Het opstellen van een scriptie brengt vaak diverse uitdagingen met zich mee. Hier zijn zes veelvoorkomende problemen en hoe je deze kunt aanpakken om het schrijfproces plezierig te houden:

Voor alle problemen geldt dat praten met anderen wonderen kan doen. Vertel wat je doet en welke resultaten je hebt. Door te praten kun je tot inzichten komen. Diegene kan kritische vragen stellen, waardoor je terug moet naar je informatie. Wat voor jou duidelijk is, hoeft niet voor een ander duidelijk te zijn. Jij bent de expert en moet je gesprekspartner overtuigen van je onderzoek.

Tot slot

Een scriptie schrijven is een leerproces. Het vraagt tijd, inzet en doorzettingsvermogen. Maar met een goede structuur, duidelijke keuzes en af en toe een pauze, kom je er echt wel. En wil je meer hulp? In het e-book “Help! Ik moet onderzoek doen” vind je alles wat je nodig hebt om je scriptie tot een goed einde te brengen.

Een enquête uitzetten is een goede methode om veel mensen op dezelfde manier te bevragen. Om een representatief beeld van je onderzoeksgroep te krijgen, is een goede respons voor een enquête cruciaal. In deze blog bespreken we verschillende strategieën om je publiek te motiveren om mee te werken aan je onderzoek.

Selecteer je onderzoeksgroep

Het is belangrijk om je onderzoeksgroep nauwkeurig te selecteren. Schrijf niet zomaar iedereen aan, maar kijk van wie je wilt dat ze je vragenlijst invullen. Denk aan leeftijd, beroepsgroep en hobby’s. Als je onderzoeksgroep geïnteresseerd is in je onderwerp, zijn ze eerder geneigd je vragenlijst volledig in te vullen.

Zoek je respondenten op

Leer je respondenten kennen en ga naar de plekken waar zij zich bevinden. Voor jongeren is dit bijvoorbeeld veel online, via social media. Heb je een programma gericht op ouderen? Ga dan eens naar dagactiviteiten in wijkcentra. Zo zijn er voor iedere doelgroep andere plekken waar ze te vinden zijn.

Maak je vragenlijst kort en duidelijk

Een goede vragenlijst is kort, duidelijk en to-the-point. Stel alleen vragen die je echt nodig hebt voor je onderzoek. Door je te beperken tot het noodzakelijke, vergroot je de kans dat mensen de vragenlijst volledig invullen. Zorg ervoor dat je vragen helder geformuleerd zijn en dat het voor de respondent duidelijk is wat er van hem of haar wordt verwacht. Maak gebruik van gesloten vragen waar mogelijk, en geef duidelijke instructies bij doorverwijzingen, zoals: “Indien nee, ga door naar vraag 10.” Dit moet zowel digitaal als op papier goed te volgen zijn.

Maak het respondenten gemakkelijk

Om ervoor te zorgen dat respondenten jouw vragen beantwoorden, wil je het hen zo gemakkelijk mogelijk maken. Zorg voor een werkende link bij een digitale vragenlijst en geef respondenten indien mogelijk een klein presentje als dank voor hun deelname. Zorg bij schriftelijke vragenlijsten voor een kosteloze antwoordenveloppe of een pen en een tafel waar ze de vragenlijst in kunnen vullen.

Gebruik creatieve onderzoeksvormen

Er is geen saai onderwerp, er zijn alleen saaie onderzoeksvormen. Zet een creatieve werkvorm in die past bij de doelgroep om het onbewuste aan te spreken. Bijvoorbeeld, vraag jongeren welk soort schoen zij het beste bij een organisatie vinden passen. De uitleg die zij geven zegt meer over het beeld dat zij hebben van de organisatie dan wanneer je hier direct naar zou vragen.

Geef respondent verantwoordelijkheid

Waardeer je respondent als expert. Zij beschikken over informatie om jouw project of programma te verbeteren. Dit geeft een gevoel van verantwoordelijkheid en motiveert hen om tijd vrij te maken voor het onderzoek. Leg uit wat de toegevoegde waarde is van de informatie die je van hen nodig hebt en benadruk het belang van hun medewerking.

Gebruik de uitkomsten

Als je respondenten de moeite neemt om je te helpen, moet je hun input ook gebruiken. Maak tijdens het onderzoek al duidelijk wat je gaat doen met de uitkomsten en doe dit dan ook. Denk hierbij ook aan hoe dit zichtbaar is voor de mensen die mee hebben gewerkt aan je onderzoek.

Je bent enthousiast gestart met een project, programma of activiteit. Alles loopt, de eerste reacties zijn positief, en je denkt: wat levert dit eigenlijk op? Maar dan komt het besef: er is geen nulmeting gedaan. Kun je dan nog wel iets zeggen over de effecten?
Ja, dat kan. En toch is het slim om bij een volgend project wél vooraf te meten. In deze blog neem ik je mee in de wereld van effectmetingen. Wat is het precies? Hoe pak je het aan als je geen nulmeting hebt? En waarom is zo’n nulmeting dan eigenlijk zo waardevol?

Wat is een effectmeting eigenlijk?

Een effectmeting laat zien wat het directe resultaat is van jouw project of programma. Denk aan veranderingen in kennis, houding, gedrag of samenwerking. Effecten zie je op korte termijn: wat is er anders nádat mensen hebben meegedaan?

Effectmeting is iets anders dan impactmeting. Impact gaat over de langere termijn en raakt aan het grotere doel: wat verandert er op het niveau van onze missie? Effect gaat dus over de directe gevolgen van jouw activiteit zelf. En die kun je ook meten zonder nulmeting.

Geen nulmeting gedaan? Geen paniek.

Een nulmeting maakt vergelijken makkelijk: je weet waar je begon, dus je ziet beter wat er veranderd is. Maar ook zonder beginmeting kun je achteraf veel leren. Hoe dan?

  1. Doe een documentstudie Bekijk jaarverslagen, notulen, oude rapportages of eerdere evaluaties. Wat was er bekend voordat jullie project startte? Soms vind je al veel terug over het beginpunt.

  2. Vraag het je doelgroep Interview deelnemers of laat ze een vragenlijst invullen. Vraag wat er voor hen veranderd is: Wat wisten of deden ze eerst? Wat anders nu? Mensen vinden het vaak lastig om effecten onder woorden te brengen, dus help ze op weg met voorbeelden. Vraag bijvoorbeeld:
    • Wat heb je geleerd?
    • Wat doe je nu anders?
    • Wat heeft deze activiteit voor jou betekend?
  1. Betrek anderen Spreek ook met collega’s of samenwerkingspartners. Wat zien zij veranderen bij de doelgroep? Wat valt hen op?

  2. Deel op in stukjes Maak het behapbaar. Vraag niet “Wat is er veranderd?” maar “Wat is er veranderd in gedrag, in kennis, in samenwerking?” Kleine stappen maken het grote plaatje duidelijker.

Hoe meer mensen je spreekt, hoe betrouwbaarder je beeld wordt. En met een goed uitgewerkte eenmeting kom je vaak een heel eind.

Toch liever wél een nulmeting? Slim plan.

Een nulmeting geeft je veel:

Bovendien dwingt een nulmeting je tot heldere doelen: wat wil je bereiken, voor wie, en hoe weet je of dat lukt? Dat maakt het evalueren achteraf makkelijker.

Meten is mogelijk, altijd

Of je nu aan het begin staat of al halverwege bent: het is nooit te laat om inzicht te krijgen in effecten. En onderzoek doen is eigenlijk best leuk. Je wordt er wijzer van, ontdekt nieuwe dingen en je ziet wat jouw werk teweegbrengt.

Dus: ben je al begonnen en mis je een nulmeting? Ga dan slim aan de slag met een eenmeting. En start je straks een nieuw project? Denk dan alvast na over een nulmeting. Zo weet je straks precies wat je hebt bereikt.

Ben je benieuwd hoe je met een slimme eenmeting toch waardevolle inzichten kunt verzamelen? Of wil je bij je volgende project wél starten met een nulmeting? Neem contact met me op – ik denk graag met je mee!

Een goede vragenlijst maken lijkt eenvoudig, maar er komt meer bij kijken dan je denkt. Je wilt duidelijke antwoorden, betrouwbare data én dat mensen je vragenlijst ook echt invullen. In deze blog lees je praktische tips over het opstellen, testen en verspreiden van een vragenlijst. Zo haal je het meeste uit je onderzoek!

1. Houd het kort en overzichtelijk

Een vragenlijst moet niet te lang zijn. Respondenten haken snel af als het invullen te veel tijd kost. Richt je daarom op de kern: stel alleen vragen die echt nodig zijn voor je onderzoek. Een lengte van drie tot vier A4’tjes is meestal voldoende. Dat komt overeen met een invultijd van maximaal vijf minuten. Door deze beperking dwing je jezelf om prioriteiten te stellen. Vermijd overbodige vragen en beperk het aantal open vragen. Deze gebruik je alleen als ze echt iets toevoegen.

2. Formuleer je vragen slim

De manier waarop je een vraag stelt, bepaalt of je bruikbare antwoorden krijgt. Gebruik eenvoudige taal die past bij je doelgroep. Vermijd vakjargon of ingewikkelde woorden. Zorg dat elke vraag maar op één manier te interpreteren is. Vage termen zoals “vaak” of “soms” kun je beter vervangen door concrete tijdsaanduidingen of aantallen. Ook dubbele vragen of vragen met ontkenningen zorgen voor verwarring. Houd je vragen kort en duidelijk, en wees consequent in de manier waarop je antwoordopties aanbiedt.

3. Open of gesloten vragen?

Open vragen zijn ideaal als je op zoek bent naar meningen, motivaties of ideeën. Ze geven ruimte voor nuance, maar kosten meer tijd om te beantwoorden én te analyseren. Gesloten vragen zijn ideaal voor het verzamelen van kwantitatieve data. Ze zorgen voor snelle, vergelijkbare antwoorden en zijn eenvoudig te analyseren. Een combinatie werkt vaak het best: begin met een gesloten vraag en geef daarna ruimte voor toelichting. Zo krijg je zowel overzicht als diepgang in je data.

4. Kies het juiste type gesloten vraag

Er zijn veel vormen van gesloten vragen die je kunt gebruiken, afhankelijk van wat je wilt meten. De meest gebruikte zijn meerkeuzevragen, waarbij respondenten één of meerdere opties kunnen kiezen. Voeg eventueel een optie toe als “Anders, namelijk…” om ruimte te geven voor alternatieve antwoorden.

Daarnaast zijn er matrix- of gridvragen, waarmee je meerdere stellingen tegelijk kunt toetsen met dezelfde antwoordopties, zoals “helemaal oneens” tot “helemaal eens”. Sliders zijn handig voor beoordelingen op een schaal, bijvoorbeeld van 1 tot 10. Je kunt ook vragen naar percentages of respondenten punten laten verdelen over verschillende opties. Hiermee krijg je inzicht in voorkeuren of prioriteiten. Rankingvragen zijn weer geschikt om onderdelen op volgorde van belangrijkheid te laten zetten. Maar let op, maak het niet te complex voor je respondenten. Als het te lastig wordt een vraag te beantwoorden of te veel tijd kost, haken ze af.  

5. Aandachtspunten bij gesloten vragen

Bij het maken van gesloten vragen is het belangrijk dat de antwoordopties elkaar uitsluiten en logisch geordend zijn. Zorg voor consistentie in de richting van je antwoordschalen. Wissel niet tussen positief en negatief geformuleerde schalen, want dat kan verwarrend zijn voor de respondent. Kies ook een schaalgrootte die past bij je doel: een 5-puntsschaal is overzichtelijk, terwijl een 10-puntsschaal meer nuance biedt.

Bied daarnaast altijd de mogelijkheid om geen antwoord te geven, bijvoorbeeld met “weet ik niet” of “niet van toepassing”. Zo voorkom je dat mensen een willekeurig antwoord kiezen als ze het eigenlijk niet weten. Door goed na te denken over de vorm en inhoud van je gesloten vragen, verhoog je de kwaliteit van je data én de gebruiksvriendelijkheid van je vragenlijst.

6. Test je vragenlijst

Voordat je de vragenlijst breed uitzet, is het belangrijk om deze te testen. Laat mensen uit je doelgroep de vragenlijst invullen en vraag wat ze ervan vonden. Zijn de vragen duidelijk? Begrijpen ze wat er bedoeld wordt? Hoe lang deden ze erover? Analyseer ook de data uit deze testfase: zijn alle velden goed ingevuld en kun je met de antwoorden je onderzoeksvragen beantwoorden? Als je na de test aanpassingen doet, is het verstandig om opnieuw te testen met een frisse groep respondenten.

7. Slim verspreiden

De manier waarop je je vragenlijst verspreidt, heeft invloed op wie je bereikt. Heb je e-mailadressen van je doelgroep, dan kun je unieke links sturen. Zo zie je precies wie wel of niet heeft gereageerd en kun je gerichte herinneringen sturen. Heb je geen adressen, dan kun je een algemene link delen via sociale media of WhatsApp. Dat is laagdrempelig, maar je hebt minder controle over wie de vragenlijst invult en hoe vaak. Kies de methode die het beste past bij je doelgroep en doelstelling.

Als je persoonsgegevens gebruikt, zoals e-mailadressen, moet je rekening houden met de privacywetgeving (AVG). Controleer altijd of je deze gegevens mag gebruiken voor je onderzoek. Op internet is veel informatie te vinden over hoe je hier zorgvuldig mee omgaat.

Een bezoekersonderzoek kan waardevolle inzichten bieden voor instellingen zoals bibliotheken, musea en theaters. Het helpt je om je bezoekers beter te begrijpen, meer bezoekers aan te trekken en te zien of je impact maakt op je bezoekers.

Waarom een bezoekersonderzoek doen?

Hoe pak je een bezoekersonderzoek aan?

Afhankelijk van je vraag, doelgroep en budget kies je de onderzoeksmethode die het beste past. Hier zijn enkele veelgebruikte methoden, die uiteraard ook gecombineerd kunnen worden:

Vragenlijst: De meest gebruikte methode. Je kunt van tevoren goed bedenken wat je wilt weten en daar je vragenlijst op afstemmen.

Observatie: In plaats van je bezoekers vragen te stellen, kun je ze ook observeren. Dit kan met een lijst aan de hand waarvan je hun acties volgt of via tracking.

Gesprek: Als je echt de diepte in wilt, is een gesprek een goede optie. Het kost wel veel tijd en is niet bedoeld om een representatief beeld te krijgen van ‘de bezoeker’.

Andere methodes: Denk bijvoorbeeld aan scheurkaartjes waarop bezoekers hun mening of een cijfer geven. Ook een stellingenwand waar mensen kort hun mening kunnen geven en reacties van anderen kunnen lezen is een optie.

Waar moet je op letten bij een bezoekersonderzoek?

Bij het starten van een bezoekersonderzoek is het belangrijk om van tevoren duidelijk te hebben welke informatie je nodig hebt. Maak een lijst met onderwerpen die je moet weten om je doelen beter te bereiken. Denk goed na over je doelgroep en hoe je die kunt bereiken. Gebruik bijvoorbeeld een papieren vragenlijst voor oudere mensen en een online vragenlijst voor jongere mensen.

Om de respons te vergroten, kun je vrijwilligers inzetten om bezoekers direct na hun bezoek actief aan te spreken en eventueel te begeleiden tijdens het invullen van de vragenlijst. Daarnaast kun je een kleine attentie, zoals bijv. een coupon voor een kopje koffie/thee, aanbieden aan bezoekers die hebben meegewerkt.

Hoe presenteer je de resultaten?

De resultaten van je onderzoek kun je op verschillende manieren presenteren. Houd bij de keuze voor de presentatievorm rekening met degene die de informatie krijgt. Voor wie schrijf je? Is het voor intern gebruik of ook voor een subsidiegever? Een paar voorbeelden zijn: een rapport dat leest als een website (belangrijke info eerst, details later), een klassiek rapport (vanuit de details naar de conclusies), een PowerPoint met meer visuele elementen, presentatie, dashboard, factsheet, infographic, animatie, folder of flyer, tijdschriftartikel of een website.

Wat kun je met de gegevens die je verzamelt van je bezoekers?

Veel instellingen verzamelen informatie over hun bezoekers, maar doen er niet veel mee. Een ticketservice kan bijvoorbeeld gegevens verzamelen zoals of iemand een kortingskaart heeft of waar diegene vandaan komt. Deze informatie kan je helpen bij je marketing en communicatie. Je leert zo waar je fysieke marketing het beste kunt inzetten en of een bepaalde actie heeft geholpen in een regio. Bedenk daarom goed welke informatie je wilt verzamelen en wat je ermee kunt doen.

 

Of je nu werkt aan een project, een team aanstuurt of beleid maakt binnen een gemeente: doelen geven richting, focus en energie. Ze helpen je om keuzes te maken, prioriteiten te stellen en uiteindelijk succes te behalen. In deze blog lees je waarom het stellen van doelen zo belangrijk is en hoe je dat goed aanpakt.

Waarom zijn doelen belangrijk?

Doelen geven je iets om naartoe te werken. Ze zorgen ervoor dat je niet zomaar wat doet, maar bewust stappen zet in een bepaalde richting. Zonder doel kun je alle kanten op, maar met een helder eindpunt voor ogen weet je precies waar je energie in moet steken. Dat geeft niet alleen structuur, maar ook motivatie. Zeker wanneer je merkt dat je vooruitgang boekt, werkt dat stimulerend.

Daarnaast helpen doelen je om keuzes te maken. Je weet beter wat wel en niet bijdraagt aan wat je wilt bereiken. Daardoor kun je makkelijker ‘nee’ zeggen tegen afleidingen of taken die niet bijdragen aan je koers. Bovendien zorgen doelen ervoor dat je je capaciteiten beter benut. Je gaat gerichter te werk, gebruikt je kennis en vaardigheden effectiever en haalt meer uit jezelf.

Om te kunnen beoordelen of je de doelen daadwerkelijk behaalt, is het belangrijk om niet alleen doelen op te stellen, maar ook om ze actief te monitoren. Bepaal daarom bij elk doel ook meetbare indicatoren. Deze indicatoren zijn direct afgeleid van het doel en maken zichtbaar of je op koers ligt.

Daarnaast is het verstandig om een nulmeting uit te voeren: waar sta je op dit moment? Dit vormt het vertrekpunt waarmee je de voortgang en het uiteindelijke resultaat goed kunt vergelijken. Zeker bij een evaluatie is dat belangrijk. Je wilt immers weten of je project of beleid effect heeft gehad. Zonder doel is evalueren eigenlijk zinloos.

Wat maakt een doel sterk?

Er zijn verschillende hulpmiddelen om doelen te formuleren. Een aantal aspecten komt steeds weer terug, terwijl andere aspecten die niet vaak worden genoemd, net zo interessant zijn. Hieronder noem ik alle aspecten die volgens mij belangrijk zijn bij het formuleren van doelen. PIARDRSM is geen mooie afkorting, maar wel completer dan SMART, RUMBA of PRISMA. Elk onderdeel helpt je om je doel scherper te maken:

De betrokkenen moeten een duidelijk verband zien tussen de doelstelling en de activiteiten die van ze gevraagd worden

Tot slot

Een goed doel is meer dan een wens. Het is een duidelijke, haalbare en meetbare richting. Of je nu beleid maakt, een project leidt of een subsidie aanvraagt: met heldere doelen kom je verder. En vergeet niet: betrek anderen, maak het concreet en blijf meten.

Hulp nodig bij het formuleren van je doelen? Wij kunnen je hierbij helpen!

Wil je weten wat je bezoekers écht vinden? Of wil je beter onderbouwde keuzes maken? Dan is een bezoekersonderzoek een goede stap. Het helpt je niet alleen om te leren en te verbeteren, maar ook om je te verantwoorden naar subsidiegevers of partners. In deze blog lees je waarom een bezoekersonderzoek zo waardevol is – en wat je ermee kunt doen.

Wat is een bezoekersonderzoek?

Een bezoekersonderzoek is een manier om te ontdekken wie je bezoekers zijn, wat ze vinden van je aanbod en hoe ze je organisatie ervaren. Dat kan vanuit diverse afdelingen zoals educatie, marketing & communicatie en beleid interessant zijn. Het is belangrijk om vooraf goed te bedenken wat je wilt weten en hoe je dat gaat meten.

Wat levert het op?

Beargumenteerde beslissingen

De uitkomsten van je bezoekersonderzoek kunnen bepaalde aannames die voorheen bestonden bevestigen of juist weerleggen. De resultaten helpen je bijvoorbeeld om je communicatiemiddelen aan te passen, je aanbod beter af te stemmen op je publiek of om te besluiten een nieuw aanbod te maken om andere bezoekers aan te trekken. Wat je ook besluit op basis van je onderzoek, het kan je organisatie versterken. Je kunt op een verantwoorde en goed onderbouwde manier kiezen om bepaalde verandering door te voeren of juist te blijven doen wat je al deed.

Verantwoording

Een bezoekersonderzoek kun je gebruiken voor de verantwoording naar de overheid of andere subsidieverstrekkers. Door specifieke vragen toe te voegen aan een vragenlijst of interview kun je de impact van je tentoonstelling of voorstelling meten op je bezoekers. De impact die je hebt gehad op je bezoekers, maar ook wie er zijn geweest is zeer interessant voor je subsidiegevers (en potentiële subsidiegevers). Een bezoekersonderzoek geeft je extra informatie om je subsidiegevers en je bestuur in te lichten hoe je tentoonstelling of voorstelling is verlopen.

Inzicht in je bezoekers

Als museum beoog je met bepaalde tentoonstellingen een bepaalde doelgroep te bereiken. Wanneer je een tentoonstelling inricht over een bepaald thema, hoop je hiermee die mensen te bereiken die speciale interesse hebben in dat thema en soms specifiek mensen die anders wellicht niet naar het museum zouden komen. Een bezoekersonderzoek helpt je om bezoekersprofielen op te stellen of te verfijnen, te ontdekken waarom mensen komen (leren, plezier, inspiratie) en te meten of je de juiste doelgroep bereikt. Zo kun je je aanbod en communicatie beter afstemmen.

Verwachtingen en tevredenheid meten

Bezoekers hebben verwachtingen. Die kun je meten: vooraf, wat hopen ze te zien of te beleven, en achteraf, zijn die verwachtingen uitgekomen? Daarnaast is het voor organisaties heel belangrijk om de tevredenheid van de bezoeker te meten. De verzamelde informatie geeft je als organisatie handvatten om het aanbod (nog) beter af te stemmen op de behoeftes van de bezoekers, zonder daarbij je eigen missie en visie uit het oog te verliezen.

Impact meten

Of je bij een theater werkt, een museum, een bibliotheek of een andere openbare organisatie, je wilt met je dienstverlening een bepaalde impact maken op je bezoekers. Impactmetingen richten zich op het vermeende effect, je maakt een schatting van de effecten. Dit kan door (meestal) na afloop van het bezoek, de bezoeker een aantal vragen te stellen. Denk aan vragen als: heeft het bezoek hen aan het denken gezet, zijn ze geïnspireerd geraakt, willen ze vaker dit soort activiteiten bezoeken? Dit soort inzichten zijn waardevol voor je organisatie én voor je partners.

Hoe pak je het aan?

De keuze van de onderzoeksmethode is afhankelijk van het doel van het onderzoek en de bijbehorende onderzoeksvragen, maar ook van de wensen en het beschikbare budget. Je kunt gebruik maken van een vragenlijst met gesloten en (semi)open vragen. Hierbij krijg je echter geen diepzinnige antwoorden en weet je de argumenten en gedachten achter de antwoorden niet.

Een goed alternatief zijn korte interviews. Een kort interview van maximaal 10 minuten met open vragen en ruimte om door te vragen. Een andere manier is het doen van observaties. Door je bezoekers te observeren zie je gelijk hoe de bezoekers reageren op de activiteit. Doordat je de observaties bij meerdere bezoekers doet en steeds dezelfde activiteit observeert, kun je de informatie vergelijken en analyseren.

Heb je eenmaal een onderzoek gedaan? Dan kun je het makkelijk herhalen. Zo zie je of je aanpassingen effect hebben gehad. En je bouwt aan een waardevolle kennisbasis over je publiek.

Bezoekersprofielen

Vaak worden er aan bezoekers ook algemene vragen gesteld. Met deze antwoorden kun je de bezoekers indelen in je bezoekersprofielen. Je weet dan of je je beoogde publiek ook bereikt, en wie nog meer. Je kunt dit gebruik voor de marketing en communicatie, maar ook voor het verder afstemmen van de inhoud op je bezoekers. Hierbij kun je denken aan waarom bezoekersgroepen komen: om te leren? voor de gezelligheid? om geïnspireerd te worden?

Tot slot

Een bezoekersonderzoek is meer dan een lijstje vragen. Het is een krachtig hulpmiddel om te leren, verbeteren en verantwoorden. Wil je er zelf mee aan de slag? Laat het me weten – ik denk graag met je mee!

Wil je ook een bezoekersonderzoek? Kijk hier voor meer informatie

In deze blog gaan we het hebben over hoe je een bezoekersonderzoek kunt opzetten en uitvoeren. Zo'n onderzoek kan handig zijn voor bijvoorbeeld bibliotheken, musea en theaters. De eerste vraag die je jezelf kunt stellen, is: Waarom zou je eigenlijk een bezoekersonderzoek (laten) doen?

Er zijn allerlei redenen voor zoals:

Hoe doe je onderzoek?

Afhankelijk van je vraag en doelgroep (en natuurlijk je budget) kies je de onderzoeksmethode die het beste past. Het comfort en de belastbaarheid van je respondenten is hierbij belangrijk. Een paar veelgebruikte methoden zijn:

Vragenlijst

Dit blijft de meest gebruikte methode, en dat is niet voor niets. Je kunt van tevoren goed bedenken wat je wilt weten en daar je vragenlijst op afstemmen. Maar onthoud: de meeste bezoekers zijn wel een beetje onderzoeksmoe. Responspercentages kunnen tegenvallen. Wij merken dat mensen eerder geneigd zijn om mee te doen als je ze direct na hun bezoek aanspreekt. Ze kunnen de vragenlijst dan invullen op een tablet of, als ze willen, kan iemand een interviewer (vaak een vrijwilliger) de vragen voorlezen. Je kunt de vragenlijst ook later mailen of een kaartje met een QR-code meegeven, maar dit levert vaak een lagere en selectievere respons op.

Observatie

In plaats van je bezoekers vragen te stellen, kun je ze ook observeren. Dit kan met een lijst aan de hand waarvan je hun acties volgt of via tracking. Je kunt ook een mystery guest inzetten om bijvoorbeeld te zien hoe klantvriendelijk je organisatie is.

Gesprek

Als je echt de diepte in wilt, is een gesprek een goede optie. Het is belangrijk om van tevoren te bedenken wat je precies wilt weten. Een groot voordeel van gesprekken is dat je veel meer details te weten komt. Het kost wel veel tijd en is niet bedoeld om een representatief beeld te krijgen van ‘de bezoeker’. Je kunt geen uitspraken doen als XX% van de bezoekers vindt …. .

Andere methodes

Er zijn nog een paar andere manieren om onderzoek te doen. Denk bijvoorbeeld aan scheurkaartjes waarop bezoekers met een scheurtje hun mening geven of een cijfer uitdelen. Je kunt ook een stellingenwand neerzetten waar mensen kort hun mening kunnen geven én reacties van anderen kunnen lezen. Ook kun je data uit je ticketservice halen en daar analyses op doen.

Tips

De gouden regel voor elk onderzoek: Vraag alleen naar dingen waar je écht iets mee gaat doen. Hou je vragenlijst kort en bondig, en belast je respondenten zo min mogelijk.

Een extra tip: bezoekers worden altijd vrolijk van een kleine attentie als bedankje voor hun deelname. Dit kan al iets simpels zijn zoals een tegoedbon voor een kopje koffie of thee.

Hoe presenteer je je resultaten?

De resultaten van je onderzoek kun je op verschillende manieren presenteren. Houd bij de keuze voor de presentatievorm rekening met degene die de informatie krijgt. Voor wie schrijf je? Is het voor intern gebruik of ook voor een subsidiegever?

Een paar voorbeelden:

Wil je meer weten over bezoekersonderzoek en hoe ik je daarbij kan helpen? Neem contact met me op!

In steeds meer gemeentes werkt tegenwoordig een cultuurcoach of combinatiefunctionaris. Er wordt hiervoor gekozen omdat een schakel nodig is culturele organisaties en andere organisaties, zoals scholen in de gemeente. In steeds meer onderzoeken komen we de cultuurcoach tegen. Reden om uit te zoeken wat taken zijn, hoe de cultuurcoach gefinancierd wordt en wat belangrijke aandachtspunten zijn voor gemeenten.

Taken van de cultuurcoach

Vanuit de gemeente krijgt de cultuurcoach doelstellingen mee waaraan gewerkt moet worden. Een cultuurcoach is vaak werkzaam bij een culturele instelling, bij een zorg- en welzijnsorganisatie of in het onderwijs. Daarnaast zijn er in verschillende gemeenten organisaties waar de cultuurcoach naast de sportcoach werkzaam is. De cultuurcoach heeft een aantal taken waaraan gewerkt wordt:

  1. Het stimuleren van culturele activiteiten in de gemeente.
  2. Het onderhouden van contacten tussen de diverse organisaties en gemeente.
  3. Het leggen van verbindingen tussen kunst en cultuur en andere gemeentelijke domeinen.

Je kunt de cultuurcoach dan ook zien als de spin in het web van de gemeente op het gebied van kunst en cultuur.

Manier van financieren

Door middel van de Brede Regeling Combinatiefuncties kon de cultuurcoach in het verleden betaald worden. De gemeente krijgt subsidie wanneer de gemeente zelf ook een deel van de kosten voor de cultuurcoach betaald. Deze regeling is in 2023 voor vier jaar verlengd, maar valt nu onder de Brede Specifieke Uitkering. (de Brede SPUK). In deze brede regeling worden verschillende thema’s samengevoegd, namelijk sport, gezondheid, sociaal welzijn en cultuur. Door deze samenvoeging wordt de verbinding tussen de thema’s nog sterker gemaakt en kan er aansluiting gevonden worden op lokale sport en/of preventieakkoorden en cultuurnota’s. Op deze manier wordt er gestimuleerd dat iedereen in mee kan doen op het gebied van sport, kunst en cultuur.

Belangrijke aandachtspunten

In 2022 heeft het LKCA een onderzoek gedaan naar cultuurcoaches. Hieruit is gebleken dat er meer geld beschikbaar moet komen voor de cultuurcoaches. Daarnaast moeten de gemeenten duidelijkere doelstellingen formuleren. De belangrijkste aanbevelingen uit het onderzoek zijn:

[1] LKCA. (2022). Cultuurcoaches onder de loep. Utrecht: LKCA.

Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring.
© 2022 – 2025 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone