Bij iedere onderzoeksvraag hoort een eigen manier van onderzoeken. Bij de ene onderzoeksvraag is het antwoord het beste te vinden door het doen van kwalitatief onderzoek en bij de andere vraag past kwantitatief onderzoek juist beter. Maar wat houden kwalitatief en kwantitatief onderzoek nu precies in? En wanneer kies je voor een kwalitatieve methode en wanneer voor een kwantitatieve? Of maak je een combinatie?
Kwalitatief onderzoek is gericht op het verkrijgen van informatie over wát er leeft en waaróm. Het geeft diepgaande informatie door in te gaan op achterliggende motieven, meningen, gedachtes, wensen en behoeften van de onderzoeksgroep. is kwalitatief onderzoek de beste methode. Typische vragen voor kwalitatief onderzoek zijn vragen die beginnen met Waarom en Hoe.
Voorbeelden van onderzoeksvragen die door middel van kwalitatief onderzoek beantwoord worden:
De volgende methoden zijn passend voor kwalitatief onderzoek:
Kwantitatief onderzoek is gericht op hoeveelheid. Het geeft je cijfermatige resultaten over een bepaalde groep. Denk hierbij aan: 73% van de deelnemers heeft iets geleerd, gemiddeld krijgen we een rapportcijfer van 7,6 van onze bezoekers of 65% van de leerlingen is van mening veranderd. Typische vragen voor kwantitatief onderzoek zijn vragen die beginnen met hoeveel of in hoeverre.
Voorbeelden van onderzoeksvragen die door middel van kwantitatief onderzoek beantwoord worden:
Vaak wordt voor kwantitatief onderzoek gekozen om inzicht te krijgen in de gevolgen van een programma. Bijvoorbeeld als je verandering in attitude/houding aan wilt tonen naar aanleiding van een activiteit, project of programma. Of als je significante verschillen aan wilt kunnen tonen en deze wil generaliseren naar de massa. Ook voor het doen van cijfermatige uitspraken over een bepaalde doelgroep, kies je voor kwantitatief onderzoek.
Om betrouwbare uitspraken te kunnen doen in een kwalitatief onderzoek moet je onderzoek onder andere representatief zijn. Hiervoor heb je een minimaal aantal deelnemers nodig binnen je doelgroep die hun mening geven. Hiervoor kun je een steekproef trekken. Wanneer deze steekproef een bepaalde omvang en kenmerken heeft (afhankelijk van de onderzoeksvraag), kunnen uitspraken gegeneraliseerd worden naar de hele doelgroep.
De volgende methoden zijn passend voor kwalitatief onderzoek:
Voor de verwerking van kwantitatieve data heb je excel of SPSS nodig, waarmee je allerlei berekeningen kunt maken.
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek zijn niet per definitie op zichzelf staand. Kwantitatief en kwalitatief onderzoek kunnen aanvullend zijn op elkaar. Zo kun je kwalitatief onderzoek doen om te komen tot een goede vragenlijst die je breder uitzet. Ook kun je de uitkomsten van een kwalitatief onderzoek interpreteren met kwalitatief onderzoek.
Voor meer inspiratie op het gebied van mogelijke onderzoeksmethoden, kun je kijken bij mijn blog: Een overzicht van verschillende onderzoeksmethoden.
Er zijn verschillende instrumenten die je kunt inzetten om informatie te verzamelen voor het beantwoorden van je onderzoeksvraag. Je kunt bijvoorbeeld een (digitale- of hard copy) vragenlijst uitzetten, individuele – of groepsinterviews houden, gebruik maken van een klankbordgroep of een literatuurstudie doen. Welk instrument je kiest is echter afhankelijk van je informatiebehoefte. Een vragenlijst is bijvoorbeeld niet handig als je achterliggende motieven wilt weten, je kunt dan beter een interview houden. Een interview is juist niet handig als informatie nodig hebt van een grote groep mensen.
Als je per onderdeel van je informatiebehoefte hebt bekeken of het nieuwe of bestaande informatie is, wie je gaat onderzoeken en hoe, dan heb je een overzicht van de te ontwikkelen meetinstrumenten met daarbij de geschikte onderzoeksmethode.
Het wil wel eens voorkomen dat je vastloopt in je onderzoek. Je was lekker op gang, maar ineens zie je het niet meer. Hoe kun je dan verder? Ga je opnieuw beginnen? Maar ja.. als je al data hebt verzameld kun je moeilijk opnieuw beginnen. Met deze tips kun je verder met je onderzoek. Het zijn zeker ook tips die van toepassing zijn als je met een onderzoek gaat starten.
Wil je meer tips krijgen over het doen van onderzoek kijk dan op onze website en download het stappenplan: Overzicht in je onderzoek.
Als je in een korte tijd veel informatie nodig hebt voor je onderzoek, is de kans groot dat je kiest voor een vragenlijst. Want dat is één van de voordelen van een vragenlijst als onderzoeksmethode: op een snelle manier bij veel respondenten veel informatie verzamelen. Maar wist je dat er ook andere manieren zijn om in korte tijd veel informatie te verkrijgen van je respondenten? Denk bijvoorbeeld aan een kort interview. Wij zetten de voordelen van een kort interview voor je op een rij en leggen je uit wat de verschillen zijn met een vragenlijst.
Bij een kort interview denken de meesten dat dit ontzettend veel tijd kost. Ook zou je het niet kwantitatief in kunnen zetten om te analyseren. Dit klopt niet helemaal. Een kort interview is namelijk absoluut in te zetten als kwantitatieve methode én veel tijd hoeft het niet te kosten. Zolang je maar goed bent voorbereid en weet wat je doet.
Stel vooraf aan je interview een gespreksprotocol met de interview vragen op. Denk goed na welke informatie je wilt verzamelen en zorg dat je de vragen niet te lastig en uitgebreid maakt. Houd hierbij in gedachte dat je interview maximaal 10 minuten mag duren.
Omdat je mensen fysiek spreekt, kun je doorvragen op bepaalde gegeven antwoorden. Zo weet je meteen de achterliggende gedachten van een bepaald antwoord en dat is vaak de informatie waar je naar op zoek bent. In tegenstelling tot een vragenlijst, waar snel sociaal wenselijk geantwoord wordt.
De antwoorden die je hebt verkregen uit je korte interview kun je onder andere vergelijken in een Excel bestand. Zo is het toch een kwantitatieve analyse en is het zelfs mogelijk om percentages uit te draaien. Dit is natuurlijk wel afhankelijk van je vragen. Heb je bijvoorbeeld een vraag waar men eigenschappen moet opnoemen, dan zie je eenvoudig welke eigenschappen er het vaakst genoemd zijn.
Met het invullen van een vragenlijst zijn respondenten ook al snel 10 minuten bezig. In dit tijdsbestek kun je ook makkelijk een kort interview doen en heb je zelfs nog meer informatie over waarom respondenten bepaalde antwoorden geven.
Heb je veel informatie nodig van je respondenten en kom je ook graag achter de achterliggende gedachten van bepaalde antwoorden? Overweeg dan zeker een kort interview in plaats van een vragenlijst. Maak hierbij ook gebruik van onze 15 tips voor een goed interview.
Stel: je hebt interviews afgenomen voor je onderzoek. Er is een hoop interessante informatie naar boven gekomen tijdens deze gesprekken. Maar hoe zorg je ervoor dat je die informatie kunt gebruiken om je onderzoeksvraag te beantwoorden?
Stap 1: verslaglegging
Maak een verslag van je interview. Het beste kun je dit doen aan de hand van een geluidsopname van het gesprek of je vraagt iemand die meteen mee typt tijdens het gesprek. Je kunt dit zo gedetailleerd doen als je wilt. Sommige onderzoekers transcriberen een gesprek (een letterlijk gesprek van alles wat wordt gezegd). Ik (laat) meestal een verslag maken waarin staat wat iemand vertelde met enkele sprekende voorbeelden die iemand noemt.
Als je zelf het gesprek uitwerkt vallen er vast al bepaalde passages op. Markeer deze alvast! Dit zal je tijd besparen tijdens het analyseren.
Stap 2: thema’s opstellen
Nadat je je interviews hebt uitgewerkt, is het tijd om te coderen. Bij coderen markeer je bepaalde onderwerpen en thema’s die jouw onderzoeksvraag kunnen beantwoorden. Als je op zoek gaat naar specifieke informatie, codeer je thematisch. Voordat je interviews ging afnemen, heb je vast een (vragen)lijst opgesteld met thema’s die je wilde bespreken. Deze kun je nu weer gebruiken. Stel een lijst met thema’s op. Print hem uit en houdt hem erbij tijdens het coderen.
Stap 3: coderen
Vervolgens ga je coderen. Print je interviews uit en onderstreep elke belangrijke passage. Gebruik een andere kleur voor elk verschillend thema. Soms is een thema echter niet zo eenduidig. Het kan zijn dat meerdere labels onder één thema vallen, bijvoorbeeld het thema ‘creativiteit’. Van te voren heb je opgesteld dat het thema creativiteit meerdere factoren bevat, zoals ‘nieuwsgierigheid’ en ‘experimenteren’. Dan geef je de passages die labels. Vervolgens groepeer je alle labels onder ‘creativiteit’. Het kan dat je er tijdens het coderen achter komt dat ‘vindingrijk zijn’ ook bij ‘creativiteit’ hoort. Maak dan een nieuw label aan. Dit geldt natuurlijk ook voor geheel nieuwe thema’s.
Het komt ook wel eens voor dat je er halverwege achter komt dat je bepaalde passages toch anders moet labelen. Of dat sommige labels niet nuttig zijn.
Stap 4: analyseren en rapporteren
Als het goed is, heb je je data gereduceerd tot een lijst met thema’s en labels, plus bijbehorende passages.
De themalijst kan als leidraad dienen voor je rapport. Beschrijf de thema’s die jouw onderzoeks- of deelvraag beantwoorden. Gebruik, als het kan, daarbij citaten uit de interviews om bepaalde punten te benadrukken. Zo blijft je rapport ook interessant om te lezen.
Steeds vaker wordt er een dashboard gebouwd om data om te zetten in informatie voor analyse. In het dashboard staan de interessante samengevatte gegevens. Van verzamelde data wordt informatie gemaakt. Het dashboard bestaat uit grafieken en tabellen en rapporteert over de indicatoren die van belang zijn. Met behulp van filters kan desgewenst ingezoomd worden. Het dashboard wordt steeds geüpdate als er nieuwe data wordt toegevoegd.
Voor een klant kan het een meerwaarde zijn dat ze zelf kan werken met een databestand en daar de eigen gegevens kan inladen. Dit kan handig zijn in verband met privacy, maar ook als er regelmatig nieuwe gegevens bij komen. De klant kan op deze manier zelf regelmatig analyses maken en de gegevens eruit halen die op dat moment van belang zijn.
Een dashboard is voor veel instanties interessant. Niet alleen voor de culturele sector die bijvoorbeeld werken met een ticketsysteem waar ze data uit kunnen halen. Maar ook de gezondheidszorg die met cliënten werken en daar veel gegevens van moeten bijhouden. Denk ook verkoopgegevens van producten van museumwinkels. Met deze data kan zeker ook een dashboard gebouwd worden. Eigenlijk iedereen die werkt met databestanden en makkelijk de informatie wilt inzien.
Een dashboard wordt gebruikt om de data op een makkelijke en snelle manier te analyseren. Deze analyse kan weer gebruikt worden voor verantwoording en inzichten te geven.
Wil je graag dat we met je meedenken over het inrichten van een dashboard of wat het voor jouw organisatie kan betekenen? Lees het hier.
Een goed onderzoek voldoet aan een aantal criteria. Een aantal criteria hebben we al eerder besproken zoals betrouwbaarheid, onafhankelijk en objectief. Een ander belangrijk criteria is dat het onderzoek herhaalbaar moet zijn.
Het criteria herhaalbaarheid sluit erg aan op de criteria objectief en onafhankelijk. Een onderzoek is herhaalbaar als een andere onderzoeker met hetzelfde onderzoek dezelfde resultaten kan bereiken. Het onderzoek moet dus op een ander tijdstip, met andere respondenten, andere omstandigheden en door een andere onderzoeker gedaan kunnen worden. Het meetinstrument moet dus zo worden ontworpen dat iedereen er mee kan werken en dezelfde resultaten kan bereiken.
In je rapportage wordt een hoofdstuk geschreven over de onderzoeksmethodiek. Hierin wordt beschreven welke methodiek je hebt gebruikt voor het onderzoek. Je beschrijft in dit hoofdstuk ook welke stappen je hebt gezet om de data te verzamelen. Hiermee kan het onderzoek door anderen worden herhaald.
Wanneer je een onderzoek uitvoert is het belangrijk dat de uitkomsten betrouwbaar zijn. Je wilt immers dat ze bruikbaar zijn en dat ze door derden serieus worden genomen. Om dat te bereiken moet het onderzoek onafhankelijk zijn. Maar wat betekent dat? Een onafhankelijk onderzoek betekent dat de onderzoeker geen belang heeft bij de uitkomsten van het gesprek. Je meet dus niet volgens je eigen maatstaf. Dat is onder andere belangrijk wanneer je onderzoek doet naar je eigen organisatie. Je wilt voorkomen dat je valt onder de slogan: 'Wij van wc-eend, adviseren wc-eend'.
Belangrijk voor onafhankelijk onderzoek is te zorgen voor objectiviteit: jouw mening als onderzoeker, of die van andere belanghebbenden, laat je buiten beschouwing. Het is belangrijk om er zeker van te zijn dat je afstand houdt van het onderwerp en je vragen niet gestuurd zijn. Respondenten voelen zich zo niet gedwongen of gestuurd om een bepaald antwoord te geven. Je kunt testen of je onderzoek onafhankelijk is en daarmee betrouwbaarder door te kijken of het onderzoek herhaalbaar is: een andere onderzoeker kan hetzelfde onderzoek uitvoeren waarbij dezelfde resultaten worden gevonden.
Weten waar je nog meer rekening mee moet houden voor een onafhankelijk onderzoek, en wat voor onderzoeksmethoden er zijn? Lees de blogs Zelf onderzoek (leren) doen en Valkuilen van onderzoek doen of download mijn e-book met een routewijzer voor zelf onderzoek doen.
Onderzoek doen kan je veel opleveren. Je verkrijgt inzichten waarmee je gefundeerde beslissingen en acties kunt ondernemen. Mits je het goed doet. Pak je het verkeerd aan, dan levert een onderzoek niet (of nauwelijks) op wat je wilt en heeft het enkel onnodig veel tijd gekost. Om je op weg te helpen, noem ik in deze blog een aantal valkuilen van onderzoek waar je voor moet waken:
Onderzoek doen omdat het moet. Je begint aan een onderzoek omdat je informatie nodig hebt waar je iets mee kunt. Bijvoorbeeld om je project te verbeteren, verantwoording af te leggen, besluitvorming te voeden of draagvlak te creëren. Denk echter elke keer weer na, over wat je met het onderzoek wilt bereiken. Doe geen onderzoek omdat het in het proces past of omdat het zo hoort, terwijl je geen informatiebehoefte hebt.
De verkeerde onderzoeksvraag stellen, waardoor je uiteindelijk niet de antwoorden krijgt waarnaar je op zoek bent. Het formuleren van de juiste onderzoeksvraag is essentieel bij het verkrijgen van de informatie die je nodig hebt. Bepaal de onderzoeksvraag aan de hand van de informatie die je nodig hebt. De onderzoeksvraag kan namelijk vaak niet meer aangepast worden gedurende het onderzoek. Als je bepaalde informatie aan het verzamelen bent, kun je gedurende de dataverzameling hier niet meer sterk van afwijken. Realiseer je dit bij het formuleren van je onderzoeksvraag.
Verkeerde onderzoeksmethode kiezen De onderzoeksmethode die je kiest is afhankelijk van het soort informatie dat je nodig hebt. Kies dus niet voor een vragenlijst als je achterliggende motivaties wilt weten. Of: kies niet voor interviews als je veel cijfers en percentages wilt hebben van een grote groep mensen.
Verdwalen in de hoeveelheid informatie. Als je alle informatie verzameld hebt, is het zaak om niet te verdwalen in de informatie en weer terug te gaan naar je onderzoeksvraag. De resultaten van een onderzoek zijn niet een verzameling feiten, maar een samenhangend antwoord op je vraag. De feiten worden dus op zo’n manier geclusterd dat verbanden inzichtelijk zijn (en dus ook geformuleerd worden) en de conclusies een logisch gevolg zijn en antwoord geven op je vraag.
Niets doen met de resultaten. Met alleen het doen van een onderzoek ben je er nog niet. De resultaten moeten geïmplementeerd worden. Hoe je dit doet is afhankelijk van het onderzoek dat je hebt gedaan. Leerpunten of actiepunten vloeien vaak logisch voort uit een onderzoek. Ga hiervoor (met collega’s) zitten om een actieplan of implementatieplan te formuleren. Maak praktische afspraken met collega’s over wat jullie gaan doen met de informatie.
Wil je meer lezen over hoe je de stappen van onderzoek doen wel op een goede manier kunt doorlopen? Lees dan deze eerder verschenen blogs:
Bij een literatuurstudie doe je onderzoek naar al beschikbare gegevens ten behoeve van een probleemstelling. Sommige zaken zijn namelijk al eerder onderzocht. Je hoeft dan niet het wiel zelf opnieuw uit te vinden. Door middel van literatuuronderzoek kun je veel informatie verzamelen. Ik geef je tien tips voor het doen van literatuuronderzoek: