Een vast hoofdstuk van je scriptie is het theoretisch kader. In dit hoofdstuk geef je je scriptie een wetenschappelijke onderbouwing, wat handvatten biedt voor de rest van je scriptie. Hoewel een theoretisch kader geen vaste structuur heeft, dient het wel een aantal onderdelen te bevatten. Hieronder de mogelijke onderdelen. Check wel altijd bij je onderwijsinstelling of er richtlijnen zijn.

Kernbegrippen

Je begint met het definiëren van de probleemstelling, de onderzoeksvraag en de deelvragen die hieruit volgen. Op basis hiervan selecteer je de kernbegrippen waar het probleem over gaat.

Literatuuronderzoek

Met de kernbegrippen ga je aan de slag met het literatuuronderzoek. Je zoekt wat er op wetenschappelijk gebied te vinden is over de kernbegrippen. Vergeet hierbij niet de bron te vermelden om plagiaat te voorkomen.

Modellen en theorieën

Aan de hand van de kernbegrippen bepaal je welke modellen en theorieën er zijn die relevant zijn voor je onderwerp. Vervolgens geef je aan welke theorieën je wel gebruikt en welke niet. Beargumenteer waarom je de verschillende modellen en theorieën wel of niet gebruikt. En je kunt aangeven wat de relatie is tussen de kernbegrippen.

Afsluiting

Als je dit hebt gedaan kun je in grote lijnen antwoord geven op de onderzoeksvraag, voor zover deze met literatuurstudie te beantwoorden is. Op de deelvragen kun je nog geen antwoord geven, omdat hier veldonderzoek voor nodig is. Hiervoor ga je verder onderzoek doen. Als je toetsend onderzoek doet kun je de theorie uit het literatuuronderzoek gebruiken om een hypothese op te stellen of bevestigen. Later in het onderzoek test je de hypothese tijdens het onderzoek.

Zorg in ieder geval bij het theoretisch kader dat de opbouw logisch is. Dit kan bijvoorbeeld per deelvraag, per theorie of chronologisch.

Bijna elke opleiding sluit je af met een scriptie. Hoewel je het onderwerp meestal zelf kan kiezen, levert het schrijven van een scriptie vaak stress op. Hieronder 6 veel voorkomende problemen waar je tegenaan kunt lopen en hoe je daarmee kan omgaan.

1.      Uitstellen

Je ontkomt niet aan het schrijven van de scriptie. Om er aan te beginnen is niet altijd gemakkelijk, maar het uitstellen heeft geen zin. Begin er daarom gewoon aan. Voorkom dat je veel gaat lezen over je onderwerp, maar niet gaat schrijven. Bepaal voor jezelf hoeveel tijd je nodig hebt en wanneer je begint met schrijven.

2.      Plannen

De planning van een scriptieproces wil nog wel eens een probleem opleveren. Neem hiervoor de tijd en bedenk eerst wat je wilt gaan schrijven voordat je echt begint met het schrijven van je scriptie. Maak niet te ambitieuze plannen. En bouw regelmatig een pauze in.

3.      Afbakenen

Je kan niet alles van je onderwerp onderzoeken. Maak daarom een goede afbakening, dat wil zeggen dat je het onderwerp dat je gaat onderzoeken specifiek maakt: je stelt grenzen. Dit maakt het gemakkelijker om de scriptie te schrijven. Vraag je steeds af of iets ‘nice to know’ of ‘need to know’ is.

4.      Analyseschema

Maak een schema van je onderzoeksvragen, die vertaald worden in onderzoeksinstrumenten. Hierin staat wat je hoe onderzoekt. Ga hier gedetailleerd te werk. Dus welke enquêtevraag hoort bij welke onderzoeksvraag of welke toets hoort bij een specifieke vraag. Na het verzamelen van al je data geeft dit schema je houvast.

5.      Structureren

Tijdens het schrijven kun je het overzicht verliezen. Breng daarom voordat je gaat schrijven een structuur aan voor je scriptie. Dat wil zeggen deel hoofdstukken op in subhoofdstukken, deel de tekst op in kleinere onderdelen.

6.      Opmaken

De inhoud van je scriptie is natuurlijk belangrijk, maar de vorm en opmaak van je scriptie dienen ook in orde te zijn. Gebruik bijvoorbeeld geen spreektaal. Ook de ik-vorm is niet gebruikelijk in een scriptie: voorkom dat je je eigen stem laat doorklinken. Let er op dat je geen afkortingen gebruikt, geen schuine of dikgedrukte letters, geen dubbele spaties. En hanteer de juiste paginanummering en nummer ook figuren en tabellen.

Tot slot: vermeld altijd de bron van teksten die je citeert.

Wil je meer weten over het schrijven van rapportage of heb je hulp nodig bij je scriptie? Kijk hier voor ons e-boek Help ik moet onderzoek doen

Je scriptie schrijven is niet altijd een leuke klus. Je hebt de informatie al zo vaak gezien en soms heb je het overzicht even niet meer. Het kan ook zijn dat je niet meer ziet wat je al hebt geschreven. Met deze tips kom je weer verder en houd je het schrijven leuk.

Tip 1   Overzicht

Wanneer je op het punt bent beland dat je het even niet meer ziet wat je hebt geschreven, dan is het goed om een lijstje voor jezelf te maken met daarop de inhoudsopgave. Doordat je dit hebt opgeschreven kun je makkelijk doorstrepen wat je al geschreven hebt en houd je overzicht in je analyse. Zet desnoods de paragrafen op het lijstje.

Tip 2   Sparren

Als je het even niet meer ziet zitten is het ook altijd goed om met iemand anders te sparren over wat je aan het doen bent. Vertel degene waar je mee bezig bent en welke resultaten je tot nu toe hebt. Door er met iemand over te praten kun je tot inzichten komen. En diegene kan je natuurlijk ook altijd kritische vragen stellen, waardoor je terug moet naar je informatie. Want wat voor jou duidelijk is, hoeft nog niet voor een ander duidelijk te zijn. Bekijk het zo: jij bent de expert op dat stukje en je moet je gesprekspartner overtuigen van je onderzoek.

Tip 3   Pauze nemen

Iets dat ook altijd helpt is even pauze houden. Ga bijvoorbeeld een rondje wandelen, luister even naar muziek, lees een tijdschrift, ga sporten, doe gewoon totaal iets anders. Als je daarna met een frisse blik naar je rapport kijkt, kan het zomaar zijn dat je ineens weer ziet wat je aan het doen bent en wat je nog allemaal moet doen. Even afstand nemen werkt vaak beter dan maar door blijven buffelen en het op een gegeven moment niet meer zien. Soms is het zelfs goed om je rapport even een dag te laten liggen en dan de volgende dag weer fris verder te gaan. Je zult zien dat je dan weer meters kunt maken.

Hulp bij het schrijven van je scriptie

Wil je nog meer informatie krijgen over het schrijven van je scriptie? Hoe je te werk moet gaan bij het uitvoeren van je afstudeeronderzoek? Lees alles hierover in ons e-bookHelp! Ik moet onderzoek doen“ speciaal geschreven voor studenten.

Een van de belangrijkste zaken bij het starten van je scriptie of thesis is het schrijven van je theoretisch kader. Maar hoe pak je dat het beste aan en wat moet er dan in? Het is namelijk meer dan alleen een stukje literatuurstudie.

Wat is een theoretisch kader?

Je theoretisch kader moet je zien als de wetenschappelijke verantwoording van het onderzoek dat je gaat doen. Bij het doen van je literatuurstudie om je hypothese te onderbouwen baseer je je op wetenschappelijke artikelen. Deze komen terug in je theoretisch kader. Daarnaast beschrijf je welke modellen en theorieën er al bestaan rondom het onderwerp dat je gaat onderzoeken. Je kadert in basis af waar je onderzoek over gaat en geeft op deze manier richting.

Wat staat er in een theoretisch kader?

Als eerste benoem je de belangrijkste begrippen. Zijn er specifieke begrippen die veel voorkomen in je onderzoek, werk ze uit door middel van literatuuronderzoek. Leg uit wat het begrip volgens jou inhoudt en waarom het aansluit op het onderzoek.

Daarna benoem je de relevante theorieën en/of modellen. Beschrijf waarom ze aansluiten en waarom je deze gebruikt.

Als derde benoem je relevante vergelijkbare onderzoeken. Leg hierin uit waarom jouw onderzoek een toevoeging is op dit onderwerp.

Hulp bij het schrijven van je scriptie of thesis

Wil je nog meer informatie krijgen over het schrijven van je scriptie of thesis? Hoe je te werk moet gaan bij het uitvoeren van je afstudeeronderzoek? Lees alles hierover in ons e-book “Help! Ik moet onderzoek doen“ speciaal geschreven voor studenten. In dit e-boek nemen wij je gedetailleerd mee in het proces van begin tot eind. Dus vanaf het doel van je onderzoek bepalen tot het schrijven van je scriptie, thesis of rapportage.

De data is verzameld en de eerste analyse is gedaan. Er ligt een hoop data voor je en nu is het tijd om dit in een mooi rapport te verwerken. 

Met deze tips kom je uiteindelijk tot een goed eindresultaat en een prachtig rapport

1. Kies een andere vorm van rapportage:

Bedenk of een traditioneel rapport de juiste vorm is om de resultaten te delen. Andere vormen van rapportage kunnen zijn: Powerpointrapportage, infographic, presentatie, dashboard, animatie, folder/flyer, tijdschrift of artikel in een tijdschrift.

2. Maak als eerste je inhoudsopgave:

Door het opstellen van je inhoudsopgave zie je of je alle deelvragen goed beantwoordt en of alle informatie op de juiste plek terecht komt in je rapport. Houdt er rekening mee dat lezers graag snel de conclusie willen lezen en daarna de uitleg.

3. Begin met schrijven van je rapportage:

Begin met het schrijven van de details in je paragrafen. Daarna schrijf je per hoofdstuk een conclusie. Bij het trekken van de conclusies probeer je de deelvragen te beantwoorden. Uiteindelijk schrijf je de samenvatting, alleen wanneer je een uitgebreide rapportage hebt. Maak de samenvatting niet te lang.

4. Houd het schrijven leuk:

Maak een lijstje van wat je allemaal moet doen. Een goede is om de inhoudsopgave te printen en hierop aan te strepen wat je al gedaan hebt. Op deze manier zie je letterlijk hoe ver je bent. Wanneer je het niet meer ziet, is het handig om even met iemand te sparren over het onderzoek. Vertel waar je mee bezig bent en wat de resultaten zijn. Waarschijnlijk kom je al pratende weer tot inzichten die je kunt gebruiken. Bedenk dat wat voor jou duidelijk en vanzelfsprekend is nog niet voor een ander duidelijk en vanzelfsprekend hoeft te zijn.

5. Neem de tijd:

Maak naast je lijstje een duidelijke planning en neem de tijd om je rapport te schrijven en door iemand te laten lezen. En lukt het even niet, neem even een pauze. Ga muziek luisteren, kijk een filmpje. Als je daarna met een frisse blik naar je data kijkt, kan het zomaar zijn dat je ineens weer ziet wat je aan het doen bent en wat je nog allemaal moet doen. Even afstand nemen werkt vaak beter dan maar door blijven buffelen en het op een gegeven moment niet meer zien.

6. De puntjes op de i:

Pak je analyseschema er nog een laatste keer bij: heb je alle deelvragen beantwoord? Dan ben je echt ver klaar. Dit is het moment om je rapport door een buitenstaander te laten lezen. Diegene kan er spelfouten uithalen en laten weten of het een duidelijk verhaal is. Komt de informatie goed over en zijn de conclusies helder en duidelijk geschreven? Wanneer dat allemaal gedaan is kijk je nog een laatste keer naar de opmaak. Zorg dat de paginanummers goed staan en de bronnen zijn gecheckt.

Tot slot: geniet ervan dat je het geschreven hebt. Je bent al weken, misschien wel maanden bezig met je onderzoek en nu ben je bijna klaar. De laatste loodjes wegen wellicht zwaar, maar de laatste puntjes op de i maken je rapportage helemaal af.

Wil je meer weten over het schrijven van rapportage of heb je hulp nodig bij je scriptie? Kijk hier voor ons e-boek Help ik moet onderzoek doen

Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring met anderen via haar laagdrempelige digitale cursussen en e-books.
© 2022 – 2024 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone